GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Zetten tot een wit.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Zetten tot een wit.”

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wam Gij zult hen zetten tot een wit, met uwe pezen zult Gij op hun aangezicht toeleggen. Ps. 21 : IJ.

Nog altoos hoort menigeen vreemd op, als gezegd wordt, dat er «vijanden van God" zijn. Men wil en duldt die krasse, sterke uitspraken niet meer. Het zoo voorstellen, alsof eigenlijk ieder menschenkind op zijn wijs en in zijn mate liefde voor God in het hart koestert, schijnt veel milder. Dan komen er die scheidingen niet tusschen mensch en mensch. Het blijft alles één en lotgemeen en de zake Gods, in stee van ons te verdeelen, houdt ons sa& m.

o, Er ligt in die voorstelling zoo nameloos veel verleidelijks. Alle scherpte is dan bot geslagen. Voor alle ongodvruchtigheid kan het oog verschoonend gesloten. Er is dan geen ongeloof, er is geen ketterij, er is geen afval meer. En zelfs de man die een Ideaal in plaats van den levenden God en zekeren onbewustcn Natuurdrang in stee van den Schepper van hemel en aarde vereert, heet toch nog in God te gelOQven, zijn inspraak en dus zijn Woord te gehoorzamen, en ja waarlijk omdat hij nog van goeden wille is, te gelooven in den Heiligen Geest.

Indien dan ook de Heilige Schrift er niet was, zou alles raden en dwingen om naar die fluweelzachte theorie over te loopen. Uit heeft dan uw strijd. Alle man is uw vriend geworden. En een ieder prijst uw menschelijken zin.

Maar zie die Schrift is er nu eenmaal, en die Schrift duldt die theorie niet; keurt ze valsch ; en slaat ze u uit de hand.

Die Schrift spreekt het uit, dat er daarom ^vijandschap" is, omdat God zelf gezegd heeft: »//è zal vijandschap zetten " Vijandschap tusschen tweeërlei zaad. Tusschen een geslacht dat naar Immanuêl genoemd wordt, en een geslacht dat uit den Booze zijn kiem drijft. En wel ren vijandschap tusschen mensch en mensch, om daardoor te niet te doen die oorspronkelijke vijandschap, die gij zelf gezet hebt tusschen uw God en uw eigen hart.

Want, ja, zoo lijnrecht staat de Heilige Schrift in tegenspraak met die valsche theorie, dat waar die theorie staande houdt: «Eigenlijk wordt alle mensch bewust of onbewust door liefde voor het Hoogste Wezen gedreven I" die Schrift de uitspraak doet, dat omgekeerd alle mensch in vijandschap verkeert tegen God.

Is dit nu slechts beeldspaaak? Overdrachtelijke, figuurlijke taal? Of is het volle ernst met die vijandschap? Stellig het laatste.

Hoor maar wat de Psalmist roept: »Uwe hand zal al uwe vijanden vinden; uwe rechterhand zal uwe haters vinden. Gij zult ze zetten als een vurigen oven, en het vuur zal hen verteren. Gij zult hun vrucht van de aarde verdoen, en hun zaad van de kinderen der menschen. Ja, Gij zult ze zetten als een wit, en met uwe pezen zult Gij op hun aangezicht aanleggen!" Dit alles, het is zoo, wordt van Gods gezalfden Koning, maar als drager van Zijn majesteit en souvereine macht gezegd. De aldus omschreven strijd is de strijd dien God zelf tegen zijn vijanden voert door de hand van zijn gezalfden Koning.

En ernstiger kan het toch wel niet. De Heere zal ze zetten tot een wit. Gelijk de boogschutter zich een doel, een wit uitkiest, waar hij zijn pijl op aanlegt, zoo ook is er in de hand des Heeren een machtige boog, en van dien boog vliegen vernielende pijlen, en die pijlen vliegen niet in het onbestemde, maar worden aangelegd op een bepaalden vijand; op een vijand, dien de Heere zich tot een wit zet; ja, tegen wien Hij die pijlen in zulk een gloed van toorn afschiet, dat Hij, gelijk er letterlijk staat, mikt op hun aangezicht, als om ze in het volle aangezicht hunner schande te treffen.

Ge gevoelt zelf, neen, dat is geen figuurlijke taal. Of zoo er al overdrachtelijke beeldspraak in is, dan strekt die beeldspraak toch om hoogen ernst, om een wezenlijken strijd, om een wel waarlijk gemeenden toeleg op vernieling van den vijand uit te drukken.

