De band des verbonds - pagina 32

28

DE RAAD DES WELBEH AGENS.

III.

DE RAAD DES HEILS. Hem

Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in

vóór de grondlegging der wereld.

Efeze

1

:

4.

Gelijk de Voorzienigheid Gods gemeenlijk onderscheiden wordt in de algemeene en de bijzondere voorzienigheid, al naar gelang dat gehandeld wórdt over het voorzienig bestel van God Almachtig in de natuur of van den Bonds-God Jehovah in de genade, zoo ook onderscheidt men in den Raad des HEEREN tusschen den algemeenen en den btjzonderen Raad, welke laatste dan de Raad des Vredes of des Heils wordt genoemd. In den algemeenen Raad ligt, gelijk wij in ons vorig hoofdstuk zagen, heel het scheppingsplan, bepaaldelijk ten opzichte van het leven der Natuur besloten. Aangaande mensch, engel en dier, kortom, al wat aanzijn heeft, is daarin besteld de tijd des levens, de plaats der woning, en of voorspoed dan wel tegenspoed het lot zou zijn. In den bijzonderen Raad daarentegen, den Raad des heils, ligt de gansche bedeeling der genade vast. Daarin zijn de gedachten Gods bezig met de uitverkoren voorwerpen Zijner bijzondere liefde, aan wie Hij als vaten der barmhartigheid, te voren bereid tot heerlijkheid, Zijn eeuwige gunst wil betoonen. Van dien Raad des heils, des vredes en der behoudenis willen wij hier ietwat nader handelen.

Wij staan voor het machtige feit, dagelijks waar te nemen, HEERE door de uitnemende grootheid Zijner kracht, naar de werking der sterkte Zijner macht, zondaren wederdat de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen