GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Bidstond.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bidstond.

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op Dinsdagavond te 8 uur werd de Bidstond gehouden in de Nieuwe Kerk. Het gebouw was meer dan bezet. Er waren al bezoekers uit de verste delen van ons land, zoals Zeeland, Groningen en Friesland. Een haif uur voor de aanvang was het gebouw al bezet. De saamgestroomde menigte viel spontaan het kerkorgel bij in het zingen van de Psalmen 42 en 73. Psalmen, die al direct openbaarden, dat deze bidstond zou staan in het teken van de gedachtenis aan de twee professoren, die aan de School ontvallen zijn.

Ook de predikatie van ds H. Knoop was in tekstkeuze en uitwerking afgestemd op het heengaan van de broeders Schilder en Holwerda, wier verscheiden ook de Schooldag zelve stempelde.

Precies 8 uur ving de dienst aan en werd door ds Knoop de volgende predikatie gehouden over 1 Cor. 15 : 58.

ij; - ! . i f ï i Zo dan, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Here.

Gezongen: Ps. 115 : 9; 30 : 3, 4, 7, 8; 126 : 3. Gelezen: Romeinen 8 : 31—39.

Geliefden in onze Here Jezus Christus!

Ons samenzijn vanavond aan deze plaats tot de bediening des Woords om daarin God de Here openlijk aan te roepen voor de opleiding tot de Dienst des Woords aan de Theol. Hogeschool, ontvangt wel een bijzonder zwaar accent door het feit, dat het de Almachtige heeft beliefd twee van haar katheders vacant te maken door ons de hoogleraren Schilder en Holwerda te ontnemen door de tijdelijke dood. Dat heengaan plaatst ons bij vernieuwing voor déze werkelijkheid van ons aardse leven en werken, dat zij toch maar liggen onder de sluier van de dood, die in beide telkens weer ingrijpt tot onze ontsteltenis. Ach, wij leven en de dood komt en snijdt het af als een bloem. Ach, wij werken en de dood komt en breekt het af als met ruwe hand. En daarin voleindigt hij, dat ons leven niet anders is dan een gestadige dood.

Nu, als wij niet wisten, dat Christus, néén, niet maar aan de dood was ontsnapt, doch dat Hij hem voor ons, ons leven en ons werken, heeft overwonnen en ons door het geloof aan die overwinning hier en nu reeds deel geeft, dan zou ons dat maken óf tot levengenieters, die de dag plukken om te eten en te drinken, want morgen sterven wij, óf tot opgejaagde mensen, die geen raad weten met het aardse bestaan en zich trachten te troosten met: 't zal hier haast zijn gedaan. Integendeel, door het feit van Christus' overwinning van de dood is ons leven en werken niet een zinloze episode op aarde en in de tijd, maar ontvangt, juist ons leven en werken zin en betekenis voor tijd en eeuwigheid. En dat is het wat we hebben vast te houden, óók voor het leven en werken van de Theol. Hogeschool, welke de lidtekenen draagt van de tijde- Ujke dood. Opdat ge dit onwrikbaar zoudt vasthouden hebt ge hier op het appèl in ontvangst te nemen uw dagorder in onze tekst en u door de ontsluiting van die dagorder te laten leiden tot het openlijk aanroepen van God de Here om Zijn kracht in uw zwakheid.

Zo bedien ik u dan het Woord Gods van:

De apostolische dagorder voor 't practisch leven er» werken als gelovigen krachtens Christus' overwinning van de tijdelijke dood.

Ie. Waarop deze dagorder steunt;

2e. wat deze dagorder inhoudt.

I

Deze apostolische dagorder, mijn geliefde broeders en zusters — en zo raak ik uw hart —, waarmee de apostel het betogend deel van zijn brief afsluit, draagt een algemeen karakter. Dat betekent echter niet, dat zij een „losse" tekst zou zijn, in de lucht zou hangen. Haar aanvangswoord immers: daarom, wijst reeds uit, dat zij steunt op het voorafgaande, waaruit zij de gevolgtrekking is. Op het voorafgaande wil zeggen: met name op vs 57. Daar leest ge: maar Gode zij dank. Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. Opzettelijk zeg ik met name, omdat ook vers 57 geen , , losse" tekst is, maar verbonden met heel het voorafgaande betoog van de apostel in dit hoofdstuk. Daarom kan gezegd, dat deze dagorder óók steunt op héél het betoog van Paulus in dit hoofdstuk. Ik geef u de inhoud van dat betoog even kort aan. Éérst stelt Paulus met nadruk het feit van de opstanding en de verschijningen des Heren. Dan handelt hij over de betekenis der opstanding. Vervolgens gaat hij in op vragen naar de aard van het opstandingslichaam. En eindelijk besluit hij met te wijzen op Gods volledige overwinning aan het einde, n.l. dat de dood zó verslonden is, dat hij is overwonnen, op welke overwinning hij een lofzang zingen gaat, deze: „dood, waar is uw prikkel? Dood, waar is uw overwinning? De prikkel nu des doods is de zonde; en de kracht der zonde is de wet." En deze lofzang sluit hij hiermee af, dat hij in de vorm van een bewogen dankzegging verband legt tussen Christus' overwinning van de dood en de Zijnen: maar Gode zij dank. Die ons de overwinning geeft, n.l. hier en nu reeds, door onze Middelaar, de Here Jezus Christus, in de weg van het geloof in Hem, Die de Levensvorst is. En dan komt, steunend op héél zijn voorafgaand betoog, dat een eenheid is, en steunend met name op wat hij zegt in vs 57: „daarom, mijn geliefde broeders! Zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Here". Hoort aan dat dus voor uw practisch leven en werken in deze eeuw uw dagorder is, dat gij betoont die overwinning van de dood door Christus, aan welke gij gelovig deel hebt, in uw leven en werken te verdisconteren.

Hiermee echter, gemeente, kan ik niet volstaan. Ik noemde telkens weer: Christus' overwinning van de dood, maar liet opzettelijk na nader te bepalen, wat ge onder die dood hebt te verstaan. Ge moogt niet uit 't oog verliezen, dat Paulus in dit hoofdstuk handelt over de opstanding der doden en dat hij dit doet in verband met een gevaarlijke misvatting in de gemeente te Corinthe. Er waren er in Corinthe, die er wel niet aan twijfelden, dat zij, die in de Here ontsliepen van stonde aan gingen tot hun Heer, maar die niet geloofden, dat 't leven in het lichaam, dat ze eenmaal op aarde hadden geleefd, in heerlijkheid zou worden hersteld. Ze lopchenden niet een eeuwig voortbestaan na de dood, maar zij loochenden de opwekking der doden. Met zijn verUchte ogen zag de apostel onmiddellijk, dat bij deze dwaling de zin en betekenis van leven en werken in dit aards bestaan in geding was. Gedoopt worden betekent dan alleen maar voor het dodenrijk gedoopt worden. Het is dan óók zinloos om alle uur in gevaar te zijn en alle dagen te sterven en tegen de beesten te vechten. Het beste van dit leven is dan: laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij. Want als de doden niet opgewekt worden, dan heeft Christus de tijdelijke dood niet overwonnen. En dus als de apostel in dit hoofdstuk handelt over de opwekking der doden, dan handelt hij over de overwinning van Christus van de tijdelijke dood. En die tijdelijke dood is dit: dat ons menselijk leven en werken hier in ons aardse bestaan het merkteken draagt van een gestadig sterven, van een doodsproces, dat zijn voleinding vindt in ons sterven. Immers, dat sterven van een mens is die gebeurtenis in de tijd door welke mensen van een mede-mens zeggen: hij is dóód; hij is er nog wel, maar hij is niet meer hier, aan deze zijde, in het land der levenden. Hij behoort nu tot de doden; hij is nu in het rijk der doden, in de hemel of in de hel. Maar dat feit heeft • dan meteen betekenis voor 't leven en het werken van die mens. Nu moeten mensen van zijn leven en werken zeggen: ze mogen nog maar nauwelijks begonnen, of al 'n eind op weg, of bijna voltooid zijn, maar ze zijn voor hem hier afgelopen. Met zijn leven en werken is het hier voor HèM uit, v.'ant hij is dóód. Die onweerstaanbare hand heeft hem uit zijn leven en werken hier als weggeraapt. Het schepsel, ook dus de mens en zijn werk, is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft.

Nu, dat merkteken draagt de mens en zijn leven en werken in deze aardse bedeling. Leven en werken, het is maar ijdel glas. En dat merkteken is de tijdelijke dood!

Wanneer dat stervensproces zijn voleinding ontvangt in de dood, dan brengt dat altijd wat teweeg. En dat wat het teweeg brengt kan verademing zijn, maar ook angst; vreugde, maar ook smart; verslagenheid, maar ook opluchting. Het kan een benauwende situatie scheppen, waarin geen weg meer te onderscheiden is, maar het kan ook gesloten poorten openwerpen. Hoe dan ook, die tijdelijke dood is nooit lief, gelijk die dichteres vond, toen ze zong: men moet niet om het lieve doodgaan wenen.

