Acta van het Zending-Congres - pagina 77

61

Doch wat zou Is niet des

dit?

Heeren het

zilver en het

goud

?

Staat het niet aan Hem, en aan Hem alleen, aan Zijn volk de middelen te geven, tot de

om

uitvoering van Ziin last. Zijn Zijne beloften niet blijvend van kracht: ,,Doet uw mond wijd open, en Hï zal dien zult ontvangen." ,,Bidt en gij vervullen?" En heeft Hij niet ook aan de Kerken bevolen „Geef ons heden ons dagelijksch te bidden :

brood."

„Men mag geen

toren bouwen zonder de berekenen." Volkomen waar. Doch tot het bouwen van dezen toren zijn de kosten berekend. Voor de zielen, die behouden zullen worden heeft de Heiland den losprgs betaald. En als Hji aan Zijne Kerken gebiedt, het Evangelie der Zaligheid te prediken, omdat ,,het geloof is uit het gehoor en het gehoor uit het Woord Gods", dan wil Hij van ons gehoorzaamheid aan Zijn bevel, terwijl Hijzelf de middelen verschaft tot de uitvoering daarvan. De dienst der Zending is een dienst der liefde Gods, niet een harde, Egyptische dienstbaarheid. Dvcong Farao den kinderen Israëls steenen te maken zonder dat het stroo geleverd werd, God zorgt voor het Zendingstroo. En Hij doet dit op het geloovig gebed van Zijn volk, ook door Zijne kinderen gewillig te maken, van hunne „stoppelen" te brengen tot den dienst van Zijn huis, en om zich blijmoedig opofferingen te getroosten, als offerhanden der dankbaarheid en der gehoorzaamheid, tot de verbreiding van Zijn Evangelie, en de komst van Zijn Koninkrijk.

kosten

te

Ik heb hier weinig bij te voegen. Afdoend is ons gebleken, dat, waar de Ned. Geref. Kerken, vrijgemaakt van de Hiërarchie van 1816, den Zendingarbeid, die zoovele jaren, bijna eeuwen, onderbroken was, weer, als Kerken, zullen opvatten, haar aangewezen arbeidsveld in de eerste plaats ligt op Midden-Java, en zij den arbeid der N. G. Z. V., als in haar naam

nemen, zoodat die Vereeniging haar taak, nu bijna dertig jaren lang en, schoon met geringe middelen, niet ongezegend verricht, mag nederleggen. Midden-Java is het arbeidsveld in de Zending onzer Ned. Geref. Kerken, en worde nu, naar 's Heeren ordonnantiën, krachtig in den geloove door haar in het Evangelie bearbeid. Daarmede vangen de Kerken aan nu zij weder, als Kerken, tot Zendingarbeid opleven. verricht,

hebben

over

te

Doch niet om voor altijd bij dat ééne arbeidsveld te blijven. Verre toch was, en blijve, van onze Gereformeerde Kerken zulk een bekrompen opvatting van 's Heilands bevel: ,, Predikt het Evangelie en van 's Heilands belofte: Ik ben met u al de dagen." Zoolang daar, eerstelijk, nog éen hoekske van het kleinste eiland in den Ned. Indischen Archipel, of van onze W. -Indische bezittingen onbearbeid bleef in het Evangelie; zoolanger, verder, nog één plaats is op de aarde, waar menschen wonen, die het Evangelie niet gehoord hebben zoolang mogen ook onze Kerken zich niet onttrekken aan haar roeping om, naar direct bevel, allen schepselen het 's Heeren Evangelie te verkondigen. Doch voor het universeele mag het particuliere niet verwaarloosd worden, en onder het bestier Gods is er, ook vooral in den dienst Zijns Koninkrijks, verdeeling van den arbeid. Naar de leiding, Gods hebben dus de Kerken in Nederland in de Zending te arbeiden onder de Heidenen en Mahomedanen in de Nederlandsche Koloniën, en wel onze Ned. Gereformeerde Kerken vooreerst op Midden-Java. allen Creaturen," ,,Ziet

;

Ik noemde ook Fokmosa, en zou de vrage nog beantwoorden of onze Geref. Kerken haar Zendingarbeid te

hervatten

niet

ook

op dat eiland behooren

?

Ik moet die vraag bevestigend beantwoorden, zoowel met het oog op de geschiedenis der Oud-HoUandsche Zending op Formosa, als op de stammen daar, die nog zonder het Evangelie leven; en eindelijk, naar aanleiding van de roepstem, die van daar tot onze Kerken is

gekomen „Kom over en help ons." Eene volledige geschiedenis der Zending op Formosa in de IGe eeuw, moet nog geschreven :

worden. Kostelijke bouwstoffen daartoe zijn den laatsten tijd geleverd door den heer Grothe, in zijn „Aixhief voor de Geschiedenis der Oude Hollandsche Zending" '); door het door Ds. W. Bataviaasch Genootschap 2) zijn in Campbell, Zendeling op Formosa, „Missionary Success in the Island of Formosa," ') e. a., terwijl nog een rijke mijn van bijzonderheden omtrent Formosa voor het ontginnen in

;

O

Utrecht, C. van Bentum, 1886.

C) Bijv. door de uitgave van Jac. Vertrecht's ,,£eerstukken en Pi-eeken in de Favorlangsche Taal." Batavia. Landsdrukkerij 1888. In '2 deelen, met een kaart en de portretten, o. m. (3) van JtNius en Gravius. London, Trubner & Co.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen