GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Johannes Maccovius - pagina 339

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes Maccovius - pagina 339

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

327

om de duidelijkheid als om de krasheid, alleen weergeef: Twissus dat van „Jussit Deus Abrahamum filium suum unigenitum in victimam offerre. Perpendas hic velim, et iudicium feras: An non ex hoc tenetur Abrahamus credere, voluisse^ ut ipsi filium suum in victimam offerret, quod tamen ex eventu manifestum est, Deura noluisse, imo ab aeterno, ne occiik echter, zoo

deretur, decrevisse."

*)

Thans krijgt het debat een zeer philosophisch karakter. Amesius brengt niet minder dan elf argumenten te berde voor zijn stelling „quod quisque tenetur credere, illud verum est." En wel V. De deugd of de intellectueele volmaaktheid kan niet iets onwaars bevatten. Indien ons verstand iets dat niet waar is accepteert, dan komt dat door de onvolmaaktheid van ons verstand, niet door de volmaaktheid der waarheid. De opinio en de fides humana moeten buiten het getal der deugden en volmaaktheden (intellectueele) gesloten worden, daar zij iets onwaars bevatten kunnen, maar de „fides divina" is eene deugd en eene intellectueele volmaaktheid, en kan nooit iets onwaars bevatten ^). Tot goed verstand van dit argument is noodig te weten wat Amesius met „fides humana" en „fides divina" bedoelt. Fides is al wat men aanneemt op autoriteit van den een of ander. „Fides humana" is hem al wat men aanneemt en gelooft op menschelijk getuigenis. „Fides divina"

wat men aanneemt op

al

tuigenis,

is

hem

van het goddelijk ge-

autoriteit

distinguitur, in Jiumanam et divinam, prout

„fides

humano, vel divino." *) Maccovius toont hierop aan dat in het redebeleid van Amesius een principii petitio schuilt. Amesius toch gaat uit nititur testimonio, vel

et

')

Loei Communes, p. 788.

^)

Medulla

practice

tione,

p.

370. „Nulli virtuti aut perfectioni intellectuali, potest falsam proprie

snbesse

;

si

non a perfectione

numero assensus

virtutum, :

ac

;

et

hac ratione, opinio

perfectionum

intellectus,

falso, et

quia

hoc provenit ab imperfec-

fides

Medulla, p. 369.

humana, excluduntur ex

possunt esse principium

sed fides divina est virtus et perfectio intellectus

potest falsum subesse." ^)

enim intellectus assentiatnr

:

falsi

ergo fidei divinae non

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's

Johannes Maccovius - pagina 339

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Abraham Kuyper Collection | 431 Pagina's