GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Reeds meer dan eens hadden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reeds meer dan eens hadden

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds meer dan eens hadden we aaneiding, om ten ernstigste te waarschuwen tegen den verderfelijken invloed dien de ereering, bijna schreven we de aanbidding er muziek in zoo menigen kring uitoefent.

Zelfs een in zijn kern zoo anti-religieuse n anti-Christelijke muziek als die van Wager, sleept veel Christenen mee. En terwijl elfs een geheel neutraal kenner nog onangs schreef, hoe deze Wagnersche muiek veel voor het oor, het zenuwleven en het ntellect geeft, maar buiten het hart omgaat, ntmoet men toch telkens Christenen en hristinnen, die de verleiding niet kunnen eerstaan om te gaan genieten bij de uitoering van een Lohengrin.

Toch wordt het kwaad nog erger, zoo eze muziek vroom wordt.

Dat begint dan met een orgel-concert. traks komt het oratorium. En niet lang eer of men beleeft de apotheose dezer rome muziek in het dusgenaamd heilige rama, gelijk o. a. in de Maria Magdalena an Massenet.

Vooral in de lijdensweek, en met name p Goeden Vrijdag, viert deze Pharizeeche kunst haar triomfen.

Zoo is op den jongsten Goeden Vrijdag, e Geneve, in de stad van Calvijn, nog el in de Salie de la Reformation, dit stuk an Massenet opgevoerd, en door een talijk en aanzienlijk publiek met onverdeeld pplaus toegejuicht.

Haast te stuitend om te zeggen, liet men an te Geneve, nog wel op een dag zoo ol heilige herinneringen, den Christus op et tooneel door een komediant voorstellen, n om hem groepeerden zich de figuren an Maria, van Maria Magdalena, van Judas n van zoovele anderen.

Van de diepere bedoeling van dit stuk wijgen we. Reeds laat zich vermoeden wat en wuft en luchthartig Fransch componist an de verhouding tusschen Maria Magdaena en haar Heiland heeft gemaakt. Onze en weigert dit neer te schrijven.

Maar waar gaan we heen, als zulke voortellingen in een zich Christelijk noemende aatschappij mogelijk zijn, en zulk een espotting en godslasterlijke mishandeling an het heiligste dat deze aarde gekend eeft mogelijk zijn.

Zelfs de perscritiek moest dan ook erkenen, dat de voorstelling van den Christus oor zulk een komediant geheel mislukt was.

De beide malen, dat men deze godslasering aandorst, ontbrak telkens alle efïect; n wierd bet publiek onaangenaam aange-

daan, om eerst weer te genieten bij de koren der zangeressen.

En nu weten we wel, dat men ten onzent, althans onder ons Christelijk publiek, van zulke voorstellingen nog gruwt; maar toch zij men voorzichtig.

=^ Het Oberammergauer-Passtonssptel is ontwijfeld ernstiger bedoeld en op verre na zoo stuitend niet. Toch is het juist dit Passionsspiet waarop de bezoekers van zulk een kunstvoorstelling zich beroepen, om hun daad te rechtvaardigen.

Het ééne is een brug voor het andere.

Heilige muziek onteert zich zelve, zoo ze ten gehoore wordt gebracht niet om God te verheerlijken en de ziel te verheffen, maar om het oor te streelen en zelfs in heilige dingen zijn genotzucht te dekken met een vromen schijn.

Zie maar hoe kerk en komedie almeer op elkander gelijken gaan.

In vele kerken wordt buitenslands in de lijdensweken allerlei muzikale uitvoering gegeven, en de hulp van wereldsche muzikanten en zangers te hulp geroepen, om de uitvoering ook voor de lieden der wereld aantrekkelijk te maken.

Soms, gelijk te Parijs, gaat dit zelfs met verkoop van biljetten van eersten, tweeden en derden rang.

En terwijl alzoo de kerk in een kunsttempel wordt herschapen, neemt de kunsttempel in de concertzaal een vrome gestalte aan. üok daar wordt de stot aan het kruis van den Christus ontleend, maar om het heilige geheel te doen ondergaan in genotzucht en prikkeling van de zenuwen.

Dan nog duizendwerf liever een in oprechtheid gezongen Marseillaise, die den hartstocht ontvlamt, dan een lauwe, schandelijke, huichelachtige mishandeling van den persoon en het kruis van den Christus, die de wereld in deze heilige week schijnvroom maakt, en zich niet ontziet zelfs het lijden van den Zone Gods te misbruiken tot streeling van eigen genotzucht.

En nu is het in ons goede vaderland, zeker zoover nog wel niet gekomen.

Omdat hier meer martelaarsbloed dan in Geneve vergoten is, is de ernst van het Calvinisme er dieper bij ons volk ingegaan. Men durft hier nog niet wat men elders sinds lang aandorst.

Maar toch we leven snel.

Reeds zooveel kwam uit den vreemde tot ons, waar we sinds aan gewend zijn en waar het gevoel nauwelijks meer] tegen opwaakt, en dat toch door onze vaderen met alle kracht zou bestreden zijn.

Zij men voorzichtig.

Voorzichtig vooral in onze Christelijke kringen.

De vereering der muziek is de stille afgoderij van menig hart. Daar geniet, daar jubelt men in. Daar geeft men zich aan over. Daar is hart en mond vol van. Daar heeft men eindelooze inspanning en oefening, daar zijn geld en tijd voorover. En dat soms bij dezelfde personen, die, als ge een geestelijk woord rept, stil worden en zich uit de voeten maken.

En nu zeker, ook de muziek is een gave Gods, voor de kinderen der menschen gegeven, om Hem te loven, en ons leven te vervroolijken. Muziek is er ook onder Gods engelen. Muziek op de gouden harpen zal er ook in het nieuwe Jeruzalem zijn.

Maar dan zij er ook matiging. De muziek nooit doel, maar middel. De muziek niet een vereenigingspunt met de wereld, maar een macht, die ook wij Christenen ter eere onzes Gods gebruiken.

Orgelspel kan heerlijk zijn, en hoe meer het orgel in onze Christelijke gezinnen doordringt, hoe beter.

Zoo love elk huisgezin den Heere, en vermake zich voor zijn God in de heilige wereld der tonen.

Maar zie toe, dat niet de wereld u haar muziek opdwingt; behoed er uw kinderen voor.

Want weet wel, ook al is het dan klassieke, ja al heet het heilige, al klinkt het als vrome muziek, juist dat schijnbaar vrome is verleiding, die uw kind ten val moet brengen.

Er schuilt in de muziek zulk een ontzettende macht, een macht die ten goede, maar ook een macht, die ten kwade kan werken, en wat vader of moeder zou dan niet toezien, in wat zin en richting die geheimzinnige macht inwerkt op zijn kind!

Toen Bilderdijk als balling in het Noorden van Duitschland omzwierf, hinderden hem vooral dè opgepronkte Duitsche kerkhoven.

In ons goede vaderland was hij van der jeugd aan gewend aan den Calvinistischen eenvoud, en den zich daarin uitsprekenden ernst, onzer graven. De dood was nu eenmaal ontzettend, en moest ontzettend blijven.

Vandaar dat Bilderdijk zoo herhaaldelijk in zijn lied waarschuwde tegen de verkeerde neiging, die ook ten onzent allengs insloop, om de heidensche graven te gaan nabootsen.

Wat de Italianen hun campo santo noemen, is toch feitelijk niets anders dan een gewijzigde nabootsing van hetgeen de heidensche volkeren op grond van hun beginselen invoerden. Verbloeming van den dood. Verheerlijking van den mensch. Prikkeling van het gevoel. Eere voor den kunstenaar, die zoo prachtige graftomben kon houwen. Maar weg de eere voor onzen God en zijnen Christus,

In samenhang hiermee was het dan ook volkomen natuurlijk, dat allengs de oude lijkverbranding weer lofzingers vond.

Te Rome wierden de lijken der consuls en keizers verbrand, waarom zou men ook straks niet weder de grafdelving afschaffen, en in den vorm van een gloeioven de oude brandstapels herleven doen.'

Toch heefc noch het woord van Bilderdijk noch het verzet van zoo menig trouw belijder des Heeren, de insluiping van dat oppronken der graven ook ten onzent kunnen tegenhouden.

Ook in onze groote steden worden de graven almeer xvandelperken, met prachtig geboomte en sierlijk gebloemte. Monument na monument verrijst er in marmer, vaak voor geheel onbekende personen. Allerlei opschrift verkondigt er den lof en de deugd en de uitnemendheid des menschen. Haast zijn we zoover als Duitschland was toen Bilderdijk er als balling heentoog. En niet lang meer, of ook in Nedeiland gaan we naar het campo santo op weg.

Want zegge niemand, dat onze Calvinistische herkomst ons tegen het te ver althans waarborgen biedt.

Dat is niet zoo.

Génève, waar Calvijn de beste kracht zijns levens sleet, toont het wel anders.

Daar toch is men nu reeds zoover, dat er op het kerkhof ook een kapel of kleine kerk is verrezen, en dat men in dat kerkje kerk houdt, niet alleen bij begrafenissen, maar ook bij andere plechtige gelegenheden.

Zoo was er ook dit jaar met Paschen, een extra-dienst ia deze kerkhof kapel aangekondigd; en zulks met het doel, om allen die in den loop van dat jaar een hunner lieven grafwaarts hadden gedragen, in die kapel te vereenigen.

Die kwamen dan allen in den rouw. Die werden dan allen sterk aangedaan. Dat gaf dan gelegenheid om op het gevoel te werken, gelijk anders nooit.

En dat heette dan den verrezen Heiland op den doodenakker prediken; maar feitelijk was het zijn Heiland weer begraven na hem ingewikkeld te hebben in de windselen van de sentimentaliteit.

Neen, zulk spel op de graven raakt wel de zenuwen, maar het hart niet.

Al zulke wegen leiden van het Christendom naar het heidendom terug.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Reeds meer dan eens hadden

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 april 1890

De Heraut | 4 Pagina's