GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEKBESPREKINGEN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

O. Noordmans, Verzamelde Werken III: Ontmoetingen. De actualiteit der historie. Uitg. J. H. Kok, Kampen 1981. 703 blz. f 82, - .

De bewerkers hebben recht op respect en dankbaarheid, nu alweer een Noordmans-bundel verscheen. Ditmaal zijn verzameld studies over Augustinus, de negentiende eeuwse Nederlandse theologie en de dialectische theologie. De stof is verzameld uit verspreide geschriften en voorzien van toelichtingen waarin naast de aantekeningen van Noordmans zelf ook eigen accuraat commentaar door de anonieme redactie verwerkt werd; achterin is een preciese verantwoording opgenomen van tekstwijzigingen. Er komt slechts een enkele schoonheidsfout voor, als 'de honderdste geboortedag' (blz. 274, noot 3).

Dit derde deel van de Verzamelde Werken is een prachtig boek geworden. Wie schrijft eens een artikel over Noordmans als stilist? Hier kan men ervaren hóe mooi theologie is. De schrijver neemt u mee naar zijn rijk voorziene studeerkamer en doceert daar, hij trekt met u door de wereld en is gids bij het aanschouwen van Schepping en Herschepping, hij strooit de in de akker gevonden schatten rond.

Aan de kerk-en dogmengeschiedenis van de negentiende eeuw zijn de bladzijden 263 tot 504, of eigenlijk 526, gewijd. Noordmans vertelt en verklaart, geleerd en origineel. Een enkele maal slechts is hij niet duidelijk: is de 'hem' van blz. 307 (midden) nu De Clercq of Kohlbrugge? Wel moet men soms twee of meer keer lezen om alle flonkering te zien. Dat is welbestede tijd. Het is goed dat enkele lezingen over de ethische theologie, die alleen in manuscript bewaard waren, nu gedrukt zijn. Zij zijn van hoog niveau.

Twee negentiende eeuwse theologen genoten Noordmans' voorkeur: J. H. Gunning Jr en H. F. Kohlbrugge. Hij heeft zich kennelijk in hen beiden, afzonderlijk en samen, herkend. Zij waren universele geleerden - filosoof, filoloog - , maar wilden niet anders dan theologen zijn van de studeerkamer, de pastorale praktijk en de preekstoel; steeds in gesprek met kerkvaders en reformatoren. Gunning wordt beschreven als de oecumenische, gereformeerde, bevindelijke godgeleerde, trouw aan de volkskerk (hetgeen iets anders is dan de massakerk), nooit bezweken voor de verleiding van separatie, uitziende naar de Toekomst des Heren. Kohlbrugge is de dynamicus die de kunst van 'stilzitten' kende - dat is een citaat uit het Dagboek van De Clercq - , theoloog van de Vleeswording des Woords en van onze Vleselijkheid', streng in de goede zin van het woord, geworteld in Evangelie en Thora, gekeerd tegen de eigenwilligheid van scheuringen, inconsequent zelf predikant van een afgescheiden gemeente. Wij zien onder leiding van Noordmans lijnen van Augustinus naar Gunning, van deze naar Kohlbrugge, van de laatste naar Barth en Brunner.

Vele anderen komen in de processie mee, buitenlanders als Schleiermacher, Newman, Rothe en Nederlanders als D. Chantepie de la Saussaye en A. Pierson. Het register van namen, achter in het boek, omvat negen bladzijden. Het is een schatkamer voor dogmenhistorici en voor hen niet alleen.

P. L. Schram

Drs. K. Exalto, Ds. W. van Gorsel, Ds. H. Harkema, Zij die bleven. Schetsen over leven en werk van acht predikanten die niet met de Afscheiding meegingen. Uitgeverij G. F. Callenbach bv. Nijkerk (1981), 143 bldz. f 23, 50.

Deze schetsen zijn op één na reeds eerder verschenen in het weekblad De Waarheidsvriend; gecorrigeerd en aangevuld zijn ze nu gebundeld. Behandeld worden N. Schotsman en D. Molenaar (door Exalto), J. J. Ie Roy, D. A. Detmar en A. P. A. du Cloux (door Van Gorsel), B. Moorrees, C. C. Callenbach en J. J. Knap sr (door Harkema). Van Gorsel schreef een korte inleiding. De drie auteurs spreken de wens uit, dat 'allen die in de kerk der vaderen zijn gebleven en soms op moeilijke posten staan, erdoor zullen worden versterkt en bemoedigd'. Hoe dit precies is bedoeld, wordt niet uitgewerkt, wel is het duidelijk dat het schrijven van deze schetsen wordt gedragen door de gedachte, dat er tussen het predikant zijn in de Hervormde Kerk heden ten dage en het aanhangen van de gereformeerde leer een zekere spanning bestaat. Dit zij zo - , het plan om bijzondere aandacht te schenken aan een aantal predikanten die ondanks hun sympathie voor de idealen van De Cock en de zijnen, niet met hen zijn meegegaan, maar in de kerk der vaderen wilden blijven, verdient alle waardering. Het zijn vooral de preken van de genoemde acht, die in deze schetsen aandacht krijgen. Een enkele opmerking: Wat bij weekbladartikeltjes zo zwaar niet weegt, maar wel als de stof uitgebreid en gecorrigeerd in boekvorm wordt aangeboden, is het ontbreken van een wetenschappelijke verantwoording. Slechts hier en daar worden ons de vindplaatsen van de (zeer vele) citaten in de diverse schetsen meegedeeld. De opgave van enige oriënterende literatuur zou zeker op zijn plaats geweest zijn. Een inleiding betreffende de geschiedenis van de afscheiding had de biografische schetsen kunnen ontlasten van allerlei mededelingen over de gebeurtenissen en omstandigheden, die nu her en der verspreid door het boek te vinden zijn. Had ook niet een poging gewaagd moeten worden, de motieven om in de kerk te blijven, aan het slot nog eens samen te vatten? En was het alleen een kwestie van motieven? Is er na anderhalve eeuw ook niet een en ander blootgelegd van de factoren die hier wel en daar niet een afscheiding mogelijk maakten, c.q. stimuleerden? Opvallend is het gemak, waarmee zij, die niet tot de gereformeerde gezindte worden gerekend, vrijzinnigen, liberalen, aanhangers van de verlichting, worden behandeld op een nogal ongenuanceerde manier, en dat wordt nog in de hand gewerkt door de populaire toon die in deze schetsen wordt gebruikt, soms in bepaald irriterende vorm (kinderlijk en hinderlijk is ook het gebruik van de tegenwoordige tijd in een historisch verhaal). De geschiedenis wordt daardoor geweld aangedaan, men vergelijke de manier waarop Exalto in de schets over Schotsman (het is me overigens duister gebleven, waarom ook hij in het boek is opgenomen) de periode 1795-1813 behandelt. Hier en daar wordt de situatie van onze tijd ter sprake gebracht in de mening, dat de gevaren en de zonden waartegen deze predikanten waarschuwden ook nu nog het volk Gods bedreigen; als bijvoorbeeld van Schotsman wordt geciteerd, dat men in zijn tijd 't hoofd van 'schikking' en 'verbroedering' vol had, merkt Exalto op: 'wij zouden thans zeggen: van de oecumene!' (p. 29). Hierdoor wordt onwillekeurig in de hand gewerkt, dat alleen een bepaald deel van geïnteresseerden deze schetsen waarderen zal.

A. de Groot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

DNK | 45 Pagina's

BOEKBESPREKINGEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1982

DNK | 45 Pagina's