Ziehier een tegenstrijdigheid, die haar

oplossing wacht.

In de Synodale kerk meenen velen nog altoos deswege met een goede consciöntie te kunnen blijven, omdat, gelijk ze zeggei., ook de Synodale kerk nog altoos op de basis van de Drie Formulieren van eenig keid staat.

Daarentegen met de Vrije Universiteit moet gebrokeii, 'omdat deze Universiteit in zake het kerkrecht eene overtuiging voortplant, die volgens hun beweren, met i^eheel met de Drie Formulieren van eenigheid strookt.

Is du nu niet meten met twee maten?

In de Synodale kerk ligt de Belijdenis dood in de kist; heel haar organisatie is er mee in strijd; de meest openbare atwijking van elk artikel dezer Belijdenis wordt straffeloos geduld; voorzitter der Synode is een man die met elk mysterie üer Christelijke Belijdenis gebroken heeft; kortom er is geen dwaling denkbaar, die niet vrijelijk op. haar erf bloeit. Van Tucht geen sprake. De Belijdenis mag voor dood in de kist liggen. Een vin verroeren mag ze niet.

Du zou er dus mee gelijk staan, alsof President-Director der Vrije Unitersiteit een godloochenaar was; schier al haar Curatoren en Hoogleerarcn Modernen of Groningers; ja, alsof van handhaving van het Gertionneerde beginsel geen sprake meer mocht zijn.

En toch, desniettegenstaande, houdt men zulk een kerk de hand boven het hoofd, en acht men het ongeoorloofd met haar te breken, alleen maar omdat de aloude Belijdenis nog dood in de kist ligt.

Aan de Vrije Universiteit daarentegen, leeft die Belijdenis nog frisch en krachtig.

Niemand heeft macht of invloed, die haar niet onderteekent. Het Gereformeerde beginsel voort te planten is haar eenig doel.

Maar — op kerkrechtelijk standpunt, zoo

geeft men vo^r, loopt ze niet geheel zuiver. En deswege moet ze nu ondermijnd, prijsgegeven en verniefigd.

Gelijk men ziet; pUatsten we ons hierbij geheel op het standpunt onzer bestrijders, en gingen uit van de onderstelling, dat zij gelijk hebben in het brandmerken van ons kerkrechtelijk staiidpunt. Iets wat we natuurlijk volstrekt niet toegevende, hen vaak beschuldigden, dat si^ en niet wig op kerkrechtelijk standpunt in bittere dwaling vervielen.

Maar goed, aangenomen eens dat zij gelijk hebben, dan nog vragen wij : Is dat mannentaal ? Is dat het zeggen van oprechte lieden .' Is dat het oordeslen van een rechtvaardig oordeel?

In de Synodale kerk blijven, hoe ook alles er ontredderd is, omdat de Belijdenis nog dood in de kist legt.

En daarentegen de Vrije Universiteit, die nog geheel uit de Belijdenis leeft, afbreken, omdat ze op één punt, zoo men voorwendt, afwijkt.

De lezer, vooral de Synodale lezer, antwoord e !

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen