GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Zending.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zending.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De toebrenging der Mabomedanen.

HET VRAAGSTUK.

I.

Een der grootste bezwaren voor onze Zending in Indië, allereerst op Java, is, dat de vroeger heidensche bevolking reeds eeuwen lang den Islam belijdt. Al begrijpt de massa er weinig van, al is 't een werktuigelijk waarnemen van zekere plichten, toch heeft het Mahomedanisme als zoodanig de hoofden en harten in bezit, en weet ieder hoe het tienmaal gemakkelijker is den heiden dan den Moslem voor het Evangelie te winnen.

Dergelijke toestanden vindt men overal getuige b. V. Midden-Afrika. In het Oosten, waar de godsdienst van den profeet zijn vaste burgt heeft, hebben tot nog toe alle pogingen tot kerstening slechts zeer geringe vrucht gedragen. De Mahomedaan drijft veeleer zelf zendingsarbeid in het groot.

Het is dan ook geen wonder, dat eenerzijds velen de Christelijke Zending onder de Mahomedanen hopeloos achten; anderen weer zich afvragen op wat wijs, meer loonend dan tot nu toe, onder hen zij te arbeiden.

Onlangs is dit vraagstuk zeer grondig behandeld door een man die, al is men niet gerechtigd zijn naam te noemen, toch naar verzekerd wordt, en duidelijk blijkt, volkomen bevoegd is tot oordeelen en trouwens veertig jaar in het Turksche, den hoofdzetel van den Islam, rijk heeft gewoond. Immers ware een weg te vinden die bleek beter te zijn dan elke tot nu toe gevolgd, het zou inzonderheid voor onze Indien een geheele heugelijke omkeer ten gevolge kunnen hebben. De schrijver laat alle uitweiding weg, en beperkt zich tot de vraag: hoe zal men den Moslemin 't best het Evangelie brengen — alzoo dat zij 't aannemen ?

Er zijn, zegt hij, menschen die gelooven dat hier eigenlijk niet over te redeneeren valt. De opening der Mahomedaansche wereld is, zeggen zij, een werk zoo geheel afhangend van's Heere» tusschenkomst, dat wij slechts hebben toe te zien en het heil des Heeren te aanschouwen. De kerstening van Moslims in het Turksche rijk achten zij eenvoudig onmogelijk. God heeft dat zoo gewild en zal te zijner tijd alles doen, gelijk als toen Hij Israel uit het diensthuis leidde. Wij staan nu voor een gesloten deur, wachtend tot God haar opent. Over de bekeering der Mahomedanen te spreken is, zeggen zij, even ontijdig als wanneer Jozua geredeneerd had over de beste wijs om Israel te verlossen, toen het beklemd zat tusschen Pharao en de Roode Zee.

Doch, hoe waar ook zij, dat de Heere op zijn tijd zijn raad volbrengt, toch mag dat nooit voor ons een oorkussen zijn, waarop we ons ter ruste leggen om niets te doen.

Ook zijn er die het twijfelzucht, wantrouwen achten, dat men het zoekt in een afzonderlijke wijs van werken. Immers het Evangelie is het middel door God gegeven voor allen, zonder onderscheid. Joden, Mahomedanen, Heidenen. Is niet het zoeken naar middelen die de menschelijke wijsheid aangeeft, naast de verkondiging des Woords een zoeken naar hulp bij den mensch, een onderstelling dat het zwaard des Geestes alleen dezen Goliath niet kan vellen ?

Tot antwoord wijst de schrijver op de bijzondere moeilijkheden der evangelisatie onder Mahomedanen in 't algemeen, maar bijzonder in het Turksche gebied. Dat stemt ieder toe. Hij wil dus eerst die moeilijkheden doen kennen, opdat men, wetende hoe de vijand is verschanst, grooter kans op overwinnen hebbe

Een eerste moeilijkheid is wel: toegang te verkrijgen.

De Mahomedaan komt zelden of nooit in een Christelijke kerk of vergadering. Evenmin komt hij bij den Christen aan huis of noodigt dezen ten zijnent. Aldus is er bijna geen gelegenheid tot aanraking, al was 't niaar om de ' punten, waarover de strijd loopt, te bespreken. Zelfs de inrichting der Mahomedaansche huizen, met hun afgescheiden harems, en zonder huisvrouw, is een zeer groote hinderpaal. Het zuurdeeg kan nooit het gansche deeg doortrekken, Boch het zout datgene bereiken wat het bestemd is te bewaren. De lijder kent het geneesmiddel niet, daarom kan hij 't niet toepassen en de kracht er van ervaren. Waar kan men den Moslem aantreffen ? Op de markt of in de koffiehuizen van het Oosten, waar men dan luistert naar een geschiedenis of gedicht. En daar is de gelegenheid al zeer ongunstig voor besprekingen van godsdienstigen aard.

Een tweeden hinderpaal vormt de trots van den Moslem, zgn betweterij. Hij acht zich den gunsteling des hemels, den bewaarder der waarheid, den uitverkoree, waren, verlosten geloovige. Zij verachten de Christenen en geven hun de namen van verachtelijke dieren. Deze trots nu, dat gevoel van meerderheid, die hooghartige verachting, dat al verhindert dat de onderwijzing van een Christen wordt aangenomen. De verachting van 't Christendom wordt mede daardoor gevoed, dat het de godsdienst is dergenen, die zij gewoon zijn als onderdanen, als slaven te beschouwen. In het gebied van den Sultan zijn de Christenen het onderworpen geslacht. Zal dan de overwinnaar den godsdienst aannemen der overwonnenen? Zal de Moslem neerbuigen voor datgene, 'twelk God hem heeft bevolen te vernietigen, uit te roeien ?

Een derde bezwaar ligt in de sterkte der vesting, die het Mahomedanisme bezit. Het Heidendom heeft zulke bolwerken niet-De inboorlingen van Java, Sumatra en Borneo — ook deze schrijver wijst er op — zijn als heidenen veel lichter te winnen dan wanneer zij eenmaal Moslemin zijn geworden ; en zoo elders. Een reden hiervan is dat er zoovee? waarheid onder de Mahomedaansche dwalingen schuilt — waarheid ontleend aan Gods Woord. Evenals de Moslems bezit hebben genomen van ettelijke der schoonste Christelijke kerken om er moskeeën van te maken, evenzoo hebben zij eenige der heiligste waarheden van het Christendom gestolen, om die te gebruiken als borstweringen in de vaste sterkte hunner dwaling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's

Zending.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 januari 1891

De Heraut | 4 Pagina's