GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 461

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 461

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

kent meer dan 80.000 verschillende soorten slakken, d.w.z. ongeveer twee maal zoveel als van alle gewervelde dieren (van vissen tot vogels en zoogdieren) bij elkaar. Er zijn ook nog tienduizenden uitgestorven slakkensoorten bekend. Zij kwamen reeds ongeveer 500 miljoen jaren geleden voor. De slakken vertonen een haast eindeloze variatie op een zelfde thema. Er komen - in zee en op het land - naaktslakken (dus slakken zonder schelp) voor, maar de meeste soorten zijn huisjesslakken. Deze hebben alle in beginsel een gespiraliseerde schelp. Dit ogenschijnlijk eenvoudige principe is op zo ongelooflijk veelvormige wijze uitgewerkt dat het ons doet duizelen. Er wordt als het ware gespeeld met het aantal windingen, met richeltjes, uitsteeksels, inkepingen, gaatjes en met kleuren. En men beseffe dat ieder van deze variaties soort voor soort erfelijk is vastgelegd. De meeste slakken zijn planteneters, maar er komen ook aas- en vleeseters voor. Hierdoor vervullen de slakken in de natuur een zeer belangrijke rol. Zij zijn opruimers van allerlei afvalprodukten en zij helpen bijvoorbeeld in het zoete water onder normale omstandigheden een al te uitbundige planten- en algengroei in toom te houden. Bij de vertering van afgevallen bladeren en dus bij de humusvorming kan hun rol ook aanzienlijk zijn. De meeste slakken kruipen op hun voet, maar er komen tevens voortreffelijke zwemmers voor. Bij talrijke soorten zijn mannetjes en wijijes te onderscheiden. Er zijn er echter ook waarbij ieder exemplaar zowel mannelijk als vrouwelijk is en zelfs de paringsgedragingen van beide seksen kan vertonen. Op de economische en andere voor de mens belangrijke betekenissen van de slakken zal straks nader worden ingegaan.

Weinig bekend

Slakken worden onder meer bestudeerd onder een elektronen-microscoop.

ten van bestaan. Hun zeer gevarieerde schelpvormen en hun kleuren zijn door de mens van oudsher als bijzonder mooi en decoratief ervaren, en in de architectuur, en in de beeldende kunsten hebben zij inspirerend gewerkt. Deze diergroep heeft voor de economie een grote betekenis. Talrijke soorten oesters, kokkels, mossels en andere tweekleppigen worden op de wereld veel gegeten, waartoe zij soms ook op grote schaal worden gekweekt. Om de gedachten te bepalen wordt hier slechts vermeld dat alleen in Nederland in het afgelopen seizoen meer dan 100.000 ton mosselen werden aangevoerd, terwijl in de Oosterschelde in de goede jaren 30 mil-

joen oesters werden geoogst. Behalve aan de betekenis van tweekleppigen als voedsel denke men echter ook aan het gebruik van schelpen bij de kalkwinning en de wegenaanleg. Verder dienen parels, parelmoer (voor kunstvoorwerpen en knopen) en uit bijvoorbeeld doorboorde, schelpen vervaardigde sieraden te worden gememoreerd. Men bedenke, tenslotte, ook dat de paalworm, die bijzonder veel schade aan beschoeiingen en houten schepen kan veroorzaken, tot de tweekleppigen behoort.

Succesvol Wij komen nu bij de slakken. Deze vormen de meest succesvolle groep van de weekdieren. Zij hebben nl. zowel de zee, als het zoete water, als het land gekoloniseerd. Men

Nu oppervlakkig met de weekdieren is kennis gemaakt, moet er vervolgens met nadruk op worden gewezen dat van deze zeer grote en belangrijke groep van dieren veel minder bekend is dan van de gewervelde dieren en van de insekten. Er is aanmerkelijk minder onderzoek over verricht en alleen al vanuit zoƶlogisch gezichtspunt bezien bestaat er ten aanzien van de weekdiergroep dus een aanmerkelijke achterstand. In allerlei opzichten vormt deze als het ware een grote nog erg witte plek op de kaart, en het spreekt vanzelf dat het in beginsel vruchtbaar kan zijn om juist in een dergelijk gebied onderzoek te gaan verrichten. Dit brengt ons vanzelf op de vraag waarom wij indertijd begonnen zijn met het onderzoeken van slakken. Nadat de subfaculteit van de biologie in 1950 was ingesteld werd door degenen die de voorlopers waren van de huidige vakgroep Algemene en Experimentele Dierkunde aanvankelijk onderzoek gedaan op een heel ander gebied. Wij hielden ons namelijk bezig met de bestudering van de bouw van de schildklieren bij jonge hanen en 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 461

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's