GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Welluidend en lieflijk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welluidend en lieflijk

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welluidend en lieflijk klinkt de toon van het broederhart u tegen, in wat de kerkeraad der Chr. Geréf. Gemeente te Haarlem afdeeling G. O. Gr., aan den kerkeraad der Doleerenden schreef, in antwoord op diens bede om vereeniging.

Het slot vooral is te rchoon en te bezielend gesteld om het niet over te nemen.

»’t Is ons", zoo schrijft deze kerkeraad, »reeds eene ongewone verkwikking de betuiging te ontvangen van uwe hartelijke bereidwilligheid, om op den voet der drie Formulieren van Eenigheid en van beiderzijds aanvaarde kerkenordening op paden van eenheid te gaan wandelen; - 't is ons eene sloffe van ootmoedigen dank aan den Oppersten Herder en Opziener der Gemeente, dat het U, in deze dagen van drieste Christusverguizing en grenzenlooze willekeur omtrent de hoogste belangen onzes volks, gegeven werd, »alle band hoegenaamd ook met het Ned. Herv, Kerkgenootschap, dat in Ï8I6 opgericht werd, voor altoos te verbreken, ziende dat de weg, waarop gij wandeldet, doodliep.”

Hebt gij u terstond gesteld onder de kerkenordening van i6ig, daarmee het prêsbiteriaal-Synodaal kerkverband aanvaardend, zoo moogt gij u overtuigd houden dat wij niet slechts in weelzins", maar in volkomen gelijken toestand verkeeren; wij kennen in ons kerkelijk leven van het begin onzer wording tot op den huldigen dag geen ander dan het presbiteriaal-Synodaal verband en zijn ons niet bewust in leer of leven ooit aanleiding te hebben gegeven tot gegronde verdenking in dezen.

Als gij nu toch spreekt van eene «gemeenschappelijke schuld", dan erkennen wij van harte voor U en den Heere dat we in velen schuldig staan.

Jaren lange miskenning van Broeders, die we in Christus beminden, wreede vervolging door het Herv. Kerkgenootschap met beboeting, inkwartiering en gevangenis mogen verklaren, maar rechtvaardigen in geen opzicht dat ook wij, vooral jegens de broederen, in liefde en waardeering niet altijd waren, die wij behoorden te zijn.

Er is — tot roem van Gods genade worde het erkend! — door de onzen veel met geduld geleden; er is met groote opoffering, biddend en volhardend gestreden, de banier der waarheid steeds hooghoudend; de keuze van Mozes bleek in veler harten diep geworteld te zijn, t> achtende de versmaadheid van Cht istus meerderen rijkdom dan al de sehatten in Egypte

Edoch, werden al de Gereformeerde beginselen onder de kennelijke leiding des Heeren zuiver gehouden; wij zijn ons ten volle ervan bewust dat het ook in onzen kerkelijken strijd niet altijd was en in ons kerkelijk leven nog niet altijd is naar de reinheid van Gods heiligdom; het beste van ons werk is met zonde besmet; ook op het gebied des kerkelijken levens zijn onze gerechtigheden als een wegwerpelijk kleed.

Verootmoediging voor God betaamt ons allen; moge Hij ons aanzien in den Zoon Zijner liefde en U en ons den troost der verzoening in het bloed des kruises rijkelijk doen genieten.

Onze bede smelt met de uwe samen; n.l., dat al Gods erfvolk in dit goede land vereenigd moge worden onder eenzelfde Bediening des Woords en der Heilige sacramenten: wij worden hierin bemoedigd door de bede van den grooten Hoogepriester, Dien God altijd hoort: Vader, dat ze allen zijn, gelijk Gij in Mij en Ik in U, dat ook zij alzoo in ons één zijn, en met smachtend verlangen zien wij den dag tegemoet waarop het zal zijn: één kudde onder één Herder.

Die eenheid toch, hoezeer bij allen, die den Heere Jezus' Christus in on verderfelijkheid liefhebben, in beginsel aanwezig, ach, hoe zwak en gebrekkig treedt zij naar buiten in 't licht; diep betreuren wij met u de verwijdering tusschen het volk des Heeren, wijl het den Heiligen Geest bedroeven moet.

Daarom grijpen wij met des te meerder dankbaarheid de door U ons geboden broederhand aan en heeten U hartelijk »welkom" op het Gereformeerd terrein.

Vertrouwend dat Gij daarop plaats hebt genomen in de vreeze des Heeren, om niet slechts in naam de Gereformeerde vlag omhoog te heffen, maar om de Gereformeerde beginselen in de mogendheid des Heeren in de praktijk des levens te handhaven, zoo durven wij de verwachting uitspreken dat alle slagboom tusschen U en ons wel vallen zal en de dag der vereeniging niet verre meer is.

In die blijde hope bevelen wij ons. Waarde Broederen, in uwe voorbede aan, terwijl we wederkeerig u aan de genade Gods in onzen Heere Jezus Christus biddend opdragen.”

In deze nobele betuiging ligt het voll snoer van alle overlegging, die in liefde en nederigheid den band der eenheid zoekt, en beseft dat die band geknoopt moet worden.

Toch hoort bij licht ook schaduw, en om ook deze niet te doen ontbreken, volgt in De Bazuin vlak op dit teedere, boeiende en uitlokkende stuk een knarsend, hard, afstootend woord, ingezonden door den heer W. de Haan te Alblasserdam.

Deze heer schrijft:

«Wat zou er worden van de kerk als er nu reeds een vereeniging tot stand kwam met personen, die altijd in een bedorven atmosfeer hebben geleefd, het zou én voor de doleerenden én voor ons een ramp zijn, welker treurige gevolgen niet te overzien zouden wezen.”

Wel lief!

Wij, kerkelijk-ontsmettegescheidenen, wat zullen wij aanhalen met die melaatschen en pestilentieusen, die zoo pas uit hun bedorven atmosfeer komen, in onze blanke gemeenschap toe te laten!

Een quarantaine voor die verdachte Doleerenden !

En als ze dan later blijken, wat uitgestoomd en gedesinfecteerd te zijn, laat dan deze verloren zoon, die nog pas de zwijnen hoedde, zich bij mij, ouderen broeder, die kraak zindelijk in mijn nette huisje woonde, eens aanmelden.

Mits hij dan op de vloermat mijn antwoord wacht, zal er mogelijk een stoel aan mijn tafel voor hem zijn.

Of toch niet!

Neen, dan zou er eerst nog heel iets anders moeten gebeuren. Want hoor maar, deze Doleerenden komen niet alleen als besmette lieden uit een vuile atmosfeer, maar wat erger is, het zijn ook sluwe bedriegers, foppers en om, den tuin leiders. En dat niet, enkele vergeten lieden onder hen, neen maar hun voorlieden. Mannen zooals Dr. Van den Bergh, Mr. Keuohenius, Kuhler, Dr. Kuyper, Jhr. Mr. DeSavornin Lohman en Dr. Rutgers.

Zóo toch ontziet de heer De Haan zich niet te schrijven:

»Ook nu in de samenspreking der doleerenden met onze hoogleeraren blijkt weer hoezeer fijn onze hoogleeraren om den tuin worden geleid. Immers de deputaten van het Synodaal Convent zijn officieele personen, gekozen door de officieele vergadering en mitsdien hebben zij wettige zending, onze hoogleeraren daarentegen zijn niet officieel en zijn dientengevolge in dezen zonder zending gegaan naar "Utrecht om te spreken met personen, die de wettigheid van ons bestaan niet erkennen. Wel weet ik, dat de doleerenden onze afzonderlijke gemeente erkennen, maar niet de Chr. Geref. kerk als een geheel.

Het spijt mij zeer dat onze waarde hoogleeraren niet hebben begrepen dat dit indirekt een slag in ons aangezicht is.”

o, Gewisselijk, een slag in het aangezicht is hier gegeven; niet aan eenig genootschap door wat de deputaten deden, maar wel aan de Christelijke liefde door den heer De Haan.

Of welk kind des Heeren is er, dat het woord uit Haarlem naast dit woord uit Alblasserdam leggende, niet voelt, waar zuiverder de Geest des Heeren HEERKN sprak!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's

Welluidend en lieflijk

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1887

De Heraut | 4 Pagina's