Hij zal ze zich zetten tot een wit, beduidt, dat Hij al zijn macht en mogendheid, al zijn wijsheid en goddelijke kunst er toe bezigen zal, om te maken dat zijn vijanden geen stand kunnen houden; dat ze moeten vallen; dat ze moeten tuimelen in het stof.

Maar let wel, omdat de Heere uw God zoo doet, daarom moogt gij nog niet eveneens doen. Dit wordt niet gezegd uit bang terugdeinicn voor een hard woord. Neen, wat de psalmist betuigde : »Zou ik niet haten, Heere, die U haten? Ja ik haat ze met een volkomen haat", is en blijft stellige eisch.

Wie ooit zeggen zou: »Ik heb God lief', en toch kan minnen een man die God haat, beloog zich zelf. Die twee gedachten sluiten elkaar volstrekt uit.

Maar, en dit doet alies af: Gij kent Gods vijanden niet! Gij vergist u dt-saangaande in uw kortzichtigheid gedurig Gij gaat af op den schijn, en zult als ten vriend Gods eeren willen wie toch in zijn hart verre van Hem staat; en omgekeerd, gij zult als tegen Hem gekant verwerpen, wie toch eens juichen zal in Zijn heil. Als gij Jezus met zijn twaalf discipelen ontmoet hsdt aan Genesareihs meer, zoudt gij. Judas ziende, stellig gedacht hebben : «Welk een vriend des Heeren!" En toen Saulus bij Stephanus' marteldood h«t aang«zicht van vrwigde m .

glom, zoudt gij zeker gezegd hebben: »Dien Saulus moet ik haten, zulk een vijand Gods I" In ootmoedige bekentenis van uvfe onwetendheid hebt gij u dus in te houden.

Ge kunt niet oordeelen, en moogt daarom niet oordeelen. Denk aan de zondaars en de tollenaars, die de rechtvaardigen voorgaan in het Koninkrijk der hemelen.

Eens komt daartoe ook voor u de tijd. Als het oordeel zal geveld zijn, en het u gezegd zal zijn, wie principieel en onherroepeltik zaad van de slang en daarom onverzoenlijke vijanden Gods zijn, en dan kunt ge ze niet meer minnen, ook al waren ze op aarde onder uw heimelijkste vrienden geweest. Maar tot op dien dag mag uw haat tegen de vijanden Gods zich nimmer tegen bepaalde personen keeren.

Voor de personen moet uw dulden, moet uw lijdzaamheid, moet uw erbarmen, moet uw gebed zijn. En dat kunt ge, juist omdat God zich zijn eigenlijke vijanden toch tot een wit gezet heeft

Nooit behoeft u de vrees te bekruipen, alsof ook maar ooit één wezenlijke vijand Gods, zoo gij voor hem badt, in stee van hem te bestrijden, aan de pijlen van Gods almacht zou ontgaan.

Merk er liever op, of er soms ii» uw eigen leven oogenblikken voorkomen, dat ge met ontzettende siddering van uw ziel er iets van ontwaart alsof God - dch u tot een wit gezet had, om zijn pijl op u aan te leggen. Want vergeet niet. God de Heere zet zich iemand ook soms tot een wit voor een kleinen tijd.

Denk aan Pniël; denk aan Petrus in de verloochening; denk aan Paulus bij Damascus! Schriklijke worstelingen, als de Heere het u terdege openbaren, u aanzeggen, u voelbaar maken wil, dat uw weg niet goed is; dat ge staan gingt waar Gods vijand en niet zijn kind zijn plaats heeft; en dat ge daarom af moet van die plek, en terug naar de plaats van zijn kind; en dat Hij nu, omdat gij dit niet wilt, er u van af dringt: en om er u van af te dringen op u aanlegt, u tot een wit zet, en in ztjn vloek tegen u toornt. o, In zulk een geweldigen dag, als de Heere u tegenkomt, verhard dan uw harte niet. Wacht de pijlen niet af. Leg niet met uw boog aan tegen Hem die op u mikte.

Neen, voel uw wonde, en wijk wijk terug; zwicht en deins voor Gods almachtigen toorn. En als het dat maar zijn mag, o, dan ontwapent ge den toorn des Heeren plotseling. Dan verbindt Hij zelf uw wonde. Dan richt Hij u op en hergeeft u uw rang en eere, en zet u nogmaals tot een wit, maar liU om u te zegenen; te zegenen met zijn heil en vree.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's

„Zetten tot een wit.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 april 1888

De Heraut | 4 Pagina's