Uit de ingekomen berichten

Amsterdam, 30 December 1887.

Uit de ingekomen berichten blijkt, dat zeker aantal predikanten, die dusver op alle manier de Vrije Universiteit gesteund hadden, thans haar dien steun onttrekken.

Waarop steunt deze veranderde houding.' Is er dan wellicht zulk een verbetering ten goede aan de Rijks-universiteiten waarneembaar geworden, dat hun sterke verklaringen over de onbruikbaarheid van de daar gegeven opleiding vervielen?

Neen, dat niet. Eer ging het aan onze Rijks-universiteiten van kwaad tot erger.

Nam men dan wellicht waar, dat Leiden en Groningen en Amsterdam geheel dood liep, en alle jonge man zich voor zijn studie naar Utrecht terugtrok?

Ook dat niet. Eer won Leiden, en nam Utrecht in het cijfer af. De Irénischen zelven klagen er over.

Maar is er dan naast de Vrije Universiteit misschien een andere Hoogeschool opgekomen, wi'.arheen ze thans de ionge mannen zienden kunnen?

Al evenmin. Naar Gods Woord vraagt onder alle Universiteiten hier te lande dusver de Vrije Universiteit alleen.

Is het dan, omdat de Vrije Universiteit geen vruchten meer kan afwerpen voorde „Ned. Herv. kerk”?

Och, men weet, hoe zelfs de Theologische School te Kampen vruchten voor die kerk heeft afigeworpen, en kan er dus hoegenaamd niets van zeggen, wat de Vrije Universiteit nog eens doen zal. Te meer daar zij nooit heett gewerkt, noch ook nu werkt, voor een bepaalde groep van kerken.

Is dan het aantal vacaturen soms verminderd, zoodat het bezit van meerdere herders der kudde overtollig is?

Integendeel, het getal vacatures is nog steeds klimmende en heele streken van ons land zijn onbediend.

Maar wat dan ? Is de Vrije Universiteit dan op een anderen grondslag komen te staan, of wierd ze ontrouw aan "den grondslag, die eens gelegd is?

Ook hiervan is niets aan.

Er is niets veranderd in de statuten. Over ontrouw aan de Gereformeerde belijdenis is nog van verre . nooit klacht gevallen. En ook waar onlangs Dr. Hoedemaker zulk een aanklacht tegen haar slingerde, droeg dit zoozeer het kenmerk van de pijl van den Parlh, en van een oratio pro domo, dat het bij niemand geloof vond.

Ja, ook al naamt ge aan (des neen) "wat Dr. Hoedemaker haar nariep, dan nog zou altoos de zaak zóó staan, dat de Rijksuniversiteiten 36 van de 37 artikelen verwerpen, dus er één laten staan, en de Vrije Universiteit er één verwierp om zich aan de overige ^^Q vast te klemmen.

Van verre dus nog geen vergelijking!

Hoe we de zaak dan ook bezien, het wil ons voorkomen, dat er geen eerlijke mouw aan te passen is.

Diezelfde predikanten, die eertijds openlijk aan het volk geleerd-hebben, dat men de Rijks-universiteitcn niet langer kon gebrui • ken, en niet langer »«Ö^^^ gebruiken, omdat ze des Heeren Woord hadden verworpen, kunnen toch niet intrekken wat ze toen plechtig verklaard hebben, noch ook zeggen, dat 's Heeren Woord er thans minder toe doet.

Slechts op ééne wijze zouden ze zich o, i. rechtvaardigen kunnen, zoo ze namelijk onmiddellijk het initiatief namen voor een tweede Vrije Universiteit, en die even beslist op de Gereformeerde belijdenis fundeerden.

Maar zoo ze dit niet doen, v/aarlijk, dan zal de historie een hard oordeel over hun houding moeten vellen.

Na zóó gesproken te hebben, zóó te doen, ou het veel anders dan een spelen met de waarheid zijn?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen