GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In een zeer lezenswaardige

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In een zeer lezenswaardige

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een zeer lezenswaardige brochure heeft de heer Ds. Littooy van Middelburg verslag gedaan van eene samenkomst van mansleden zijner gemeente, waarin de zaak der hereeniging besproken is.

En het daarbij door hem gesprokene én hetgeen voorts op deze samenkomst voorviel, kenmerkte zich door ernst en broederzin.

Ook de brief, ingevolge deze samenkomst aan den doleerenden kerkeraad ten antwoord gezonden, bevat veel dat het hart goed doet. n­ Toch stuit hij, blijkens dezen brief, nog altoos op één niet gering bezwaar; hij kan er namelijk maar niet in komen, dat de ! kerkeraad der Doleerenden de gemeente um op he het cijfer van 12.640 opgeeft.

We verstaan dit bezwaar uitnemend, en wat meer is, we geven toe, dat er in dit cijfer metterdaad iets gewaagds ligt, en dat het alleszins wenschelijk ware, dat men hoe eer hoe beter tot juister cijfer komen kon.

Van den éénen kant is het cijfer te klein. Immers, zoo we de kerk van onzen Heere ezus Christus te Middelburg niet collegiaal opvatten, wat toch ook hij niet zal willen, dan eischt het Sacrament van den heiligen Doop, dat men het oog sla op alle gedoopten, gelijk onze vaderen in de dagen der Reformatie dan ook metterdaad deden. Als een gedoopt persoon, die een tijd ang onder de Roomschen of Lutherschen eefde, zich bij Ds. Littooy aanmeldt, bechouwt hij dezen niet als een ongedoopten eiden, maar als zijnde reeds in het uitwendig erbond door den heiligen Doop opgenoen, onder hoeveel gebrek dan ook, Hij

zou hem anders moeten overdoopen, wat hij niet doet. Was dan ook de kracht maar groot genoeg, dan zou de kerkeraad der Gereformeerden zich tot alle gedoopten hebben te wenden, om ze krachtens hun Doop op te roepen tot belijden, en tot komen aan den heiligen Disch.

Alleen bijkomstige omstandigheden, gemis aan tijd en kracht en wat dies meer zij, verhinderen dat. Maar in elk gevalsta'at een ambtsdrager Christi anders tegenover een tt& is gedoopt persoon dan tegenover een heideti. Op de vraag: „Hoever strekt de gemeente Christi? " zouden dus onze vaderen niet geantwoord hebben: „Over de 12, 640 zielen", maar: „Uitwendigover alle gedoopten." En in zooverre heelt Ds. Littooy volkomen gelijk, dat 12, 640 voor Middelburg altoos een eenigszins willekeiirig cijfer is. Waarom dan dat cijfer genomen wierd.' Hierom.

Een kerk is niet het bestuur, maar er is eerst een kerk, en over die kerk komt een bestuur. Wie dus zich afscheidt van een bestuur, omdat dit onwettig is, scheidt zich daarmee nog niet af van die kerk. Neen, dat lichaam der kerk blijft, maar in plaats van het onwettig bestuur treedt nu voor datzelfde lichaam der kerk een ander bestuur naar den eisch van Gods Woord op. En dit nu, deze belangrijke waarheid, dat bestuur en kerk niet één zijn; dat de kerk onzer vaderen niet aan de Synodalen wordt overgelaten; maar dat in die geërfde kerk een nieuw bestuur optrad, ddt is het alleen wat we, ^X.00%gebrekkig, het is zoo, door dat cijfer van 12, 640 uitdrukken. Gebrekkig, omdat Ds. Littooy zeer terecht opmerkt, dat we hier met vele volwassenen te doen hebben, die openlijk met hun belijdenis hun Doop weerspreken. En even juist is zijn opmerking, dat'men alsdan op deze dient te werken met het Woord en de Tucht.

Dit is volkomen waar. Dat moet de kerkeraad ook, zoowel de kerkeraad waarvan hij praeses is, als de kerkeraad waarin Ds. Klaarhamer voorzit. Men mag die massa niet zoo laten, en eenvoudig nominaal uittrekken.

Alleen, waar is op dit oogenblik de kracht voor zoo groote taak beschikbaar; en zal niet juist de ineensmelting een der eerste middelen zijn, om aan dit ontzaglijk werk de hand te slaan.?

De Doleerenden hebben daarom allereerst, evenals de gescheidenen, zorg gedragen, dat negatief onderscheid door censuur wierd gemaakt, doordat ze niemand aan 's Heeren Disch toelaten, dan die door openlijke verklaring de reformatie eeren dorst. Dit nu is reeds iets. Maar het is niet genoeg. Men moet voort en verder. Wij zoowel als Ds. Littooy en de zijnen. We moeten eerst onze kracht vereenigen, en is dat geschied, dan moet stelselmatig alle ziel gewaarschuwd, elk gezin, dat ons ontvangen wil, niet missionair, maar ambtelijk bezocht, en moet met liefde en barmhartigheid vermaand: »Alsof God doorons bade, laat u met God verzoenen." En zijn eens alle middelen uitgeput, om de dwalenden terecht te brengen en stuit men ten leste op hardnekkigheid, moedwil en spot, ja, dan moet, gelijk hij zegt, de tucht komen, en moeten de zoodanigen afgesneden.

' Slechts ée'n ding mag niet: Men mag niet met de groote schaar opeens allen afsnijden, die nu nog niet met ons zijn. Dat ware geen Christelijke discipline, maar collegiale hardvochtigheid, en die wil ook hij niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's

In een zeer lezenswaardige

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's