GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

DE GESCHIEDSCHRIJVING BETREFFENDE DE NEDERLANDSE ZENDING IN DE NEGENTIENDE EEUW

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dit documentatieartikel wordt allereerst een zo volledig mogelijk overzicht geboden van wat tot heden over het in de titel genoemde onderwerp werd gepubliceerd, in algemene werken en detailstudies. Vervolgens wordt een poging ondernomen suggesties te leveren voor verdere studie van meer synthetische en evaluerende aard.

I. Overzicht van de stand tot op heden

1. Algemene beschrijving

a, Overzichten in de negentiende eeuw

Deze zijn van populaire aard, vooral informatief en opwekkend bedoeld, over het algemeen zeer beknopt in hun berichtgeving, en weinig, zo in het geheel niet, kritisch in hun presentatie. Veelal wordt de Nederlandse zending behandeld in het ruimer kader van de protestantse wereldzending.

Genoemd mogen worden, chronologisch:

Karei Gützlaff, Geschiedenis der uitbreiding van Christus Koningrijk op aardet . . . inzonderheid m.b.t. de Zendelingen en Zendeling-Genootschappen; (Rotterdam, 1828), Geschreven op 23-jarige leeftijd, voor zijn vertrek naar de Oost (Java—China). In deel I over Suniatra, Java en de Specerijeilanden, 65 blz,

K.C.G, Schmidt, Ië zegepraal des Christendoms. Geschiedenis van de invoering en uitbreiding des Evangelies door de Zendingens uit het Hoogduitsch, vert. ds. R.P. Verbeek (Utrecht, 1846). Slechts 5 van de 500 blz. over de Sunda-ei-land en en de Mo-

lukken.

A. Rutgers van der Loeff, Handboek voor de vrienden der zendingszaak (Leiden, 1851), Naar het Hoogduitsch (Calw, 1846), zie volgende titel. Over de Indische Archipel: par. 115-122.

Pfr. Blumhardt, Handbuch der Missionsgesohiahte und Missionsgeographie (Calw-Stuttgart, 1863 3 ), II, Der Indische Archipel, par. 169-184, 66 S. Vgl. A Rutgers van der Loeff, hierboven.

De voorts sinds de negentiende eeuw tot heden in het Duits, Engels en Frans verschenen algemene handboeken voor de wereldzendingsgeschiedenis bevatten uiteraard slechts een korte schets van de Nederlandse zending. Zo bijv. G. Warneck, Abriss einer C-eschichte der protestantischen Missionen (Berlin, 1913 1 450-460, en K.S. Latourette, A History of the Expansion of Christianity (New York - London, 1943) Vol. V, 275-295.

Afzonderlijk dient vermeld te worden de uitvoeriger geschiedschrijving, getiteld:

G.E. Burkhardt, Die Evangelische Mission im Indischen Archipel (Bielefeld-Leipzig, 1880 ) 291 S.

Voorts noemen wij nog de Nederlandse uitgaven: R. van Eek, De zendingswerkzaamheid der 19de eeuw in Oost-Indië (Utrecht, 1877).

Lezing voor de studenten-zendingsvereniging "Eltheto", 56 blz.

S.K. Thoden van Velzen, Kom over en help ons, Roepstem der Heidenen tot de Christenen in Nederland (eerste druk, Leeuwarden, J85J) 118 blz, ; (tweede geheel herziene druk, Leeuwarden, 1887) 503 blz. Op uitnodiging vanwege de Afd. Friesland van het Ned, Zend. Gen. Over Ned. Oost-Indië:204-275, met voetnoten.

L. Tiemersma, De geschiedenis der Zendings Nieuwe

Geschiedenis, Ilde afd., Van de oprichting der Zendingsgenootschappen tot op onzen tijd, 1793-1892 (Ermelo, 1894).

Over de Nederlandse zending slechts 22 blz.

b. Overzichten na 1900

H, Dijkstra, Het Evangelie in onze Oost. De Protestantsche Zending in het tegenwoordige Ned. Indië van de eerste vestiging tot op onzen tijd. Deel I (Leiden, 1900 2 ): hoofdstuk V: "Het optreden der Zendingsgenootschappen", 136-183. Vooral over ontstaan en ontwikkeling van het Ned. Zend. Gen. en de scheuring en versplintering in de tweede helft van de negentiende eeuw. Deel II, (Leiden, 1901 2 ) : De Molukken (inbegrepen Nieuw-Guinea), 188 blz.

S. Coolsma, De Zendingseeuw voor Nederlandsch Oost-Indië (Utrecht, 1901), 892 blz. Tot op heden het meest omvattende totaal-overzicht in de vorm van een, uitsluitend kroniekmatige, behandeling van de zendingsarbeid te velde, .ingedeeld naar eilanden, zendingsterreinen en daar werkende corporaties, met zeer veel zakelijke gegevens. Deze stortvloed van details bood en biedt gemakkelijk gelegenheid vele kleine onnauwkeurigheden of grotere fouten in de tekst aan te wijzen. Een kritische bespreking vindt men bij J. Wiersma "Zending. Kantteekeningen op het boek van S. Coolsma 'De Zendingseeuw voor N.O.I.'", Teekenen des Tijds, jrg. 5, afd. 6 (1903) 24 blz. Het voornaamste bezwaar blijft wel, dat algemene achtergronden, principes * beleidsvragen, enz. niet ter sprake komen.

Handleiding voor de beoefening der zendingsgeschiedenis, uitgave van de Commissie voor de Zending in het Ned. Jongelings-Verbond (±1908) 2 delen, 219 + 152 blz. Bundeling van een reeks artikelen over

alle Nederlandse zendingscorporaties, geschreven door zendeling-kwekelingen.

Hedendaagsche Zending in onze Oost, uitgave Ned. Studenten-Zendings-Bond (Hoenderloo, 1909) 267 blz. Algemeen studiehandboek betreffende alle in Ned. Oost-Indië werkende zendingscorporaties.

A.A, Kleyn, Kort overzicht van de geschiedenis der Zending in Oost-en West-Indie (Rotterdam, 1914 2 ). Summier handboekje voor zendingskringen.

De Zending in Oost en West. Verleden en Heden, 2 delen ('s Gravenhage-Hoenderloo, 1934, 1943) uitgave Zendingsstudie-Raad, red. H.D.J. Boissevain. Sterk uitgebreide en vernieuwde uitgave van Hedendaagsche Zending in onze Oost (zie boven).

Handboek van (en door) alle zendingscorporaties, met elks geschiedenis van ontstaan, ontwikkeling en arbeid. Dit werk biedt nog steeds het uitvoerigst algemeen overzicht.

Th, Müller-Krüger, Der Protestantismus in Indonesien. Geschichte und Gegenwart (Stuttgart, 1968). Momenteel de best verantwoorde recente algemene, en uiteraard dus nog beknopte, presentatie van o.m. de Nederlandse zending in Indonesië, o.m. in de negentiende eeuw.

2. De afzonderlijke corporaties

In bovengenoemd werk De Zending in Oost en West vindt men de bronvermeldingen en literatuuropgaven inzake de afzonderlijke zendingscorporaties, t.w. in deel I (dus tot 1934) betreffende: het Nederlandse Zendeling-Genootschap, de Doopsgezinde Zending, de Salatiga Zending en het Java-Comité; en in deel II (tot 1943): de Nederlandse Zendings-Vereniging, de Utrechtse Zendings-Vereniging, de Zending der Gereformeerde Kerken in Nederland, het

Sangi-en Talaud-Comité, het Nederlands Luthers Genootschap voor In-en Uitwendige Zending, de Zending der Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, de Zending der Protestantse Kerk in Ned.-Indië, en het Zendingsgenootschap van de Evangelische Broedergemeente.

N.B. Het valt op dat de Vereeniging tot Uitbreiding van het Evangelie in Egypte (sinds 1886) ontbreekt. Aparte vermelding verdient hierbij de verwijzing naar de hoofdstukken over de negentiende eeuw in de deeltjes van de serie Onze Zendingsvelden,

uitgegeven door de Zendingsstudie-Raad, die behandelen: Posso (1919), Nieuw Guinea (1919), West - Java (1922), Sangi en Talaud (1938), Midden-Java (1939 2 ), Oost-Java (1939) en Soemba (19492).

Na 1934, resp. 1943 verscheen nog een aantal publicaties, die geheel of gedeeltelijk handelen over de negentiende eeuw. Wij noemen daarvan:

Ned. Zende ling-Genootschap

J.Bonesehansker, De uitbreiding van Jezus' Koninkrijk. Zendingsmotieven en doeleinden van de oprichting en eerste arbeid van het N.Z.G., doctoraalscriptie (Groningen, 1975).

Enklaar, I.H. "Motive und Zielsetzungen der neueren niederlandischen Hission in ihrer Anfangsperiode". Ned. Archief voor Kerkgeschiedenis (1977 ? ).

P, N. Eoltrop, Tussen Piëtisme en Réveil. Het "Deutsche Christentumsgesellschaft" in Nederland3 1784-1833 (Amsterdam, 1975), hoofdstuk V: "Het gezelschap en de zending", 151-200.

