Officieele berichten uit de Ned Geref. kerken.

SCHIEDAM, 3 Oct. De Ned. Ger. kerk alhier doorleefde door 's Heeren goedheid heden een blijde en gewichtvolle ure.

Des namiddags te 3 ure was op het terrein, dat aangekocht was tot het bouwen van een nieuw bedehuis, een talrijke schare belangstellenden bijeen.

»De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan, " zoo sprak onze waardige leeraar, Ds. H. H. Veder, haar toe. Immers, dat mocht onze betuiging wel zijn, wanneer wij terugzien, en den toestand van vele vaderlandsche kerken van vóór eenige jaren met dien van thans vergelijken, en den blik om ons heen laten weiden. Wel kwam, Gode zij dank! sinds korteren l of langeren tijd de waarheid op vele plaatsen, waar zij vroeger niet was; doch op voorwaarde, dat de leugen daarnaast evenveel recht van spreken zou hebben.

Dat 't anders moest worden, daarin waren allen, die de waarheid liefhadden, het eens; dat 't anders mocht worden, was de smeeking van velen; maar op de vraag, hoe en wanneer, werd van verschillende zijden een verschillend antwoord gegeven. Wanneer? Daarop kon ook alleen Hij antwoorden, die de tijden en gelegenheden in zijn eigen macht heeft gesteld. Het bekende conflict brak in de hoofdstad van ons vaderland uit, straks door de ontzetting van vijf bedienaren des Woords en zeventig ouderlingen en diakenen gevolgd. Dat was een slag, die niet nalaten kon den diepsten indruk teweeg te brengen.

Voor het schandelijk onrecht werden de oogen ontsloten; voor de hooge eere van Christus werden de harten ontgloeid; en voorgelicht door bekwame en met vele talenten begiftigde mannen, die God de Heere als instrumenten in zijne hand wilde gebruiken, t won de overtuiging al meer en meer veld, . dat onze kerken op geen andere wijze tot reformatie konden komen, dan door afsnijding van de Organisatie van 1816, zijnde de Synodale hiërarchie, zelve reeds als zoodanig eene verloochening van het koningschap van Christus.

Spreker herinnerde ons hierop, hee het ook hier tot een breken kwam met de Organisatie en terugkeer tot de kerkenordening van 1618—19.

Ja, de Heere heeft groote dingen bij ons gedaan. Toen op den aden Paaschdag van het jaar '87 ZEw. voor het laatst in het kerkgebouw, dat thans voor de Gereformeerden gesloten is, het Evangelie van den levenden Christus verkondigd had, kon de gemeente reeds den volgenden Zondag in het voor eenige maanden gehuurde lokaal der Gereformeerde vereeniging samenkomen, om het oor te leenen aan de openbaring des Heeren aangaande die ver'neerlijkte schare, die, uit de groote verdrukking gekomen, met gewasschen kleederen en afgewischte oogen door het Lam geleid wordt naar de levende fonteinen der wateren. Sinds lang moest echter dat lokaal te klein voor het steeds toenemend aantal toehoorders geacht worden.

Het was daarom, dat het bestuur der vereeniging »de Kerkelijke Kas'' met onvermoeiden ijver naar een geschikte plaats uitzag, waarop een eigen kerkgebouw kon verrijzen. En, waar wij nu tezamen waren, om getuigen te zijn van het leggen van den eersten steen, ja, daar was 't in veler hart: »De Heere heeft groote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd."

Hierna legde het tienjarig zoontje van Z.Ew. den hoeksteen, waarna een tweede werd gelegd door het oudste lid der gemeente, den bijna 90-jarigen heer H. Teteris en een derde door den oudsten ouderling in jaren P. van Katwijk.

Nadat de oorkonde gelezen was, die de oorzaak van den bouw onzer »Oosterkerk" vermeldde, sprak Z.Ew. de aannemers en werklieden, het bestuur der «Kerkelijke Kas" en den kerkeraad toe, en eindigde met de bede, dat velen door Gods almachtige hand gegrepen en als levende steenen op den Hoeksteen Jezus Christus gebouwd mochten worden. De geheele plechtigheid werd met dank-en smeekgebed en het zingen van Psalm 134 : 3 en Psalm 72 : II besloten.

Namens den kerkeraad., J. H. JACOB, scriba.

Schiedam, 8 Oct. 1889.

Namens den kerkeraad der Ned. Ger. kerk van Waarder wordt aan de zusterkerken bekend gemaakt, dat na het vertrek van Ds. Van Lummel (13 October) het adres zijner kerk is bij J. F. Bouwer, Nieuwerbrug a/d. Rijn.

BEDUM (class. Groningen), 6 Oct. Was het klein getal dienaren des Woords verminderddoor het vertrek van Ds. Hulsebos uit deze classis, heden gaf de Heere, dat in die leemte voorzien werd — en dat nu ook de kerk van Bedum een eigen leeraar mocht ontvangen. In den voormiddagdienst wees Ds. ^Teves, onze consulent, op de groote goedheid Gods, om deze kerk, die zoo lange jaren lijdelijk onder het juk verkeerde, nu reeds te gunnen, wat voor het welwezen eener kerk zoozeer behoefte is. Eer ZEw. tot de bevestiging van Ds. J.M. Stroes, overgekomen van Winterswijk, overging, leerde hij ons uit Hand, 20:28 het groete gewicht van de ambten, die de Heere, wil dat er zijn zullen en geoefend zullen worden in zijne kerke, en bij name dat der opzieners, die de kudde Gods, te weiden hebben; vermaande de gemeente het ambt grootelijks te eeren, en wees daarna den leeraar op de zware verantwoordelijkheid der ambtsdragers, en hoe teedere zaak het is de schapen te verzorgen, die de groote Herder verkregen heeft door zijn eigen bloed.

Des avonds te 6I/2 ure aanvaardde Ds. Stroes zijn arbeid in ons midden, handelend over de woorden uit Ezech. 2 : 4^: Ik zende u tot hen en gij zult tot hen zeggen: oo zegt de Heere Heere!" Krachtig ontvouwde de nieuwe leeraar den inhoud dezer woorden, wijzend op den last des Heeren: Ik zend u tot hen" en welke opdracht Hij geeft. Wat de Heere Heere te zeggen heeft, dat er niet anders dan zijne prediking zou zijn, waarom ZEw. de gemeente vroeg met zachtmoedigheid het woord te ontvangen en hem aan te nemen als een gezondene Gods. En opdat bij te vrijmoediger het werk des Heeren zou werken, vroeg hij aller voorbede en voornamelijk den steun des kerkeraads. De gemeente zong haar nieuwen leeraar de zegenbede toe. Beide diensten werden door een overgroote schare bijgewoond. Tot veler smarte had evenwel de kerkeraad der Chr. Ger. kerk gemeend zich te moeten onthouden van vertegenwoordiging, met welk besluit niet alle leden instemden, die hiervan kennis gaven. Des avonds werd eene collecte gehouden voor de Vrije Universiteit.

In naam des kerkeraads, D. DE GROOT. J. TKVES TZN.

ZUIDWOLDE (cl. Groningen). 29 Sept. jl nam Ds. Hulsebos, beroepen naar de kerk van Vlissingen, afscheid van deze gemeente. Had de Heere ZEw. hier willen gebruiken om deze kerk uit te leiden van onder de Synodale organisatie, bij de laatste bediening des Woords naar Hand. 13 : 431^, vermaande hij ons »te blijven bij de genade Gods". Ernstig wees ZEw. er op, hoe noodig het is, dat de reine dienst des Heeren onderhouden worde en dat heel • de gemeente haar hart zette op den schat der genade Gods. Rijk in God zijn de belijders Christi, al gaat het door de diepte. Ouden en jongen teeder vermanend, bad ZEw. ook den consulent, den leeraar van Wetsinge-Sauwert, die in de hitte des strijds broederlijk had medegestreden, en den kerkeraad genade toe om pal te staan. Na het Amen ! zong de gemeente haar scheidenden leeraar Ps. 134 : 3 toe, en richtte de consulent namens den kerkeraad een afscheidswoord tot den leeraar, wien het gegeven worde, ook elders veel vrucht te zien op zijn arbeid is 's Heeren wijngaard. Na het zingen van Ps. 121 : 4 werd in eene vergadering des kerkeraads Ds. Hulsebos op eervolle wijze losgemaakt van deze gemeente.

De kerkeraad van Zuidwolde,

J. BOER, ouderling. Ds. J. TEVES TZ., constilent.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen