GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE STALJONGEW.

EEN GROOTE VERANDERING.

Op zékeren avond was Kees teruggekeerd van de les, die de zoon van den patroon hem geregeld gaf, toen hij thuis komende niet weinig verschrikte bij de boodschap, dat er iemand van de politie was geweest en hij bij den commissaris moest komen.

In vroeger dagen hadden Kees en zijn vrienden altoos op voet van oorlog met de politie geleefd en menigmaal met de stokken der dienders kennis gemaakt. Bij alle booze streken, bij het kapen en steenen gooien, altijd was het uitkijken of de politie er ook aankwam. Zoo kwam het dan ook' dat, al deed hij nu niet meer mee, Kees zich afvroeg wat hij toch kon hebben uitgevoerd, waarvoor hij bij den commissaris moest komen. Hij ging er echter dadelijk heen.

Gelukkig bleek hem weldra dat er, althans wat de straf voor booze stukken betreft, niets was te vreezen. De commissaris vroeg hem eenvoudig zijn naam en woonplaats en zei toen:

»Hebt ge nog ouders? "

»Ja mgnheer, ik heb een vader, maar die is naar de Zwarte Zee."

»Dat is te zeggen, " sprak de commissaris: »hij zou er naar toe gaan, maar hij is zoo ver niet gekomen. Er schijnt 't een of ander te zijn gebeurd. Maar in alle geval heb ik bericht gekregen, dat uw vader al weder hier in 't land is. Hij wil u bij zich hebben en daar hij niet wist waar gij waart, hebben we u voor hem opgezocht. Ga nu maar naar huis, en vertrek zoo spoedig mogelijk naar uw vader. Reisgeld kunt ge bij mij halen."

Dat Kees er niet blij om was nu hij hoorde dat hij zijn vader spoedig zou weerzien is, zooals de vrienden weten, best te begrijpen. Vader had hem nooit lief gehad, en Kees op zijn beurt zijn vader ook niet. Nooit nog had hij zulk een goed leven gehad, als juist nu vader weg was. Wel had Kees veel kwaad afgeleerd en lust gekregen in de waarheid en m het wandelen naar des Heeren Woord, maar 't was nog maar een klein begin. Zoover althans had hij 't nog niet gebracht, dat hij lust gevoelde tot vader te gaan en te spreken van al de goede dingen die Steven en De Ruyter en anderen hadden verteld. Liefst was hij gebleven waar hij was.

Nu zouden De Ruyter en zijn vrouw dat ook wel gewild hebben. Want zij begrepen zeer goed, dat het denkelijk voor Kees geen voordeel 20U zijn, naar lichaam noch naar geest. om weder bij zulk een vader te komen. Zij vroegen den raad van Jorisse, praatten er nog met anderen over, maar ieder zei dat er niet ' aan te doen viel. De vader had alle recht om zijn zoon terug te vragen en ![Cees moest gaan, al stond den jongen 't huilen ook nader dan het lachen.

Den volgenden dag ontwaakte Kees met een benauwd hart en ging den kruidenier vertellen, dat hij zijn dienst moest verlaten.

De patroon keek vreemd op en zei: »Dat is jammer 1 Gij waart op weg een flinke, brave jongen te worden. Maar gij kunt het niet helpen. Een rechtgeaarde zoon komt als zijn vader hem roept, Als gij ooit hier weer komt en ik heb iemand noodig, kunt ge bij mij terecht." En met een paar gulden in den zak, om het afscheid te verzoeten, ging Kees weg, na Steven te hebben vaarwel gezegd op een wijze die wel zoo hartelijk was, al had Steven ook geen gulden te missen.

»Vriendlief", zoo sprak de oude Jorisse, toen het uur van vertrekken was gekomen, »gij weet niet wat u wacht. De Heere kan het hart uws vaders hebben veranderd. Maar ook als dat niet zoo is, moet gij hem liefhebben en, nu gij zelf beter dingen hebt leeren kennen dan vroeger, moogt gij ook tot uw vader daarvan spreken. Misschien zult gij nog voor uw vader tot een zegen kunnen zijn, en wat nu een ongeluk voor u schijnt, zou dan een geluk worden. Het is al treurig dat ge niet naar hem verlangt, maar doet gij zoo, dan kan het nog anders worden."j

De tranen stonden Kees in de oogen toen hij afscheid nam, van Jorisse, en De Ruyter en zijn vrouw hartelijk dank zei voor de vriendelijkheid en de liefde die ze hem zoo lang hadden bewezen. De Ruyter gaf hem — hij was zelf niet .rijk — een psalmboek mee, dat wel niet nieuw, maar toch nog best te gebruiken was. En de goede vrouw had een geheelen zakdoek vol smakelijke dingen bereid opdat Kees op reis geen honger zou lijden en zich kosteloos kon verkwikken.

Een paar uur later zat Kees voor't eerst van zijn leven in een groeten reiswagen of diligence. Spoorwegen waren er in Nederland toen nog haast niet. Hij had een uur of twaalf te rijden en 't was dus maar goed dat vrouw De Ruyter zoo voor hem had gezorgd.

Wat bednidt dat?

De kindren weten tijd van knickeren en koten, En, sonder almanack en is 't haer nooit ontschoten Wanneer 't goed knickeren, wanneer 't goed koten wordt; Soo langh schiet alle kracht van redenen te kort; Tijd doet en lijd do3t niet; Tijd geeft en wil niet geven; All wie wat goeds versint mach 't niet altoos beleven.

Dat vers is een paar eeuwen oud, maar wat er van spelen gezegd wordt, is nog altijd waar. Wat zou echter met de twee laatste regels worden bedoeld?

AAK VRAGERS.

Wat wordt bedoeld in 2 Cor. n : 25 waar wij lezen dat Paulus een ganschen nacht en dag in de diepte heeft doorgebracht.

Het antwoord is, dunkt mij, eenvoudig. Als wij lezen : »steek af naar de diepte" dan weet ieder dat dit zeggen wil het diepe water, de zee. Paulus die driemaal, gelijk uit ditzelfde vers blijkt, schipbreuk heeft geleden, wil dus blijkbaar [zeggen dat hij een nacht en dag op het wrak van een schip of op planken en balken (zooals we lezen in Handelingen 27) op zee zwalkende en drijvende heeft doorgebracht. Dit zal geweest zijn op de Middellandsche Zee, want die lag tusschen de landen waarheen Paulus reisde.

Op een vraag waarom een eekhoorn zoo heet moet ik 't antwoord schuldig blijven. Eek is denkelijk eik, zooals in eekehout; maar wat dat »hoorn" beduidt ? Dit is zeker dat de Il er oorspronkelijk niet in behoort. In het oude Hollandsch heet het beest eencoren. Later noemde men het ook inkhoren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's