Ph. van Akkeren, Sri and Christ, A Study of the Indigenous Church in East-Java (London, 1970).

J. Kruyt, Het zendingsveld Posso3 geschiedenis van een konfrontatie (Kampen, 1970). De beginfase nog einde negentiende eeuw.

Utrechtse Zendings-Vereniging (Nieuw-Guinea)

F.C. Kamma, "Dit wonderlijke werk". Bet probleem van de communicatie tussen oost en west, gebaseerd op de ervaringen in het zendingswerk op Nieuw-Guinea (Irian Jaya), 1855-1972 (Alphen a/d Rijn, 1976).

Protestantse Kerk in Ned. Indië

C.W.Th, van Boetzelaer van Asperen en Dubbeldam, De Protestantsche Kerk in Nederlandsch-Indië ('s-Gravenhage, 1947), hfdst. 8-11.

Sj. Runia, Momenten uit de geschiedenis der kerk in de Minahassa in het begin der 19de eeuw3 scriptie Zendingshogeschool Ned. Herv. Kerk (Oegstgeest, 1965).

J. Slob. De Minahasische Kerk4 een weg naar zelfstandigheid. De geschiedenis van kerk en zending in de Minahasa in de periode van 1870 tot 19343 scriptie Hendrik Kraemer Instituut (Oegstgeest, 1976).

Doopsgezinde Zending

Th. E. Jensma, Doopsgezinde Zending in Indonesië ('s-Gravenhage, 1976).

Christelijke Gereformeerde Zending

J. van der Linden, Die Entstehungsgeschichte der Mission der niederlandischen Reformierten Kirchen. Ein Beitrag zur Geschichte der kirchlichen Mission in Holland (Tübingen, 1934).

Jongeleen, J. "Historisch overzicht van 1834-1927" in Pergilah kamoe! Gaat dan heen! Geschiedenis van de buitenlandse Zending der Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland tot 1959 (Dordrecht, 1960)

Broedergemee'nte

J.M. van der Linde, Het visioen van Herrnhut en het apostolaat der Moravische Broeders in Suriname, 1753-1863 (Paramaribo, 1956).

Remonstrantse Broederschap

F. Rosingh, Remonstrantesme en Zending tussen 1600 en 1900, scriptie Zendingshogeschool Ned. Herv. Kerk (Oegstgeest, 1963).

3. Biografieën

Voor de talrijke kortere en langere levensbeschrijvingen van prominente Nederlandse zendingsfiguren in de negentiende eeuw worde verwezen naar de desbetreffende afdeling van de systematische kaartcatalogus van de bibliotheek van het Hendrik Kraemer Instituut, Zendingshuis, Oegstgeest, waarin de, in het algemeen populaire publicaties over alle belangrijke personen, in alfabetische volgorde van hun namen, staan vermeld.

De serie Lichtstralen op den Akker der Wereldy verschenen vanaf 1895 tot 1955, bevat een 25-tal biografieën over zendingsmensen uit Nederland in de negentiende eeuw. Voorts vormden biografieën steeds aanlokkelijke lectuur in vele bundels zendingsverhalen, zoals De Kruisvlag in top3 2 delen (Zwolle, 1926, 1932); Pioniers van Christus (Kampen, 1950); Zij gingen vooraan3 (Amsterdam, 1955); De Kerk op mars (Den Haag, 1968) enz. Dit alles is echter slechts presentatie uit de derde hand.

Uit recente tijd dateren de uit de oorspronkelijke bronnen bewerkte monografieën over twee figuren uit de aanvangsperiode van de Nederlandse zending in de negentiende eeuw, t.w, :

I.H. Enklaar, De levensgeschiedenis van Joh. Th. van der stichter van het N.Z.G. (Wageningen, Kemps 1972) en

Idem, Joseph Kam. "Apostel der Molukken" ('s-Gravenhage, 1963).

4. Vindplaatsen der vermelde literatuur

De rijkste en gemakkelijkst toegankelijke collectie betreffende het onderhavige onderwerp bevat de bibliotheek van het Hendrik Kraemer Instituut, Zendingshuis, Oegstgeest, zowel voor de genoemde boekwerken, als voor alle tijdschriften van en aangaande het betrokken tijdvak. Vele werken zullen ook te vinden zijn in de bibliotheken van de Rijksuniversiteiten en die van de Universiteit van Amsterdam, veelal in de afdeling Kerkelijke Bibliotheek, de bibliotheek van de Vrije Universiteit te Amsterdam, en die van de Theologische Hogescholen te Kampen en Apeldoorn.

