GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Landssynode

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Landssynode

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Landssynode in de Priiisische provincie Hanover heeft zich tot de hooge Regeering gewend, met verzoek, vooral toch geen vrijstelling van den dienst aan aanstaande bedienaren des Woords te verleen en.

Dat de Synode, die dit verzoek inzond, ook ai heet ze nog Gereformeerd, in geen enkel opzicht meer het Gereformeerde wezen bezit, is genoegzaam bekend. Buiten Bentheim en het Wupperthal is er van de oude Gereformeerde religie schier geen spoor meer in Duitschland te bekennen. De Luthersche regeeringen hebben deels door de Union, deels door hooger druk, de oude Gereformeerde kerken in Oost-Friesland, de Palts, Nassau, Hessen en aan den Rijn derwijs van haar karakter beroofd, dat er van het besef, om een eigen geestelijk pand te verdedigen, geen flauw besef meer overig is.

Alleen in Bentheim h\td. iets; maar in den vorm van een afgescheidene groep. En in EJberfeld staat nog altoos Calaminus, maar men weet, hoe ook dezen eens zoo kloeken* getuige de strijd op grond der Confessie te machtig wierd.

Wat men in Duitschland den strijd der „Gereformeerden" noemt, is dan ook meer een quaestie van vorm en privilege. Men strijdt er over de vraag, of in deze of die stad op de zoo en zooveel leeraren nog één prediker van „Gereformeerde" herkomst zal benoemd worden; of het gebruik van dit of dat kerkgebouw aan de „Gereformeerden" zal gegund blijven; of deze of die studiebeurs aan een „Gereformeerd" student zal worden toegewezen; en of er aan enkele universiteiten niet één kathtdermet een „Gereformeerd theoloog" zal worden bezet. Alleen maar de vraag of deze hoogleeraar, deze student, deze prediker, ook metterdaad de Gereformeerde belijdenis zal zijn toegedaan, interesseert schier niemand. Hij kan 'Vermittelungsjheoloog, Arminiaan, Moderne en wat niet al zijn, mits hij dit ééne maar doe, dat hij het Avondmaal op Gereformeerde wijze bediene en zich in zeer vage termen sympathetisch uitlate over den Heidelbergschen Catechismus.

Dit stellen we op den voorgrond, opdat niemand zich ook maar een oogenblik inbedde, als ware met dit verzoek der Hanoversche Synode de consequentie bedoeld van een Gereformeerd beginsel.

"Voor zoover er de consequentie van eenig beginsel in school, is ze slechts de consequentie van het modernisme, dat niet rust eer de volkomen secularisatie ook .van de kerk van Christus, en dus ook van haar dienaren voltooid is.

Er worden in dit opzienbarend.adres dan ook geen andere gronden aangevoerd, dan die men voor jaren ook ten onzent reeds te hooren kreeg. Een aanstaand predikant moet niet minder dan elk ander burger goed en bloed voor het vaderland over hebben. Als voorgangers der menigte moeten ze anderen hier zelfs in voorgaan. Wenning aan krijgstucht zal ook hunzelven ten goede komen. En bovenal, door buiten het leger te staan, derven ze iets van hun eere als burgers.

Ons komt voor dat de Hanoversche landssynode door dit zonderling request weinig anders gedaan heeft, dan haar eere als kerkelijk college te grabbel te werpen, en nogmaals het bewijs te leveren, hoe een kerkelijk college zonder belijdenis, er als vanzelf toe neigt, om aan den ernst en de bezonnenheid den rug toe te keeren en zich onverhoeds te laten in gloed zetten door een schitterenden toost.

Gaat men toch slechts even op het aangegeven denkbeeld in, dan springt het ondoordachte er van terstond in het oog.

Het aantal studenten en predikanten, voor wier militairen dienst deze Synode zich warm maakt, zullen allen saam genomen geen'200 man uitmaken. Trekt men hiervan de bedaagde en gebrekkige, die buiten dienstterrhen vallen af, dan krijgt men een cijfer van c, 120, en dat op een leger dat straks drie a vier millioen man in het veld brengt. Reeds dit maakt de zaak belachelijk.

Doch er is meer.

Wat zal het opnemen van deze aanstaande dienaren in den militairen dienst baten, zoo, bij het uitbreken van den oorlog, de in dienst zijnde dienaren toch niet meê uittrekken?

In ons land b, v, zijn alles saamgenomen een-kleine vijf duizend personen in kerkelijken dienst, waarvan hoogstens een drie duizend in diensttermen zouden vallen. Metterdaad zou dit dus een winste van drie bataillons kunnen opleveren. Maar waartoe dient het, deze mannen in den dienst van het geweer op te leiden, als ze bij het uitbreken van een oorlog toch in hun dorpen moeten blijven?

En dit laatste toch is eisch van gezond staatsbeleid. Zoo ooit dan is juist in oorlogstijd de dienst van den prediker in zijn eigen stad of dorp broodnoodig. Een land dat in oorlogstijd al zijn herders naar het .slagveld riep en den kerkedienst liet stilstaan, zou izich in moteelen zin tienmaal meer verzwakken, dan deze drie bataillons materieel steun konden bieden.

Juist in oorlogstijd is de plaats van eiken herder bij zijn kudde. Dat is zijn slagveld, waarop hij met het zwaard van Gods Woord most strijden, strijden ook in den dienst der plichten voor het vaderland.

Dat er c. q. een honderdtal kerkelijk aangestelden mee zullen moeten, om den kerkelijken velddienst te verrichten en om alsherders bij de ambulance op te treden, spreekt vanzelf. Doch die vindt men licht in de steden, waar vele herders saam zijn. Maar op het oorlogsveld verschijnen deze mannen dan niet met het zwaard opzij, maar met den palmtak des vredes in de handen. En voor dat doel behoeven ze geen militaire, maar juist een dege kerkelijke opleiding.

Reeds hiermee ligt heel dit Hanoversche denkbeeld omver, Aan iemand van wien men weet, dat hij nooit zal varen, geeft men geen les in de stuurmanskunst; en voor personen, die, eenmaal in hun beroep getreden, nooit als militairen kunnen optreden, is opleiding in den militairen dienst een tastbare ongerijmdheid.

Op het argument dat ze kwalijk eenjaar of meer uit hun studie missen kunnen, leggen we minder gewicht; overmits ditzelfde argument ook voor de andere studiën geldt, en men dus door te veel te bewijzen, elke bewijskracht aan zijn beloog zou ontnemen.

Maar wel doen we in verband met de practische doelloosheid waarop we wezen, nog een andere vraag, die hiermee saamhangt: of namelijk het dragen van het zwaard niet met den aard van den kerkelijken dienst in strijd is?

De kerk kan nooit in den oorlog iets anders zien dan een schrikkelijken jammer, die als een noodzakelijk kwaad, om der zonde wil, den volkeren overkomt. En terwijl nu de oorlog van alle zijden den hartstocht aanblaast en het volk verwildert, heeft de kerk de schoone roeping om, te midden van dezen storm in het nationale leven, de kalmts te bewaren, te troosten wie óm hulpe schreit, en bode van hoogeren vrede te blijven te midden van een volk dat zijn bloed vergiet voor huis en voor altaren.

Maar juist daarom ware het dan ook stuitend, zoo men de herders der kudde in den wapendoj stak. De bisschoppen uit de middeleeuwen, die aan het hoofd van hun ridders oorlog voerden, zijn zoomin als de Paus-soldaat, dien Rome gekend heeft, figuren die de historie mint.

Een ieder tast het onharmonische in deze zonderlinge saamvoeging.

En dat is het wat het volksinstinct nóg voelt.

Een arts in het leger draagt een sabel en heeft zijn revolvers. Maar een veldprediker, die met een sabel opzij en een revolver in zijn gordel, de stervenden ging troosten, zou een satire leveren op zijn ambt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's

De Gereformeerde Landssynode

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 januari 1890

De Heraut | 4 Pagina's