Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 166
Van den Val
162
worpen
geworden
de
des Menschen. tijtlicke
doot,
of
oock
de
eeuwige ? A. Oock de eeuwige doot. V. Kan dat bewesen worden uyt Genes. 2. 17. Want ten dage als ghy daer van eet, sult ghy den doot sterven? A. Ja. V. Wie ontkennen dat? A. De Socinianen, Remonstranten, &c. V. Is de substantie van den mensche door de sonde
verdorven geworden? A. Neen. V. Heeft Adam door den val verloren de krachten, om vroom ende Godtsalighlick voor Godt te leven ? A. Ja. V. Is de sonde Adams alleen Adam ofte oock alle sijne nakomelingen schadelick geweest? A. Oock alle sijne nakomelingen. V. Heeft de sonde Adams daerom alleen de nakomelingen schadelick geweest, om dat hy een exempel heeft gegeven? A. Neen. V. Wie seggen dat? A. De Pelagianen. V. Gaet de sonde Adams ons oock aan? A. Ja. ,
V. Oock alle menschen? A. Ja. V. Wat gaet ons de sonde
Adams meer aen, als de sonde van Noƫ, die mede onser aller vader is? A. Om dat wy in hem sijn gerekent ende begrepen geweest, als in een algemeyne wortel ende hooft van alle participanten in dat eerste ende oude verbont der wercken. V. Moeten de kinderen wel de schuit dragen van hare ouders? A. Neen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's