GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De band des verbonds - pagina 242

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De band des verbonds - pagina 242

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN DE BEKEERING.

238

openbaar

in

al

zijn

peinzen

en

streven.

Het werd een

averechts denken en een willen van het zondige. Schrift spreekt

De

Heilige

daarom van het verduisterd verstand en van

den verdorven wil. Doch onder dat verduisterd verstand hebben we niet te verstaan eene afwezigheid of gemis van het verstand, maar een vijandig denken. Het denken van den zondaar richt zich tegen God. De Apostel Paulus schrijft daarvan in Rom. 8:7: „Daarom, dat het bedenken des vleesches vijandschap is tegen God want het onderwerpt zich der wet Gods niet, want het kan ook niet." In Efeze 4: 18 staat wel: „Verduisterd in het verstand, vervreemd zijnde van het leven Gods", maar dat verduisterd verstand wordt elders verklaard te zijn een „bedenken van vijandschap tegen God". En met den wil staat het evenzoo. De natuur des menschen is alzoo verdorven, dat zijn wil, in plaats van overeen te stemmen met den wil van God, zich altijd tegen dien wil aankant, en er zich vijandig tegenover stelt. Hij wil, hij is geneigd. God en zijn naaste te haten hij geeft ook uiting aan dien haat, dien afkeer om zich aan 's HEEREN geboden te onderwerpen. „Laat ons Zijne banden breken, en van Zijn juk en touwen ons ontslaan," wordt en is het booze streven. De zondaar wil altijd anders dan God wil, bijstelt zijn wil tegenover dien van God. Onder de zondaars is er niemand rechtvaardig, ze zijn allen afgeweken, en te zamen onnut geworden. Daar is niemand die goed doet, ook niet tot één toe. De toestand van den zondaar is deze, dat hij de zonde wil en doet. Zagen wij tot nu toe, dat Satan in de zonde èn het verstand verduisterde èn den wil ten kwade neigde, laten wij nu verder, gaan met de reeds aangevangen bespreking van het dubbel karakter der zaligmakende bekeering, uitgedrukt door de twee onderscheidene woorden in de grondtaal. ;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's

De band des verbonds - pagina 242

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 336 Pagina's