Van de kennisse Gods - pagina 237

ANTHROPOMORPHISMEN.

ziel

hoort,

ziet

en spreekt, en zulks door middel van het

oog en mond.

lichamelijk oor,

Nu

235

de vraag, of het niet mogelijk is, zonder die uitwendige lichaamsdeelen te hooren, te zien, te spreken. Als wij letten op een verschijnsel als in het hypnotisme rijst

wordt waargenomen, dan zien wij zeer duidelijk, dat allerlei werkingen, die anders door middel van lichamelijke organen plaats grijpen of tot stand komen, daarbij onmiddellijk geschieden. In elk geval valt te constateeren, dat een geest, spreken enz. zonder gebruik te maken van eenige lichamelijke organen, rijker is en hooger staat dan een ziel, die daaraan wel is gebonden. God is de Geest die

kan hooren,

zien,

vermag zonder instrumenteel orgaan. Des menschen naar Gods beeld geschapen, en vermag deswege tot

die alles ziel is

zoo rijke

en

heerlijke

actie

te

komen. Edoch,

dit is

het

de mensch, in zijn zieleleven, niets kan of vermag zonder hulp van het lichaam, en dat de volzalige God, het Eeuwige Wezen, dat louter Geest is, kan zien, kan hooren en kan spreken, zonder oogen, zonder ooren, zonder mond. Wat al deze werkingen aangaat, zoo belijden wij, dat deze in God oorspronkelijk zijn, en afgeleid in den

verschil,

mensch.

dat

God de Heere

en de mensch

volbrengt deze acties onmiddellijk,

middellijk.

Daarom verwezen

wij hierboven naar het

bekende

tekst-

woord: „Zou Hij, die het oor plant, (zonder oor) niet hooren ? Zou Hij, die het oog formeert, (zonder oog) niet aanschouwen?" Zoodoende worden de Anthropomorphismen en de Anthropopathismen eerst recht en ten volle verstaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen