Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 225
Van den
221
Middelaer.
A. Dat de Middelaer maer soo een korten tijt heeft geleden, en door dit korte lijden ons volkomentlick met Godt versoent heeft dat is gekomen van wegen de weerdigheyt sijner Goddelicke nature, na dewelcke hy hadde ende toebracht een oneyndige kracht ende waerdigheyt, ende volgens dien te wege bracht genoeghsame voldoeninge ende verdienste. Soo dat dit lijden geweest is het lijden des Soons Godes ende dat dien volgens sijne verdiensten genoeghsaem, ja ,
,
;
oneyndigh geweest zijn. V. Heeft hy oock met sijn gehoorsaemheyt ons het leven wedergegeven? A. Ja Siet de geciteerde plaetsen 2. Timoth. cap. 1. VS. 10. Die den doot heeft te niete gedaen, ende het leven ende onverderflickheyt aen het licht gebracht door het Euangelium. 1. Joh. cap. 4. vss. 10, 14. V. Maer kost de Middelaer ons, die soo nietige creaturen waren, met onsen Godt vereenigen? ,
:
A. Ja. V. Is het niet genoegh,
dat de Middelaer ons de
saligheyt heeft verworven?
A. Neen. V. Moest hyse ons oock toepassen ende datelicken toebrengen ? A. Ja: Siet de bovengeciteerde plaetsen, 1. Corinth. 1. VS. 30. 2. Timoth. 1. 10.
Vrage
18.
Maer wie is deselve Middelaer die t'samen een waerachtigh Godt, ende een waerachtigh rechtveerdigh mensche is? Antw. Onse Heere Jesus Christus die ons van Gode tot wijsheyt rechtveerdigheyt ende tot een ,
,
volkomen verlossinge geschoncken
is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891
Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's