Paulus zegt het juister in dit hoofdstuk: hij is een vijand, zelfs de vijand, die als laatste te niet gedaan wordt. En, zo laat hij zien: dat doet Christus! Zijn opstanding uit de doden is, dat Hij principieel die tijdelijke dood in Zijn overwinnaarshanden hééft en houdt. Hij heeft het leven en de onverderfelijkheid aan het licht gebracht. En straks aan het einde geeft Hij hem voor eeuwig de genadeslag. Want dan zal ten volle werkelijkheid zijn 't woord, dat geschreven staat: de dood is verslonden tot overwinning! Maar, Gode zij dank, die ons hier en nu reeds aan die overwinning déél geeft door de Here Jezus Christus, in de weg des geloofs in Hem, de Levensvorst. Dat is 't geheim van ons leven en werken hier, al draagt het ook nog het merkteken van de tijdelijke dood in deze bedeling. Daarom, mijn geliefde broeders en zusters, ontvangt uw dagorder: zijt standvastig, onbewegelijk, altijd overvloedig zijnde in het werk des Heren, als die weet, dat uw arbeid niet ijdel is in de Here.

Hoe wonderbaar vertroostend en machtig bemoedigend is het reeds, dat gij, mijn geliefde broeders en zusters, die deze Theol. Hogeschool hebt gesticht en in stand houdt; dat gij curatoren, die haar verzorgt; dat gij hoogleraren, die uw levenswerk aan haar hebt; dat gij studenten, die aan haar worden opgeleid, voor haar en uw leven en werken, in dit uur van appèl een dagorder weet te ontvangen, welke steunt op niets minder dan Christus' overwinning van de tijdelijke dood en op heï feit, dat gij hier en nu aan haar deel hebt door het geloof in de verheerlijkte Overwinnaar en Levensvorst.

n Deze dagorder is, blijkens haar inhoud, er een voor practisch leven en werken, dus ook voor en aan deze Theol. Hogeschool, welke de lidtekenen draagt van de tijdelijke dood. Zij bevat de pastorale opwekking tot het nakomen van een drievoudige roeping.

Uw éérste roeping is, dat ge u betoont: standvastig, onbewegelijk. Immers telkens weer moet ge tot de ontdekking komen hoe die vijand, die als laatste teniet gedaan wordt, de tijdelijke dood, hier in leven en werken huishoudt. Dit, dat leven en werken liggen onder de sluier van die dood, is de moeite van het aardse bestaan. Paulus noemt er in Romeinen 8 iets van: verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid, gevaar, zwaard. Een om Gods wil de ganse dag gedood worden; een geacht worden als schapen ter slachting. Dat toch is de werkelijkheid van de tijdelijke dood: wat traag ontloken dagen en dan de dood. Hoe kan u dan grijpen de angst, dat leven en werken toch eigenlijk zonder zin en der ijdelheid onderworpen zijn. Ge moogt slechts planten, maar natmaken is u niet gegund; dat doet een ander. Gij moogt natmaken, maar maaien komt u niet toe; dat doet een ander. Ge moogt een fundament leggen, maar een ander bouwt er op. Ge zijt nog in de bloei van uw leven, maar een beangstigende slijtage sloopt reeds uw kracht. En dan: de dóód! Heeft leven en werken wel zin?

Hoe kan ook verlokking tot u komen om, als 't niet gaat, als de krachten afbrokkelen en 't werk bij de handen afbreekt; als ge wordt belaagd en belasterd en miskend en gewantrouwd, te zeggen: wat geeft 't alles nog?

Maar dan ziet ge toch niet meer, dat tóch uw leven en werken getrokken is binnen de lichtkring van Christus' overwinning van die tijdelijke dood en dat die grote Overwinnaar iets met u heeft gedaan. Hij heeft u op een stuk gezet, op het stuk van het geloof in de werkelijkheid van Zijn overwinning in leven en werken. En' ge moét op uw stuk staan; ge moet betonen, dat ge op uw stuk staat en u niet door die tijdelijke dood van uw stuk laat brengen. Dat is u standvastig betonen naar uw dagorder. Hij heeft u op een standplaats gezet, op de standplaats van het geloof in de werkelijkheid van Zijn overwinning in leven en werken. En ge moet betonen, dat ge u van uw standplaats niet laat wegvoeren door die tijdelijke dood. Dat is u onbewegelijk betonen overeenkomstig uw dagorder. Wederom, Paulus zegt in Rom. 8 concreet wat dat is: standvastig, onbewegehjk: want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, nog enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. Dan leeft ge in de lichtkring van Christus' overwinning van de tijdelijke dood en blijkt uw deelgenootschap aan haar door het geloof in Hem. En door dat geloof zijt ge in dat alles méér dan overwinnaar, mede-overwinnaar met Hem, Die u heeft liefgehad. Dat is 't koninklijke in uw roeping, welke uw dagorder van u vraagt.

