GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EAMRIE.

{Slot.)

»Dan is mijn vogeltje ook uit het vreemde land aikomstig? " vroeg Jan.

»Zeker, " zei oom, »dat merkt ge wel aan den - naam; althans zijn voorgeslacht. Maar toch leken de vogeltjes, die 't eerst op Elba landden, lang niet volkomen op die aardige kanarievogels, welke wij nu hebben en die ons vaak genoegen geven."

»Heden oom!" riep Jan, «veranderen de beesten dan? Ik dacht dat ze zoo bleven als de Heere hen geschapen heeft."

»Niet altijd, lieve jongen. Dat ziet ge al bij de menschen. Door de luchtstreek waarin zij leven, de spijs die zij eten de wijze waarop zij hun tijd besteden en allerlei meer, veranderen zij met de jaren en de geslachten. Wel zal een aap nooit vergroeien tot een heer of juffrouw, en een kikker niet tot een poes. Neen, de soort blijft, maar b. v. er zijn thans blanke menschen, doch ook gele, roode, bruine en zwarte. Toch stammen die van één paar menschen af en zijn 't ook allen menschen.''

»Maar hoe zag de kanarie er dan eerst uit ? '' vroeg Jan.!

»Wel, " antwoordde oom David, »net als nu nog overal, waar hij in 't wild leeft op de Canarische eilanden. Daar is hij bovenop groengeel en aan de zijden vuilwit, met grijzen staart en slagpennen en bruine vlekken Altijd de mannetjes, want de wijfjes of poppen zijn minder mooi. En gij weet zelf, dat het diertje er nu anders uitziet."

»Ja" zei Jan, »ze zien nu goudgeel en soms groen."

j> Daar zijn nog wel andere, vriendlief" sprak oom; »witie, oranjekleurige, Isabellakleurige en bruine. Nergens echter vindt men de kanaries in 't wild dan in hun vaderland en op het eiland Elba. Daar vliegen afstammelingen der eerst aangekomenen nog vrij rond. Overigens houdt men ze in kooien, en zelfs wordt er aan het voeden en verzorgen dier vogeltjes veel zorg besteedt. Dat geschiedt vooral in de broeierijen, die men vindt m Tyrol, in het Zwarte Woud en in Thuringen De Saksische kanarievogels zijn zelfs beroemd over heel de wereld."

, , 't Zou wel aardig wezen", zei Jan, »als die vogeltjes ook hier vrij rondvlogen. Ze zijn toch veel mooier dan de musschen "

»Ik weet echter niet of hun dat wel goed bekomen zou, " sprak oom. »Hebt ge wel opgemerkt wat uw vogeltje alzoo eet? "

»Zeker, hij krijgt een klontje en een stukje brood en dan vogeltjeszaad."

»Juist; het laatste hadt ge wel eerst mogen noemen. Want dat nu is eigenlijk zijn voedsel, en hij zou er iri Nederland kwalijk genoeg van vinden om te kunnen leven. Wat gij vogeltjeszaad noemt is de vrucht van een soort gras, dat in 't wild op de Canarische eilanden groeit en ook in Zuid Europa. Later is men het ook gaan verbouwen op sommige plaatsen van Duitschland waar men veel kanarie--\rogels houdt, - en ook in ons land wordt het wel geteeld. Uw vogeltje heeft, als ge ziet, echter tweeërlei zaad in zijn bakje : wit en zwart. Het eerste lust hij 't liefst, maar het laatste is ook goed voor hem. Hij zou echter niet vriendelijk kijken als hij dat alleen kreeg Daarom zegt men wel eens van iemand die 't armoedig heeft: »Hij is op zwart zaad."

»En zongen de kanaries vroeger ook ? " vroeg Jan.

»Jawel, " zei oom; »raaar evenals in hun veeren is ook in dat zingen wel wat verandering gekomen bij de tamme vogels. Zij hebben een schelle stem, soms wel wat al te schel, hooren goed — beter dan sommige jongens — en onthouden voortreffelijk; iets wat gij gerust van hen moogt overnemen. Daarom hebben vooral de Duitschers er zich op toegelegd om den kanaries te leeren ook anderen vogels na te fluiten of ook wel om op een bijzondere manier te zingen of allerlei wijsjes te neurieën. Zoo heeft men dan kanaries, die de „waterrol" en den > > nachtegaalslag'' en »Wien Neerlandsch bloed" zingen. In Engeland heeft men hun geleerd - vinken en boschleeuwerikken na te bootsen. Ja, - 'tis zeker, dat men het zoover kan brengen, dat die vogeltjes enkele 'woordjes prat-en."

»He, dat moest-mijne ook ktmnen!" riep Jan. »Ik geloof, dat het zingen wel zoo mooi is, " zei oom David, »en zou mijn tijd maar niet zoek brengen met het-diertje zulke kunstjes te leeren. De Heere God heeft hem geschapen om te zingen en dat doet hij heerlijk."

»De mooiste kanaries, wat de veeren betreft, vindt men in Engeland; de beste zangers komen uit Duitschland. Dit is wel het aardigst, dat de kanarie èn mooie veeren én een fraaie stem heeft. Gemeenlijk missen de vogels een van beiden. De mooist geteekende zingen zelden schoon, en een nachtegaal draagt een eenvoudig kleed.

»Zoo heeft de Heere alles schoon gemaakt in zijn soort en naar zijn orde, onder de menschen als onder de dieren. En als ge nu blij zijt, Jan, met uw vogeltje, vergeet dan ook niet God te danken, die het schiep en evenmin, om ook zelf den Heere te verheerlijken, gelijk een kanarie door zijn gezang eiken dag doet."

AAK VRAGERS.

• H. G. IJ. te H. — 't Is niet zoo gemakkelijk u het verlangde antwoord te geven. Toch wjilen we gaarne iets op uw heusch schrijven antwoorden.

Oostersche volken doen bijna alles anders dan Westersche. Hun huizen zien uit op binnenplaatsen; de onze öp straat, Wij wandelen in tuinen; zij op daken. Onze dag begint 's morgens; de hunne 's avonds. Zij liggen aan; wij zitten. Onze feesten duren uren; de hunne dagen lang. Hun voeten zijn bloot; de onze gedekt; en omgekeerd dekken zij vaak 't hoofd, als wij 't ontblooten.

Hoe dit laatste nu komt ? vraagt gij. Mij dunkt de oorzaak is deze : koningen en andere hooge personen beschouwt men in 't Oosten met reel meer ontzag dan bij ons; soms zelfs als goden. Zelden krijgt men hen te zien; ongeroepen mag niemand hen naderen. Geen blik durft men tot hen opheffen. Dat zou te gemeenzaam zijn. Daarom dekt men het hoofd of het aangezicht, omhult die, als ware men onwaardig de majesteit en heerlijkheid van den vorst te aanschouwen.

Vandaar dat dit ook geschiedt bij het bidden en de Jood nog in de Synagoge het hoofd gedekt houdt, gelijk reeds Mozes op den berg het gelaat dekte.

Wij Westerlingen doen juist anders en vragen niet zoozeer naar den persoon als wel hoe wij tot hem staan. Dan wordt het natuurlijk een teeken van wantrouwen, zich te verbergen en van minachting iets te dekken, zoodat hij 't niet zien kan. De vrije man houdt zich ongedekt, treedt openlijk op en bewijst daardoor eer en achting.

Waarom dit nu echter zoo is valt moeilijk te zeggen en zwaar te gissen, evenals bij de vraag: Waarom de bewoners van PooUanden bij 't groeten de neuzen tegen elkaar wrijven. Dit is zeker, dat onze wijze van groeten de minst omslachtige is.

HOOGENBIBK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1889

De Heraut | 4 Pagina's