II. Suggesties voor verdere studieprojekten

Uit bovenstaand overzicht mag wel de conclusie worden getrokken, dat er nog geen wetenschappelijk verantwoorde, samenvattende en evaluerende "geschiedenis van de Nederlandse zending in de negentiende eeuw" bestaat. Ook het beperkte aantal monografieën over bepaalde personen of deelonderwerpen is nog zeer voor uitbreiding vatbaar, terwijl toch primair en secundair bronnenmateriaal in ruime mate in de archieven (notulen, jaarverslagen, acta van synodes en congressen, redevoeringen, correspondentiebundels, journalen, enz.) en bibliotheken (de series jaargangen van de vele zendingstijdschriften !) voorhanden ligt.

Mij dunkt dat vooral behoefte bestaat aan een algemeen werk, dat poogt een "balans van beleid" te geven, een comprehensieve en beoordelende studie betreffende gans het complexe geheel van de Nederlandse zending in de negentiende eeuw.

Verre van enige volledigheid te pretenderen zou ik voorlopig de volgende reeks losse onderwerpen onder

de aandacht willen brengen, die in een dergelijke studie behandeld zouden moeten worden. Het concipiëren van een duidelijk geordend, goed afgewogenj alle belangrijke aspecten rechtdoend, afgerond ontwerp is een latere zaak. Een aantal van deze onderwerpen zou ook als studieprojekt voor afzonderlijke monografieën kunnen gelden.

1. De opleving van de zendingsvisie en - actie in het algemeen, vond 1800. Theologische, psychologische, sociale e.a, factoren. Stimulansen uit het buitenland, In voorbereiding is de studie van J. Boneschansker, Een onderzoek naar de plaats en betekenis van het Nederl, Zendeling-Genootschap in Nederland gedurende de Franse tijd.

D e e ^9 en identiteit en organisatievorm der zendingscorporaties. Een beschrijvend en vergelijkend exposé van elks achtergronden, ontstaansgeschiedenis, geestelijke en sociale bindingen, karakteristiek, methodiek, enz,

relatie tussen zending en kerk. Genootschappelijke contra kerkelijke zending,

4. De relatie tussen zending en Réveil. Groen van Prinsterer, Heldring, enz.

5. De crisis in en rondom het N.Z.G., in het midden van de eeuw, en de daaruit voortvloeiende proliferatie van zendingsverenigingen. Vgl. nr. 2.

6. De zending en de overheid. In Nederland en overzee. O.m. het toelatingsbeleid der koloniale regering, en in het algemeen: zending en kolonialisme.

7. De zending en het Ned, Bijbelgenootschap (bijbelvertalingen) .

8 ' De zending en Israël. De toenmalige Zending onder de Joden.

9. De "Egypte-Zending" Zie onder I, 2.

10. Het zendingsdenken

a. De beoefemng van de zendingswetenschap in het Hoger Onderwijs.

De volgende titels verdienen de aandacht:0, G. Myklebust, The Study of Missions in Theologioal Education (Oslo, 1955) deel I; inzake Nederland:108-110 (1800-1867) en 311-315 (1867-1910); E.H. Lasonder, De geschiedenis der Zending, een belangrijk onderdeel der christelijke theologie. Inaugurele rede, (Utrecht, 1878); F.E. Daubanton, Prolegomena van Protestantsche Zendingswetenschap (Utrecht, 1911), De zëndingstheologische discussie in de negentiende eeuw neemt hierin nog een ruime plaats in.

b. Principiële discussie in de zendingskringen. Zie o.m, : J.C, Neurdenburg, Proeve eener Handleiding bij het bespreken der zendingswetenschap (Rotterdam, 1879), en de discussie in Nederland inzake de kritische werken van E.L. Langhans,

Pietismus und Christenthum im Spiegel der ausseren Mission (Leipzig, 1864) en Ernst Buss, Die christliche Mission. Ihre prinzipielle Berechtigung und praktische Durchfükrung (Leiden, 1876).

In het bijzonder interessant is het vele materiaal, in tal van brochures, redevoeringen en preken in gedrukte vorm bewaard gebleven, over de kernvraag van de rechtvaardiging van de gehele "zendingszaak". Een boeiend dissertatieonderwerp zou wezen: Het goed recht der zending3 betwist en verdedigd in Nederland in de negentiende eeuw. Een uit deze probleemstelling vanzelf tevoorschijn springend,

anders geformuleerd onderwerp is: Principiële motieven en doelstellingen van de Nederlandse zending in de negentiende eeuw. In dit verband worde voor de bezinning op de zendingsbeginselen in de kringen van de Doleantie verwezen naar D. Pol, Midden-Java ten Zuiden (Hoenderloo, 1939) hoofdstuk VIII. Een uitvoeriger studie hierover, rond de "zendingssynode" van Middelburg 1896, ware gewenst.