Uw tweede roeping, welke uw éérste begeleidt, is, dat ge u te allen tijde betoont overvloedig te zijn in het werk des Heren. Immers, ge zijt toch „onder dienst" en dat bij Hem, Wiens gij zijt, Die gij ook dient. Ge hebt te doen en te dienen Zijn werk in de ruimste zin van het woord. En dat waarlijk niet met netjes afgepaste plichten, niet maar mondjesmaat, maar overvloedig, omdat bij overvloedige genade — volgens Luthers vertaling in Ps. 23 is 't zó: Hij schenkt vol in — hoort overvloeien in het werk van de Heer, Wiens diensplichtige gij zijt. En dat altijd, wat winden dat er waaien, wat aan mislukking en teleurstelling uw deel moge zijn, hoeveel slagen er vallen links en rechts, hoeveel graven van wapenbroeders, die saam met u optrekken, ook gedolven worden, hoe ook gehoond en belaagd en miskend! Dan werkt ge dienend in de lichtkring van Christus' overwinning van de tijdelijke dood en blijkt uw deelgenootschap aan haar door het geloof in Hem. En door dat geloof zijt ge daarin méér dan overwinnaar, mede-overwinnaar met Hem, Die u heeft liefgehad. Dat is het priesterlijke in uw roeping, welke uw dagorder van u vraagt.

En uw derde roeping, welke uw eerste ook begeleidt, is, dat ge betoont voortdurend te weten, dat uw zware arbeid toch niet tevergeefs, zonder zin is, maar resultaat heeft. Omdat deze verricht wordt in de kring, waar uw Here zijn regiment uitoefent, daarom heeft uw zware arbeid resultaat. Omdat Christus' overwinning van de dood en uw deelgenootschap aan haar door het geloof u garandeert, dat uw levensarbeid een oogst heeft voor de tijd en voor de eeuwigheid, liegt uw arbeid niet. De vijgeboom van uw arbeid bloeit tóch; de wijnstok van uw arbeid draagt tóch vrucht. Want als de Heer des oogstes u in Zijn dienst wilde nemen, kan uw arbeid niet zonder oogst zijn. Wie 't zaad draagt, dat men zaaien zal, gaat al gaande en wenende; maar voorzeker zal hij met gejuich wederkomen, dragende zijn schoven. Dan wéét ge uw arbeid in de lichtkring van Christus' overwinning van de tijdelijke dood en blijkt, dat ge aan haar deel hebt door het geloof in Hem. En door dat geloof zijt ge ook in dat weten méér dan overwinnaar, mede-overwinnaar met Hem, Die u heeft liefgehad. Dat is de profetische visie in uw roeping, welke uw dagorder van u vraagt.

Welnu, tot het vervullen van deze drievoudige roeping wordt ook gij in deze dagorder pastoraal opgewekt, gij, mijn geliefde broeders en zusters, gij curatoren, gij hoogleraren en gij studenten ten aanzien van de Theol. Hogeschool, welke de lidtekenen draagt van de tijdelijke dood. Ik zeg u: een ieder in hetgeen, waarin hij geroepen is, die blijve in hetzelve bij Gód! En dus géén verdringing, maar standvastig, onbewegelijk; geen verlauwing, maar altijd overvloedig in het werk des Heren; geen ontmoediging, maar wetend, dat uw arbeid niet ijdel is in de Here. Hij heeft de oogst beloofd. Hij heeft met Zijn eigen overwinning de oogst gegarandeerd. Hij zal de oogst straks aan het einde openbaren, als Hij als laatste vijand de tijdelijke dood heeft te niet gedaan. En als dan alles instort, staan wij, die door het geloof deel hadden aan Christus' overwinning van de tijdelijke dood, op, wij met de oogst van onze arbeid in de Here. En wanneer op het groot-appèl in het einde de Here afroept de namen van al Zijn dienstplichtigen, die grote schare, die niemand tellen kan, uit alle geslacht en tong en natie, officieren en minderen, dan melden zij zich present, zij, met hun leven en de oogst van hun leven. Maar ze zeggen erbij: door U, door U alléén, o Overwinnaar van de dood en Levensvorst, om 't eeuwig welbehagen:

Gij, Heer, alléén. Gij zijt Verwinnaar in de strijd En geeft Uw volk de zegen.

Alsdan zal het woord geschieden, dat geschreven is: over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal Ik u zetten; gaat in in de vreugde uws Heren. Amen.

©.6 iP^chaaedag..

Evenals vorige jaren werd de eerste samenkomst des morgens om 8 uur aangevangen, welke door de bezoekers en bezoekster, die de vorige dag gekomen waren, bezocht werd.

Inmiddels stroomde Kampen vol met gasten, die per trein, per bus, en per particuliere gelegenheid waren aangekomen. Wij hoorden, dat de bezoekers uit het Zuiden van Limburg reeds des nachts om half drie in de bus gestapt waren om tijdig in Kampen te zijn.

Wij laten hieronder volgen de redevoeringen zoals deze werden uitgesproken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 september 1952

De Reformatie | 8 Pagina's

De Bidstond.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 september 1952

De Reformatie | 8 Pagina's