GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Van de kennisse Gods - pagina 62

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de kennisse Gods - pagina 62

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE OPENBARING GODS.

6o

Godheid het verstand der menschen nimmermeer kan worden uitgewischt.

is

ingegraven, 'twelk

Ja, dat dit vast besef,

weten dat er een God is, een iegelijk van nature aangeboren en inniglijk gelijk als in het merg ingeplant is. " Duidelijk spreekt Calvijn dus uit, dat de ingeschapen Godskennis niet is de klare kennis van God, maar wel een diep innerlijk te

een onuitwischbaar besef, als in het

gevoel,

veerd van God, dat er een

God

wie

is

en

wat Hij

God

is.

merg

maar wel daartoe

doet,

ingegra-

Nooit de kennis zelve

dewijl het een beginsel en zaad der religie

leidende,

is.

Kort zegt ook Voetius, één onzer voornaamste vaderGodgeleerden, dat de natuurlijk ingeschapen kenGods is: „zoodanige indruk, bekwaamheid en gave

landsche nisse

om God

te kennen, dewelke alle menschen van God, een licht en wet der nature, met de nature ingeschapen (Voetius, Catechisatie I, p. 46.) Ook hij dus spreekt het

de ingeschapen kennis niet

dat

is

als is."

uit,

een gereede of ontwik-

maar wel een onuitroeibare indruk in het binnenste der ziel, dat God er is, en voorts eene bekwaamheid

kelde

kennis,

en geschiktheid in de menschelijke natuur zelve

om God

te

kunnen kennen, zoodat, als God zich openbaart, die openbaring niet vreemd voor den mensch is, maar zich aansluit aan

zijn natuurlijke geestelijke behoefte, nooit

maar een

natuurlijk, een vanzelf

sprekend

een onnatuurlijk, iets

voor

hem

is.

Uit deze citaten blijkt wel, dat het woord kennis in de uitdrukking „ingeschapen Godskennisse" aanleiding tot misverstand geven kan, want dat daarbij allerminst aan kennis, in den gewonen zin des woords, gedacht wordt. De naam gevoelen der Godheid (sensus divinitatis), een zaad der religie (semen religionis) drukt metterdaad op veel betere wijze de

zaak

uit,

want het houdt

hij

is,

het gevoelt,

dat gevoel uit zijn i s.

in,

dat de mensch van nature,

geen macht ter wereld kan wegnemen, dat er een God Het antwoord van Calvijn aan hen die beweren dat de

zooals

ziel

zoodat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's

Van de kennisse Gods - pagina 62

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Abraham Kuyper Collection | 394 Pagina's