GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 444

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 444

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van

440

het Lijden Christi.

A. Dit kan tweesins verstaen worden. 1. Of dat dese uytbreydinge tot het gantsche menschelicke geslachte by den toorne Godts die ontsteken was tegen de sonde van alle menschen gevoeght werde ende niet by het dragen Christi van den toorne Godts; als of hy als borge in plaetse van yeder mensche hem gestelt, ende hare sonde op hem soude genomen hebben. 2. Of dat het gantsche menschelicke geslachte alhier beteeckent, alderhande menschen, of alle soorten van menschen: gelijck het woort alle, Rom. 11. 31. 1. Tim. 2. 4. Dat is, niet voor alle ,

:

,

ende een yeder mensche maer voor allerley soorten, conditien, ende natiƫn uyt het gantsche menschlicke geslacht, die in hem gelooven sullen, Esai 53. 4, 5, 6, 7. Joh. 1. 12. Maer soo veel hem aengenomen hebben, dien heeft hy macht gegeven kinderen Godts te worden, namelick, die in sijnen name gelooven. 1 Petr. cap. 2. VS. 24. Siet verders hier van, Vrage 20. d V. Waerom spreeckt de Catechismus soo, en waerom en seytse niet veel liever, tegen de sonden van alle geloovigen? A. 1. Om de grootheyt ende overvloedigheyt van dit lijden Christi voor te dragen als dat hy niet geleden heeft, voor een sonde alleen, noch voor een mensche alleen noch voor eene natie maer voor alle de sonden, die soo veel ontallicke duysenden van menschen gedaen hebben, ende in sijnen Name gelooven. 2. Op dat yeder een, wie hy oock zy, jonck of oudt, rijck of arm, Koninck of ondersaet Jode of ;

,

,

,

,

maer waerlick in Christus gelooft, hem selven soude konnen versekeren, dat hem de ver diensten Christi toekomen geloovende vastelick dat

Heyden,

die

,

in Christo Jesu niet en is Grieck ende Jode

,

besnij

denisse ende voorhuyt, Barbare ende Scytha, dienst knecht ende vrije maer Christus alles in allen, ,

Coloss. 8. 11. c

V. Heeft loovigen ?

Christus dan alleen geleden voor de ge

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's

Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 444

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Abraham Kuyper Collection | 632 Pagina's