GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 281

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 281

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

wij gaan als TROS nu eenmaal op de smaak van het grote publiek af hè. "Geen gelul, zuiver spul", zoals mijn vroegere medewerker Georg de Tor altijd zei. Wij zijn een omroep voor jonge zakenlieden, zoals uit de onderzoekingen blijkt, en we willen zo snel mogelijk groeien.'

Ongerustheid De TROS 'steekt het bij de samenstelling van haar programma's niet onder stoelen of banken dat zij in de eerste plaats er op uit is het publiek te amuseren,' constateerde D. N. M. van Wees in Liberaal Reveil van febr. 1974. Ook in liberale kringen, waar men overwegend dit streven heeft gesteund, begint

van vercommercialisering (vertrossing) van de aether. De oudere omroepen voelen zich duidelijk de zwakkere partij in een concurrentieslag, waarbij de programmering steeds meer dreigt te geschieden op basis van de resultaten van het kijk- en luisteronderzoek. Slechts die behoeften in de mens komen dan aan hun trekken, waar getalsmatig het meeste succes mee te boeken is. En dat is vrijwel zonder uitzondering probleemloze verstrooiing.

Advies Het hulpgeroep van NCRV, KRO en VARA heeft geresulteerd in een 'advies' van enkele deskundigen, die zich gebogen hebben over de omroepwet o.a. om

te komen, waar elk programma van nature aan voldoet.' De wettelijke eisen vergen elk een 'verdere interpretatie' aldus de drie deskundigen. Vanuit een juridische dogmatiek zijn de antwoorden niet te geven. 'Zij zouden kunnen worden gevonden in een proces van bezinning op en toetsing van de gebruiken en opvattingen in de kringen van overheid, Omroepraad, omroeporganisaties en NOS. Tot een zodanig proces zal een initiatief moeten worden genomen, indien men de bepaling via inspraak van alle betrokkenen zou willen concretiseren. Dit zou zeer wenselijk zijn mede gezien de zich vermoedelijk doorzettende tendens om de compartimentalisering van

Prof. mr. I. A. Diepenhorst

Prof. mr. H. Th. J. F. v. Maarseveen "De wet is goed als bewindsman waal<zaam I s "

Dr. I\A. Troostwijlc

daarvoor thans enige beduchtheid openbaar te worden. Immers ook Sal Tas sneuvelde op het altaar der commercialiteit. Hij had - hoe dan ook - een mening, en dat prikkelt tot denken, een vermoeiende bezigheid - geen TROSprogramma dus. Van Wees: 'Uit dit alles blijkt dat ook de TROS een sterk commerciële inslag heeft en doordat zij zich daarbij in belangrijke mate wijdt aan het amuseren van het publiek, werkt dit in zekere mate nihilisme in de hand. Dit is een gevaarlijk verschijnsel. Het is belangrijk het publiek regelmatig te confronteren met de vraagstukken die zich in onze samenleving voordoen. Behalve de geschreven pers, dienen radio en t.v. hierbij een actieve rol te spelen. Het verschijnsel TROS en het is niet denkbeeldig dat ook de V.O.O. zich als zodanig zal ontwikkelen, dient derhalve als ongewenst te worden beschouwd en in zekere zin zelfs als gevaarlijk.' Inderdaad worden ook de zendtijdaanvragen van Veronica (V.O.O.) en Radio Noordzee eveneens gevreesd uit oogpunt

na te gaan of deze voldoende houvast bood om deze door de wetgever gevreesde ontwikkeling tegen te gaan. Het waren de professoren I. A. Diepenhorst (rector-magnificus van de VU), H. Th. J. F. van Maarseveen en dr. M. Troostwijk. Hun antwoord komt samengevat neer op: jawel, maar dan moeten de handen uit de mouwen van minister, Omroepraad, regeringscommissaris voor de omroep, de NOS en de omroepen. Vanzelf gaat het niet. Kortom, een aantal verantwoordelijken zal de moed moeten opbrengen om als de 'grote pretbedervers' op te treden, een weinig aantrekkelijke rol, die niettemin vervuld moet worden teneinde behoeften van minderheden veilig te stellen. Over het reeds geciteerde artikel 35 van de Omroepwet zeggen de drie: 'Wat deze verplichting precies inhoudt is nergens nader uitgewerkt. Elke uitzending bevat wel elementen van culturele, informatieve, educatieve en verstrooiende aard, maar het kan niet de bedoeling van de wetgever zijn met een aanwijzing

cultuur, informatie, educatie en amusement in de uitzendingen te doorbreken en deze samen te brengen. De vier onderdelen zullen daarom steeds moeilijker te scheiden zijn. Ofschoon elk ervan zich nog wel geruime tijd in enigerlei zelfstandige vorm zal handhaven, zullen mengvormen de overhand krijgen. Dat betekent, dat een verfijnde beoordelingstechniek ten aanzien van deze eis zal moeten worden ontwikkeld.'

Werlc Werk aan de winkel dus voor wetenschappers. Kan er een 'meetlat' worden uitgevonden, waarmee nagegaan kan worden of een omroep inderdaad een 'volledig programma' heeft gebracht? Of moeten we ons voorlopig nog behelpen met minutentellerij hoeveel 'amusement', 'informatie', 'kuituur' en 'opvoeding' elk van de omroepen in haar programma heeft gedaan met voortduring van de meningsverschillen wat onder al deze begrippen moet worden verstaan? De drie waarschuwen dat hun aanbevehng niet mag worden opgevat als een 27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 281

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's