GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Over de houding,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de houding,

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over de houding, door het Synodaal Genootschap tegenover de Vrije Universiteit aangenomen, bevat Het Vaandel een lezenswaard artikel.

Het Vaandel had in een vorig artikel beweerd: De Synode draagt er de schuld van, dat zij door haar onvrijzinnig exclusivisme deze spanning in het leven riep. De verklaring trok zeer de aandacht, en daarvan nu zegt Het Vaandel thans:

»Ons entre-filet over bovengenoemde stichting heeft veler aandacht getrokken. O. a. in een tweetal weekbladen werden wij daarover aangevallen en ook van enkele particulieren ontvingen wij de bewijzen, dat men het er niet mede eens was.

De twee weekbladen zijn De Banier en De N. Sprokkelaar. In het eerste komt een schrijven voor; kennelijk van de hand van den heer Ds. V. Veen.

Op zijne insinuaties gaan wij niet in, en zoolang deze predikant, als hij over Gereformeerde stichtingen en toestanden gaat schrijven, blijkbaar reeds vantevoren van de stelling uitgaat, dat alles wat van Gereformeerde zijde komt niet deugt, valt discussie met hem zeer moeilijk. ^

De N. Sprokkelaar wijdt ook een artikel aan ons schrijven en neemt het ons zeer kwalijk, zoo het schijnt, " dat wij hebben durven schrijven, dat de Synode alle voorstellen verwierp die er toe konden leiden, om de deur der Herv. Kerk te openen voor de studenten a. d. Vrije Universiteit.

De N. Spr. schrijft zelfs: Wat hij de Synode verwijt is omvaarl Onwaar is het, dat zij »alle voorstellen" tot het openstellen der kansels in onze Gereformeerde Kerken voor de studenten der V. U. heeft verworpen. Mogen wij den ons onbekenden redacteur van De N. Spr. verzoeken de »Handelingen der Synode" van de laatste jaren eens even ter hand te nemen?

Dan zal hem duidelijk worden, dat hij overhaast een vonnis heeft geveld wat er niet op door kan. In de «Handelingen" komt toch voor een voorstel van H. v. Griethuijsen Az., Predikant te Burgwerd, aangenomen op de classicale vergadering te Franeker, om zulk een bepaling te maken, dat voortaan niet meer worde gevraagd waar, d.i. aan welke Universiteit, de toekomstige Leeraars hunne opleiding hebben genoten, maar alleen naar bekwaamheid en geschiktheid om^ de ambtelijke bediening van het Woord in oiïze Kerken te vervullen. Dan zal die redacteur kunnen lezen een zeer uitvoerig voorstel, een volgend jaar inge diend op de class, vergadering van Franeker door de Brs. Krull, Van Melle, Van Griethuijsen e. a., ten doel hebbende, om de deur der Kerk te openen voor genoemde studenten. Dan zal die redacteur kunnen lezen het voorstel-Tinholt, ingediend met hetzelfde doel. Dan zal die redacteur kunnen lezen andere voorstellen, op andere classicale vergaderingen ingediend, allen tezamen hetzelfde doel beoogende.

Dan zal echter die redacteur ook kunnen lezen, dat al deze voorstellen zijn verworpen en aan de Class, vergaderingen van een volgend jaar niet zijn aangeboden ter consideratie en advies. Een onverdacht getuige treedt voorts voor ons op tegen den redacteur van De N. Spr., een getuige, die door hem wel niet verdacht zal worden van »doleerliefde"; de schrijver nl. van »Handhaving van de orde en de leer" enz. (Dr. Vos in zijn bekend boek zegt, dat de vermoedelijke schrijver is zyn opvolger in Spannum, Ds. Krull.) Deze zegt in genoemde brochure op bladz. 16: »Daarom ook spijt het mij zoo, dat de Synode de deur der Kerk niet voor de kandidaten der Vrije Universiteit openen wil. Aan zulke inrichtingen, hoe gebrekkig misschien ook in vele opzichten, heefc ons volk behoefte. Ik voor mij geloof zelfs, als de Synode in dezen aan den wensch van duizenden in de Kerk gehoor gegeven had, dan waren wij voor de Amsterdamsche troebelen en de tooneelen, daardoor aangericht, bewaard gebleven." Dit zegt hij, nadat hij op bladz. 7 van dezelfde brochure gezegd heeft: »De class, vergadering van Franeker en Ds. Tinholt hadden voorstellen gedaan, waarvoor velen, ook in de Synode, een oor hadden."

Voorstellen zijn er dus gedaan, en alle voorstellen die inkwamen zijn verworpen door de Synode. Onwaar is dus niet onze voorstelHng, maar onwaar is de beschuldiging van den redacteur van De JV. Spr. Onze lezers mogen zelf oordeelen.

Genoemde redacteur schrijft verder : »Het eenige voorstel, dat de Synode, zoo zij niet zichzelf wilde wegwerpen, in ernstige overweging had mogen nemen, zou een voorstel of verzoek van de V. U. zelve hebben moeten zijn."

Wat de Synode past of niet past, aan hare waardigheid verplicht of niet verplicht is, doet op dit oogenblik niets ter zake. Daarover loopt de quaestie niet. Nu er geen voorstel inkwam van de V. U. zelve, maar wel van de Class, vergaderingen, d. i. van de wettige vertegenwoordiging der Kerken, bij de behoefte aan Herders en Leeraars, met de wetenschap dat de kandidaten van genoemde stichting in de leer van onze Gereformeerde Kerken onderwezen waren, nu had zij een gewillig oor moeten verleenen aan die voorstellen.

Mogen wij bovendien eens aan onzen beschuldiger vragen, of de Synode, toen onze Rijks-Universiteiten gansch en al onbruikbaar dreigden te worden voor de Hervormde Kerk tengevolge van de nieuwe wet op hetHooger onderwijs, ook gewacht heeft op een voorstel der regeering, om toch de kandidaten bij de faculteit der Godsdienstwetenschappen toe te laten tot de Belijdenis des Woords in onze kerken ? Of heeft de Synode den eersten stap gedaan ?

Tegenover de beschuldiging van «misleiding'' hebben wij dan ook dit nog in het midden te brengen, dat de synode het verplicht was geweest, om, waar zij nu eenmaal het hoogste kerkelijk bestuur is in de Herv. Kerk, waar zij wist, dat straks jonge menschen, toegerust met kennis en bekwaamheid, wel onder^vezen in de Heilige Schriften en van wie men met vrijmoedigheid mocht verwachten dat zij getrouw zouden zijn aan hunne heilige roeping, zouden aankloppen om tot het heilig Ambt toegelaten te worden, de wegen en middelen zóó had moeten leiden dat daartegen geen bezwaar was in te brengen, dat daarvoor geen hinderpalen aanwezig waren. Met deernis zegt zij, in de verschillende circulaires, den huldigen toestand te beschouwen; tegen hun zin, zeggen vele besturen, tot afzetting over te gaan; men beschouwt den huldigen toestand als gevolg van het niet toelaten der kandidaten der V. U. Welnu, een gevaar, dat dreigt, te voorkomen, is meer eisch van Christelijken zin, dan, als eenmaal de brand is uitgebroken, dien brand trachten te blusschen met olie in plaats van met water."

Metterdaad, hier is niets tegen te zeggen. Het Synodaal Genootschap had na de invoering van de Wet op het Hooger Onderwijs de keus tusschen twee wegen:0/ vrije studie, en dus ook de Gereformeerde studenten (in meer dan naam) toelaten, of aan den leiband van den Staat blijven loopen, en alleen de Gereformeerden uitsluiten. Zij koos het laatste.

Niet toevallig, maar omdat haar collegiaal standpunt met elke schakeering, behalve met de Calvinistische, vrede kon hebben. Het Calvinisme kruipt niet en leent zich niet tot plooien of schipperen. Het weet, dat het voor een absoluut beginsel strijdt: De Souvereiniteit desHeeren HEEREN.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's

Over de houding,

Bekijk de hele uitgave van zondag 4 december 1887

De Heraut | 6 Pagina's