Johannes Maccovius - pagina 359
347
hun een ergernis en dwaasheid? (1 Cor. 1:23). En dan voegt hij er ironisch aan toe: ,,Egregia vero haec dispositio ad sapiendum ea, qnae sunt Spiritus?" Ter laatster instantie zegt Amesius dat diegenen die het goede niet bedenken, daartoe gebracht kunnen worden dat zij dat inzien, „imo ut
donum
Maccovius wijst de onhoudbaarheid van dat standpunt aan, daar er bij hen die tegen den H. Geest gezondigd hebben, ook sprake is van een „smaken der hemelsche gave", zonder dat deze smaak ook maar iets te maken heeft met eene schikking ter wedergeboorte als voorbereidende genade, (p. 398). gustent
coeleste."
Het derde argument van Maccovius tegen Amesius' standpunt was dat in den onwedergeborene de zonde heerscht, en dat waar de zonde heerscht geene dispositie ter wedergeboorte is (pag. 3986). Amesius voert hier tegen aan dat de zonde weliswaar in den raensch heerscht, maar toch altoos onderworpen blijft aan het bestel Gods, en nooit verhindert dat er toch nog eene „dispositio materialis" overblijft. (Thesis XV) 'Maccovius erkent volmondig dat de zonde plaats grijpt onder het voorzienig Bestel Gods, maar dit neemt nooit het feit
weg dat de zich
zonde, zonde
schuldig
is
en
bhjft.
Voorts maakt Amesius bij de dispositio te
aan contradictie door
spreken van een „inbinding" der zonde, terwijl
hij
begint
van een heerschen der zonde. Eindelijk sluit een tegenwerking der zonde, het daarblijven der zonde niet uit. te spreken
398)
(p.
Ten
2.
betoogt Amesius dat zooals het
rijk
der genade
de „dispositiones ad peccatum" niet uitsluit, zoo ook het rijk
der zonde de „dispositiones materiales ad gratiam re-
generationis" niet uitsluit. Dit
besprokene
bij
komt overeen met het
reeds
Thesis XIV, vandaar dat Maccovius ook hier
want de wedergeboorte daarom blijft de zonde; maar
herhaalt: ^,male instituitur ratio," is
hier slechts ten deele, en
de onwedergeborene
sprake
zijn
van een
is
geheel vleeschelijk,
dispositie
hoe kan er dan
ter wedergeboorte. Matth.
7:16 weerspreekt dat ten eenenmale (pag. 399^). Daarenboven de clausule van Amesius „regnum gratiae non semper
is
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's
![Johannes Maccovius - pagina 359](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/johannes-maccovius/1899/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899
Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's