Eenige kameradviezen uit de jaren 1874 en 1875 - pagina 314
PARTIJ VERHOUDING.
314
genooten
uit
in het
sluiten
te
meê
Icapittel der natie niet
Mijn andere grief
De
deze:
is
clel^at,
sprak de nalie zelve in het
als
?
geachte afgevaardigde
het
ook,
heb
ik
dank
de inkleeding, neerkv^ani.
zij
een antirevolutionaire partij gekend,
hier
in
groot in kracht en sterk door talenten, en wat zie ik
Mijnheer
de
hoe zacht
Tn vroeger
zeide:
Hij
Haarlem
uit
deed ons een hard verwijt; althans het scheen hard bedoeld,
cijfer
tijd
maar
klein,
nu?
deze vraag, in wat satirieken zin ook ge-
Voorzitter,
daan, maakt <ms niet verlegen. Wij, antirevolutionairen in deze Kamer,
stemmen volkomen zwakke epigonen bestond
daarom
op
edel
Had
een proles proavis delcrior, dat wij zeer
van het heldengeslacht,
het
lippen
zijn
we aan
Maar
arm
oorzaak,
een
is
dat verwijt
?
talenten zoo
niet
eens den strijd
hier
dat
de beginselen van het Liberalisme.
tegen
Indien
we
dat
toe,
zijn
aan wie de schuld?
zijn,
dat
vroeger nog
wij
ivel
mannen
in
ons midden telden, die zich desnoods met nog sterker dan den geachten
konden
afgevaardigde
—
niet dit
nieten,
—
ik zeg niet in naam, ik
toch door den geest, dien
onze richting gesloten
men
Kent
hebben ook
Mag
de
er
van
zeg niet
heerschen
van Ja,
?
indenken
Leuven
mag
Julianus
den
de
de
niet
toestand,
Leuvensclie,
mannen van
de
klassiek
of
talent,
gevormde
voor
niet meer, en
of de geestverwanten van den geachten afgevaar-
sche èn onze Utreclitsche
van
afvallige
nog
vrije
bij
dat
hoogeschool
èn
onze
talent,
van
thans
haar
uitnemendheid,
verrezen
Brussel
afgevaardigde zich kan
èn
Leidsche,
academiën hoogescholen dan. zijn partij die
mannen van
de
bezitten, indien daar nevens de hooge-
ik vragen, indien de geachte
een
in
maar dan
de universiteiten
liet,
digde uit Haarlem in het naburige België
ware
formeel,
onder gelijke tactiek geleden?
vragen,
waarop ze bogen kunnen, zouden school
Of heeft men
?
tactiek
wij niet
ik
men
?
afgevaardigde gevoelt het gewicht van
geachte
en althans de
argument
en dat wij die nu missen
waren
onze Groningin
den geesi
nog zou kunnen schitteren eere
zijn ?
gevoelt
hij
Gevoelt althans
hij^
niet,
in
de dat
aan de universitaire ontwikkeling de kracht van elke Staatspartij hangt ?
Of deed
dan
onze
eerste
ren
toen
,
de
hoogleeraar
hoogeschool hij
voortgekomene
de,
in
Leidsche
radicalisme ?
Ten
slotte
nog
dit.
iets
Heinsius
bij
het laatste
anders dan een voldongen
historischen
hoogeschool
zin,
uit
eeuwfeest van feit
constatee-
de Hervormingsbeweging
geannexeerd
verklaarde
voor het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1890
Abraham Kuyper Collection | 320 Pagina's