Kerkenorde en Organisatie.

Van meer dan ééne zijde vraagt men, hoe ter wereld we toch ^r2> dingen onderscheiden kunnen; i". Belijdenis, 2". Kerkenorde, en 30. Organisatie.

Immers, zoo zegt men, de organisatie „ligt juist in de kerkenorde, en deze twee 'zijn alzoo één.

hierop lijt in deze stel­ Ons antwoord lingen:

i". De kerk is een organisme, geen door menschen in elkander gezet mechaniek.

2». Deze organisch bestaande kerk kan uit dien hoofde wel geïnstitueerd worden, maar nooit georganiseerd. Ze kan & tn orde beschrijven, die haar kerkelijk leven regelt, nooit eene organisatie.

3". Derhalve kan een plaatselijke kerk, of ook al de kerken van een land, of van een werelddeel of van de wereld saam, nooit naar Gods Woord een organisatie ontvangen, en mogen ze niets anders hebben dan een Belijdenis en een Kerkenorde.

40. Daarentegen naar het collegiaal-moderne kerkbegrip is de kerk geen organisme, uit Gods hand voortgekomen, maar moet ze eerst door menschenhand opzettelijk ^^organiseerd. Ze kan dan desnoods buiten een Belijdenis, maar nooit buiten een organisatie, daar ze immers alleen door en krachtens deze organisatie bestaat.

5". Kent dus de Christelijke kerk alleen Belijdenis en Kerkenorde en geen Organisatie; en daarentegen de modern-collegiale kerk alleen een Organisatie, met desnoods een Belijdenis op den achtergrond; toch is ook het geval denkbaar, dat een wezenlijke Christelijke kerk, bij vergissing en door misverstand, zich een Organisatie bij haar Belijdenis en haar Kerkenorde neemt.

6". Dit laatste deden de Christelijke Gereformeerde kerken ten onzent, die zeer goed en uitnemend liepen, van 1834—1869, toen ze wisten organisch te zijn, en dies alleen een Belijdenis en een kerkenorde bezaten, maar in 1869, te kwader ure, er een Reglement bij namen, en dus (want dit kon niet anders) in dit Reglementeene Organisatie.

7". Elke Organisatie nu heeft altoos dit eigenaardige, dat bij mogelijken strijd tusschen haar en de Belijdenis en de Kerkenorde, zij het altoos wint. En dat wel vooreerst, omdat reeds vanzelf een Organisatie uaast een Kerkenorde ongerijmd is en deze dus wel moet verdwijnen; maar veel erger nog, omdat de Christelijke Gereformeerde kerk in 1869 uitdrukkelijk in haar Reglement bepaald heeft, dat de Kerkeno.de van Dordt slechts voor zooverre zou gelden als oirbair bleek.

Ter betere oriënteering zullen we dit Reglement een volgend maal eens afdrukken.

Thans ontbreekt er ruimte voor.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen