GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1974 - pagina 171

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1974 - pagina 171

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Werkelijkheid ontdekken in aardrijkskunde-les Hoogtepunt uit een prijswinnend tv-programma dat Brandpunt enige jaren geleden maakte in Djakarta, was het moment waarop de toenmalige president van Indonesië, Soekarno, zijn bekendheid met het vroegere koloniale moederland demonstreerde, door voor de camera het bekende rijtje 'Groningen, Hoogeland, Sappemeer' op te dreunen. Het aardrijkskunde-onderwijs, zoals dat vroeger werd gegeven, had vrucht gedragen. Naar twee kanten trouwens, want Nederlandse kinderen die het lager onderwijs genoten vóór 1948, waren even bekend met 'Bali, Lombok, Soembawa' of met 'Lawoe, Wilis, Kloet' als de voormalige president met de plaatsnamen van Groningen. In oude aardrijkskundeboekjes of atlassen kunnen nog de bewijzen worden gevonden, hoezeer het eigen land en zijn overzeese gebiedsdelen uitgangspunt waren. Nadruk lag op de voortbrengselen van moederland en koloniën; op de daarmee samenhangende handelsstromen. Van schoolkinderen werd gevraagd zich een zekere hoeveelheid encyclopedische kennis eigen te maken over landen en volken. Nu loopt het schoolonderwijs altijd achter de ontwikkeling op de universiteiten aan. In Nederland waren in de dertiger jaren, mede onder invloed van de grote werkloosheid, in de sociale geografie welvaartsonderzoekingen in eigen land op gang gekomen. Na de oorlog, in de periode dat Nederland het verder zonder zijn koloniën zou moeten stellen, richtten d j geografen aan de universiteiten de aandacht vooral op de problemen op micro-niveau. De kloof tussen de universiteiten, waar mensen werden opgeleid die bedreven waren in het analyseren van Nederlandse gemeenten en hun problemen enerzijds en het onderwijs op de scholen waarin nog voornamelijk de oude encyclopedisch-regionale (land voor land) aanpak werd gehanteerd, werd groter. De laatste jaren zijn een aantal medewerkers van de subfaculteit sociale geografie en planologie van de VU betrokken geweest bij een poging deze kloof te

overbruggen. Dat werd op initiatief van prof. dr. G. A. Hoekveld onder meer gedaan door uitgave van vier delen 'Geografische Verkenningen*', een eerste handreiking aan de leerkrachten van middelbare scholen. Met twee medewerkers van de subfaculteit, drs. G. A. de Bruyne en drs. G. J. W. Dijkink had VU-magazine een gesprek. Beide antwoordden elkaar aanvullend op de gestelde vragen; hun zienswijze wordt ter wille van de overzichtelijkheid weergegeven alsof die van één man afkomstig was.

De eis om de doelstellingen van het vak dat je geeft te expliciteren werd vroeger niet zo dwingend gesteld als nu. Er was ook vroeger natuurlijk een verband tussen de vraag van de samenleving en het aardrijkskunde-onderwijs. Zo zal de sterke nadruk op produkten in een handel-

drijvende en koloniale natie als Nederland wel een functie gehad hebben, al werd die dan nergens met zoveel woorden omschreven. Hetzelfde geldt vandaag aan de dag voor onderwerpen als de ontwikkelingsproblematiek of het milieu. Men maakte zich niet zo druk over die doelstellingen, want 'kennis was macht' en dus was het belangrijkste wat er geleerd werd, welke dingen gekend moesten worden. Men ging ervan uit dat veel weten over iets ook het beheersen van een stukje werkelijkheid inhield; het memoriseren van feiten stond voorop. Ook in dat opzicht was er een kloof tussen het onderwijs en de wetenschappelijke geografie waar men zich steeds meer met het hoe in plaats van het wat ging bezighouden, dus met de methodologie, het onderzoek en de theorievorming in plaats van met het louter verzamelen van feiten over delen van de aarde. Daarnaast werden de kinderen in de jaren na '45 ook wel met achterhaalde kennis opgescheept. Om kinderen in Utrecht kennis bij te brengen omtrent de Groningse ge-

drs. G. J. W. Dijkink

drs. G. A. de Bruijne

Wat stelde men zich vroeger, toen aardrijkskunde voor een flink deel neerkwam op produktenkunde, eigenlijk ten doel?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's

VU Magazine 1974 - pagina 171

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1974

VU-Magazine | 516 Pagina's