Voorts roept om afzonderlijke studies het cruciale onderwerp van de stellingname en houding van de Nederlandse zending in haar ontmoeting met de buitenchristelijke religies, vooral de stamreligies en de Islam in het bijzonder, en de consequenties daarvan in haar zendingsmethodiek.

Eveneens is een onderzoek gewenst naar de bijdrage van de zendingsarbeiders op het terrein van de linguistiek, ethnologie en sociologie.

H* zendingshandelen overzee

De verschillende praktische beleidslijnen t.a.v. de gebruikte methodes. Een monografie over O.G.

Heldring en zijn zendeling-werklieden. De plaats van zijn ideeën en praktijk in het kader van de visie op een 'part-time ministry' zou ook een belangrijke bijdrage betekenen voor de hedendaagse, mrbtsproblematiek. De. middelen en wegen van de arbeid op het veld: prediking, bijbel-en lectuurverspreiding, onderwijs, medische zorg, sociaal dienstbetoon, economische projekten. Gemeenteopbouw, opleiding inheemse krachten, enz.: een abundantie van stof, maar het gaat om de basisvisie en het beleid.

12. Iè zendingsarbeiders Hun opleiding (zendingsscholen en - huizen); hun status (al of niet ordening tot kerkelijke ambtsdragers); hun taken en verantwoordelijkheden: hun gezinsomstandigheden; hun relatie tot hun Besturen, enz.

“Leken" als vrijwillige zendingsarbeiders: Emde, Coolen, mr. Anthing, mevr. Philips, e.a.

13. Propaganda en publiciteit. Een beredeneerd overzicht is gewenst betreffende de vele aktiviteiten in het binnenland, zoals:

a. de (maandelijkse) bidstonden, de speciale zendingsdiensten, - feesten, - conferenties, en verdere methoden van propaganda langs kerkelijke en particuliere wegen,

b. de gedrukte uitgaven van zendingstijdschriften, - preken, - brochures, - tractaatjes, enz.

c. als onderwerp voor een aparte studie (scriptie of artikel) zou interessant zijn: Het Studentenzending sgezelsahap "Eltheto", gesticht te Utrecht 1846, na het halve eeuwfeest uitgegroeid tot de N.C.S.V.

14. Buitenlandse relaties. De verbindingslijnen met andere zendingsinstanties, in Europa en Amerika.

Slotopmerkingen

a. Het is duidelijk dat de in dit artikel gebezigde benadering van de Nederlandse zendingsgeschiedschrijving betreffende de negentiende eeuw nog geheel haar uitgangspunt heeft - hoe kan het voor het betrokken tijdvak ook anders ? - in de visie en activiteit van een deel van de westerse christenheid. De ontvangende partij kon uiteraard nog niet aan het woord komen; hoezeer het juist om haar ging, zij bleef nog objekt van alle arbeid. Wij handelden dus over een brok Nederlandse kerkgeschiedenis ,

In dit verband moge onder de aandacht worden gebracht, dat in Indonesië thans bezig is een serie te verschijnen, getiteld Benih yang tumbuh (Het

wassende zaad), uitgegeven door het Onderzoek-en Studie-Instituut van de Raad van Kerken. Dit is een totaal-overzicht van alle aangesloten kerken, waartoe een jaren vergend enquête-projekt is uitgevoerd. Elke kerk ziet daarin ook terug op haar eigen wordingsgeschiedenis. Voor zover die teruggaat op de negentiende eeuw, dienden de samenstellers te refereren aan de gedrukte Nederlandse bronnen. Min of meer is hun presentatie van de stof toch een stuk genuien Indonesische kerkgeschiedenis geworden,

b. Ter informatie diene, dat in 1974 door het Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumenica, afd, Missiologie te Leiden een Commissie Missionaire Geschiedschrijving is ingesteld. Deze zorgt voor coördinatie, adviezen en eventuele begeleiding voor allen die zich met het beoefenen van de zendingshistoriografie bezig houden.

dec. 1976

Dr. Ido H. Enklaar

Oegstgeest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1977

DNK | 85 Pagina's

DE GESCHIEDSCHRIJVING BETREFFENDE DE NEDERLANDSE ZENDING IN DE NEGENTIENDE EEUW

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 1977

DNK | 85 Pagina's