Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 88
Vooraf gaat een historisch berigt, nopens de belydenis en geloofshervorming in de Nederlanden door Arnoldus Rotterdam, bedienaar des Goddelyken Woords te Zuylen. Op nieuw uitgegeven, en bij ons kerkelijk publiek ingeleid door Dr. A. Kuyper
XIX.
86
Artikel
WOORD
is VLEESCH geworden, en het heeft onder ons gewoont. Ende wy hebben zyne heerlykheid aanschouwt, eene heerlykheid als des Eeniggeboren van den Vader, vol van genade en waarheid.
Het
3. der Godzaligheid. De Heiden't Is een verborgentheid sche Mysteriën waren verborgentheden der godloosheid, zie Joh. 3 19, 20. zo ook de Goden, en Godinnen waren schandelyk om te noemen. De leere van den Antichrist is 7. Maar een verborgentheid der ongeregtigheid, 2 Thess. 2 het Evangelium van Christus Menschwordinge is een leere 1. Zy trekt onze der waarheid na de Godzaligheid, Tit. 1 harten, van de Aarde tot den Hemel, om God in den Geest te dienen, en te danken voor zyne eindelooze menschenliefde tot ons, Luc. 1 68, 69. Gelooft zy de Heere, de God Israëls, want hy heeft bezogt, ende verlossinge te wegen der ZAgebragt zynen volke: Ende heeft eenen LIGHEID ons opgerigt in het huis Davids zyns knegts. :
:
:
:
HOORN
.*,
L
Hoe
Vrag.
Antw.
verdeelt gy den Artikel
?
In drie deelen.
Eerst zien wy, 't geen wy van de vereeniginge der in Christus belyden, te weeten
twee Natuuren A.
Wie
aangenomen
der Goddelijke Personen de menschheid heeft De Persoon des Zoons.
:
Wy
geloven dat door deeze ontB. De zaak zelve: fangenisse de Persoon des Zoons, onafscheidelyk vereenigt, en te zamengevoegt is met de menschelyke Natuure.
Hoe
verre zig deeze vereeniginge uitstrekt. Dat 'er twee Zonen Gods, nog twee Personen; maar twee Natuuren, in eenen eenigen Persoon vereenigt, doch elke Natuure haare onderscheiden eigenschappen behoudende. C.
niet zyn
II.
Dan vinden wy eene
Natuuren
in
Christus,
verklaring hoe beiden de onderscheiden, en nogtans per-
soonelyk vereenigt zyn. A. Onderscheiden, zonder met malkanderen vermengt te zyn. Ten aanzien van de Goddelyke Natuure Gelyk dan a. de Goddelyke Natuure, altyd geschapen gebleven is, zonder begin van dagen, ofte einde des levens, vervullende Hemel, en Aarde. Ten aanzien van de Menschelyke Natuure, die door h. :
deeze vereeniging
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 468 Pagina's