GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 213

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 213

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOD

is,

zoodat

Hij

door Hem.

IS

vóór

EEN EENIG WEZEN.

alle

dingen

is,

en

2

I I

dingen bestaan

alle

Weshalve God Zelf deze gedachte ontwikkelt:

„opdat gij het weet, en Mij gelooft, en verstaat, dat Ik Dezelve ben, dat vóór Mij geen God geformeerd is, en na Mij geen zijn zal. Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij." (Jesaja 43 10, 11.) De bedoeling van :

het woord „eerstheid"

is

zuiver en goed, en de gedachte van

ook in, maar als „zelfwezigheid" een dan is dit het niet minder. Ook moet hier meer aan de gevolgtrekking gedacht worden, dan dat de gedachte zelve tot uitdrukking komt. Daarom wezen wij, in het begin van dit artikel, op de

het

„eenige"

ligt

barbaarsch woord

er

is,

algenoegzaamheid Gods, onzes erachtens het gelukkigst gekozen woord om het éénige van het aanbiddelijk Opperwezen, zij het ook met stamelende klanken, eenigermate positief aan te duiden. Algenoegzaam is het Eeuwige en Volzalige Wezen, en dat kan nimmer van eenig creatuur

gezegd worden, waarvan juist het tegenovergestelde geldt; het is het éénige van den Eéne, die waarlijk God is, te loven en te prijzen tot in der eeuwigheid. Engel noch mensch, dier noch plant, niets wat leeft en adem heeft, kan zonder Gods kracht en hulp leven of bestaan; ja, zelfs de onbezielde stoffelijke wereld, de zon, de maan, de sterren, en alle mineralen van den aardbodem, zijn volstrekt afhankelijk, en kunnen zonder de almogende werking Gods het aanzijn erlangen noch behouden. Diepste afhankelijkheid in

het zijn

zelf,

ontwijfelbare

in het

zóó en niet anders

kenmerk van

behoevend van het

al

oogenblik

eerste

om

zijn,

het vaste en

is

wat nietig schepsel af

is

elk

is.

Hulp-

creatuur,

ontvangen ruimte en tijd, een plaats om op te staan, een kring om zich in te bewegen, de middelen om in het bestaan te volharden. Het is God, en Hij alleen, die den adem, het leven en alle dingen geeft.

bezield of niet bezield,

te

Uit Hem, en door «Hem, en

tot

Hem

zijn alle

dingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 213

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's