De band des verbonds - pagina 222

VAN HET GELOOF.

2l8

XII.

HET GELOOF EN DE SACRAMENTEN. Want

ik

weet,

Wien

ben verzekerd, pand, dien

bij

dat

Hem

en ik

ik geloofd heb,

Hij

machtig

weggelegd,

te

is,

mijn

bewaren

tot

dag.

n Wij wenschen nog een slotwoord toe

te

Tim.

I

:

12.

voegen aan onze

artikelen die van het geloof handelden. Zooals duidelijk bleek,

hebben wij ons daarbij geheel gehouden aan de voorstelling van den Heidelbergschen Catechismus, die het zaligmakend geloof beschouwt als bestaande uit twee deelen, n.1. uit een stellig

weten èn een vast vertrouwen.

Wij hebben ook gezien, dat over dat vast vertrouwen eenig verschil van gevoelen is, hoedanig dat moet opge-

Comrie verstond het als een vast vertrouwen, de schenking, d. w. z. de aanbieding des heils, in het algemeen gedaan, persoonlijk had plaats gehad. Maar wij lazen, dat Olevianus zeer bijzonder dacht aan de schenking van den beloofden Christus, volgens gedane beloften, en, in het Schatboek, dat Ursinus meer doelde op de vrijmoedige toeëigening der genade. vat worden. dat

Thans wenschen wij dit onderzoek te besluiten met nog wijzen op de werking van het Sacrament ten opzichte van het geloofsleven. Alvorens daartoe over te gaan, deelen wij nog mede het gevoelen zoo van Calvijn als van VOETius over het geloofsvertrouwen. Calvijn geeft bij de behandeling van Efeze 3: 12: „in Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen