GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 414

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 414

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

leger eerlijk over de dingen te blijven praten en nadenken, heb ik echter niet minder respect. Verder vind ik dat het probleem ten onrechte wordt afgewenteld op de schouders van jonge jongens die in dienst moeten. Ik hoop van harte dat er een tijd komt, dat synodes en andere kerkvergaderingen • openlijk aansporen tot dienstweigering en organisaties oprichten om dienstweigeraars effectief te steunen. Dat zou werkelijk een stap zijn in de richting van de oplossing van de oorlogsproblemen. Helaas lost thans de dienstweigeraar alleen maar zijn eigen problemen op door niet in dienst te gaan. Als een christen-dienstweigeraar niet een eenzame eenling was, maar een pionier van zijn kerk, zou zijn daad meer betekenis krijgen. Het zou ook aansluiten bij de alleroudste tradities van de christelijke kerk in de eerste paar honderd jaar van haar bestaan.

Slotbeschouwing Bij de voorbereiding van dit laatste college spreekt het vanzelf dat ik ook heb teruggezien op mijn pogingen verschillende aspecten van het geweld aan de orde te stellen. Het geheel is meer fragmentarisch gebleven dan ik me had voorgesteld. Er zijn ook zaken, waar ik niet aan toe gekomen ben. Sommige onderwerpen had ik ook wat grondiger willen bespreken. Toch is het misschien maar goed, dat het hierbij blijft, want anders gaat het toch veel lijken op een poging om u in een bepaalde richting te beïnvloeden, om u net als in de colleges zelf, iets te leren. En dat zou fout zijn, want het karakter van de opgeroepen problemen vraagt om een persoonlijk antwoord. Ik wil niet meer doen dan u aanbevelen om zo'n antwoord te zoeken en daardoor uzelf te leren een antwoord te geven en dat te verwerken in een bepaalde levenshouding. Ik ben ervan overtuigd dat het levensgeluk, waarnaar ieder mens op zoek is, niet ligt in het negeren of vermijden van moeilijkheden, doch dat er eerder een grote kans is datje op een gegeven moment tot de ontdekking komt, dat een actieve aanvaarding van het leven met zijn actuele problemen op zichzelf al elementen van levensgeluk bevat. Het kan helemaal geen kwaad een toekomstbeeld te ontwerpen om voor jezelf een koers uit te zetten, maar zo'n toekomstbeeld mag geen utopie worden die je vervreemdt van het leven zoals het vandaag is. Daarom wil ik mezelf aan geen enkele ideologie verkopen, die me een systeem opdringt, waarin ik moet geloven vanwege een zonnige toekomst en waardoor ik de problemen van vandaag en de mensen van vandaag uit het oog verlies. Ik wil de ideologieën testen op wat zij vandaag doen met de mens. Mijn persoonlijke criterium is of zij zich voegen in de gerechtigheid die God bedoeld heeft voor de eenvoudige mens, voor wie zich niet kan verdedigen, of, zoals de bijbel symbolisch telkens zegt: voor de vreemdeling, de weduwe en de wees. Daarom wil ik mij niet verkopen aan het kapitalisme, omdat het gebaseerd is op het recht van de sterkste, en niet aan het communisme, omdat het de mens in zijn vrije meningsuiting beperkt. En andersom, als in de praktijk van vandaag ergens het marxisme de weg is naar gerechtigheid, dan verdient het als politiek denkschema steun. Ik kan mij best voorstellen dat vele priesters in Brazilië menen het 28

marxisme actief te moeten steunen omdat daar en nu het evangelie dat van hen vraagt. En als ergens in de dagelijkse praktijk armen en onderdrukten het kapitalisme nodig hebben, dan wil ik voor die situatie dat systeem graag aanvaarden. Ik kan me dat echter niet goed voorstellen en er geen voorbeeld van verzinnen. Ik wil er de nadruk op leggen, dat ons optimisme of pessimisme over toekomstige ontwikkelingen maar van zeer beperkte invloed zijn op ons levensgeluk. Dat wordt bepaald door onze harmonie of disharmonie met de dingen om ons heen. En de principiële niet-aanvaarding van ongerechtigheid kan een grotere harmonie voor onszelf betekenen dan met een optimistische glimlach rozengeur en maneschijn verkondigen. Zonder deze overtuiging zou ik misschien niet zo openhartig over sommige dingen gesproken hebben uit vrees u de put 'in te praten. Dat laatste wordt mij soms verweten, maar ik geloof niet dat dat echt zo is. Ik kan niet nalaten mijn bedoeling verder toe te lichten aan de manier, waarop Jezus heeft geprobeerd de mensen duidelijk te maken, wat het Koninkrijk Gods eigenlijk is. Ze vragen hem daar voortdurend naar vanuit hun eigen ideologie, waarmee zij als een soort opium het heden willen vergeten. Ze willen graag precies weten, wanneer en hoe in de toekomst het Koninkrijk Gods zal komen en klemmen zich daarbij dikwijls vast aan één of ander nationale machtsdroom. In Jezus' antwoorden wordt steeds de toekomst op hoopvolle wijze in één visie met het heden samengebracht. Er wordt naar de toekomst gekeken, als iets wat wij vandaag in gang zetten. Luistert u maar: Het koninkrijk van God kun je vergelijken met een man, die zaad in zijn akker zaaide, 's Nachts slaapt hij en overdag is hij op en ondertussen kiemt het zaad en groeit het op zonder dat hij weet hoe. Uit eigen kracht brengt de aarde vrucht voort: eerst de halm, dan de aar, vervolgens de korrels in de aar. En wanneer de korrels rijp zijn, gaat de boer met zijn sikkel onmiddellijk aan de slag, want de oogsttijd is gekomen (Marcus 4:26-29) of: Waarmee zullen we het koninkrijk van God vergelijken? Welk beeld kunnen we gebruiken? Het is als het mosterdzaadje, het kleinste van alle zaden op aarde. Iemand zaait het in, en eenmaal in de grond komt het op en het wordt groter dan alle andere planten. Het krijgt zo grote takken, dat de vogels uit de lucht kunnen neerstrijken in zijn schaduw (Lucas 13:18 en 19) of: Waarmee zal ik het koninkrijk van God vergelijken? Het lijkt op gist. Een vrouw neemt er wat van en doet het in drie maten meel, en tenslotte blijkt het deeg Jielemaal gerezen (Lucas 13:20 en 21) En tenslotte, het meest direct: De mensen vroegen hem, wanneer het koninkrijk van God zou komen. Zijn antwoord luidde: De komst van het koninkrijk van God is niet exact waar te nemen. Men kan niet zeggen: 'Kijk, hier is het' of 'Daar is het', want het koninkrijk van God is bij u (Lucas 17:20 en 21). Dat is tegelijk ontnuchterend en hoopvol: Het Koninkrijk Gods is niet ver weg. Het ligt onder handbereik. Als je wilt, kun je het zo pakken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 414

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's