Zions roem en sterkte ofte verklaaring van de zeevenendertig artikelen der Nederlandsche Geloofsbelydenis - pagina 209

Van Tende

ende

ik doen

207

de Wedergeboorte en goede Werken.

verbaast zynde, zeide, Heere wat wilt gy dat

zal ?

om meerdere verbeeteringe en kraggeheel den wille Gods gelykvormig te zyu Psalm Och dat myne wegen gerigt werden om uwe in-

Is altoos begeerig

4.

om

ten,

119

:

5.

;

bewaren! Vers 173. Laat uwe hand my ter te hulpe komen, want ik hebbe uwe beveelen verkoren. Over alle de genegentheden Want deze II. Worden in hare onbesuisde driften ingetoomd, en a. onder de heerschappy der geheiligde reede gebragt; Psalm ó Heere myn herte is niet verheven, nog myne 131 1. oogen zyn niet hooge. h. Zy werden geheiligt, en gezuivert van de zonden Zuivert dan den ouden zuurdeessem, op dat 7. 1 Oor. 5 deeg zyn meugt, gelyk gy ongezuurt zyt. nieuw een gy Zy verkeeren omtrent heexlyke voorwerpen Haare c. zettingen

:

:

;

:

:

begeerten gaan regt uit 1. Na God: Ps. 73

25. Wien hebbe ik neffens u in den Hemel, neffens u lust my ook niets op der aarden. Na Christus en zijne geregtigheid Hoogl, 8:1. 2. Och dat gy my als een Broeder waart, zuigende de borsten rayner moeder! dat ik u op de straaten vonde, ik zoude u kussen, ook zouden zy my niet veragten. 3. Na de verkondinge van Gods woord in zyne voorhoven Psalm 84 4. Ik koos liever aan den dorpel in 't huis mynes Gods te wezen, dan lange te wonen in de tenten :

;

:

;

der godloosheid.

Na de Heiligen, die den beelde van Gods Zoon ge4. 63. Ik ben een geselle allen lykvormig zyn; Psalm 119 die u vreezen, ende dien, die uwe bevelen onderhouden. :

III. a.

Over de Conscientie, die Getrouw is in 't optekenen, en indagtig maken van

Davids zonden, hoe gering, of voor langen tyd bedreven. hart sloeg, om dat hy de slippe van Sauls mantel hadde en bragt hem te binnen de afgesneden, 1 Sam. 24 6. 7. Gedenk niet der zonzonden zyner jonkheid; Psalm 25 :

:

den myner jonkheid. h. Gevoelig en ligt bekommert over de zonden Psalm 38 5. Myne ongeregtigheden gaan over myn hoofd, als een swaare last zynze my te swaar geworden. Vers 9. Ik ben bekommert van wegen myne zonden. Over de Leeden van ons lighaam, welke door de IV. ;

:

1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen