GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een wonderiyke vosel.

III. {Slot)

Gij bemerkt intusschen wel vrienden, dat de Toekan zoo voor alles zijn eigen manier van doen heeft. Dat gaat zelfs door bij het slapen.

Een zeker heer die vele jaren zoo'n Toekan hield, heeft het ons verteld. Hij zegt er van: Als de . schemering valt en de Toekan zijn laatsten maaltijd heeft gebruikt, loopt hij een paar maal de kooi rond, gaat dan zitten op den hoogsten stok en schikt zich ter ruste; hij trekt den kop tusschen de schouders en slaat den staart over den rug. Na een uur of zoo kan men hem dan gerust genaken en den staart weer in de gewone nederwaartsche richtin brengen. De staart neemt echter toch dadelijk weer een loodrechten stand, en schijnt als om een scharnier te draaien en door een veer bewogen te worden. Na een paar uur werpt de Toekan zijn bek over zijn rechterchouder en verbergt den snavel geheel tusschen de vederen van zijn rug. Tegelijkertijd aat hij de veeren van zijn vleugels en die elke de dijen bedekken vallen, zoodat ook e pooten geheel bedekt zijn. n

De geheele vogel schijnt dan een langwerpig ronde klomp en tegen de kou is hij zoo goed gedekt, dat het gerust een beetje kan tochten of waaien, zonder dat hij er verstopt in 't hoofd van wordt of rheumatiek krijgt.

Als de vrienden gelegenheid hebben de Toekan eens te zien, moeten ze dit vooral niet verzuimen. Hij wacht u bedaard af en kijkt u met zijn donkere schitterende oogen aan, alsof hij u van 't hoofd tot de voeten wil opnemen, 't Is echter niet geraden hem te aaien, want gelijk hij apen pikt kon hij 'took menschen doen en zijn groote bek is wel een wapen om eerbied voor te hebben.

De Toekan is, als we hem opmerkzaam gadeslaan, alweder een bewijs voor de waarheid van het woord des Heeren, dat getuigt, dat God alle ding schoon op zijn tijd gemaakt heeft. Alles aan dezen vogel is vreemd en toch heeft alles zijn nut en bedoeling. De Heere weet juist wat ons gepast is, en beschikt het naar t zijn wijsheid.

DE PROEF OP DE SOII.

't Gebeurt een enkelen keer dat reizigers niet volkomen de waarheid vertellen omtrent al wat zij gezien en doorleefd hebben. Maar daarom elk reiziger niet te gelooven is zeer verkeerd. Vandaar dan ook, dat een beroemd reiziger, Bruce i) geheeten, niet boozer kon worden dan wanneer men zijn woorden in twijfel trok.

Eens was hij bij een vriend ten eten en vertelde van zijn Afrikaansche reizen en hoe de inboorlingen van Abessynië, als zij vletsch willen eten, eenvoudig een rauw stuk nemen en

dat zoo verslinden. »Ho, ho, " zei een der gasten. «Is dat wel zoo? Ik houd het voor onmogelijk." Bruce gaf daar geen antwoord op, maar verliet dadelijk de tafel, zonder dat iemand wist waarheen hij ging.

Kort daarop keerde hij terug uit de keuken. In de hand hield hij een groot stuk rauw vlecsch, gezouten en gepeperd op de Abessynische manier Hij legde dit stuk voor den gast, die zijn woorden betwijfeld had en sprak kortaf;

»Nu, mijnheer, verzoek ik u dit op teeten. Verkiest gij het niet, dan zullen we samen vechten."

De ander keek Bruce eens aan, die een forsch man was met stevige knuisten, en begrijpende dat het in elk geval beter was rauw vleesch te vermalen dan gebeukt te worden, schikte hij zich in zijn lot en begon te eten. Het smaakte hem wel minder lekker dan 't een Abbessyniër zou gedaan hebben, maar het moest wel en hij werkte het vleesqji naar binnen. Toen dit gedaan was, sprak Bruce : »Ik hoop, mijnheer, dat gij nu zelf zult erkennen, dat het niet onmogelijk is." De ander kon er nu niets meer tegen zeggen.

AAM VRAGERS.

Van verschillende vragen, die we nu niet allen kunnen behandelen, is er een die betreft Hand. 16:21, waar we lezen dat de stad Philippi, waar Patilus het eerst in Europa het evangelie predikte een «kolonie" was. Wa beduidt dat.»

Het antwoord is, dat Philippi lag in het toenmalig Griekenland. Doch. sinds den grooten veldslag in 't jaar 44 voor Chr. hadden er zich vele Romeinen neergezet. (Aan de Romeinen was toen trouwens heel Griekenland onderworpen), 't Is zelfs best mogelijk dat Philippi in 't geheel niet of slechts als dorp bestond, voor de Romeinen er zich vestigden.

Zij leefden er te midden der Grieken en hadden het Romeinsche burgerrecht. Zulke lieden nu van één volk, die saam te midden van een vreemd volk leven noemt men ook nu nog wel een Kolonie. Men spreekt b. v. van de Nederlandsche Kolonie te Londen. De bedoeling is dus dat te Philippi midden in Griekenland een plaats werd gevonden door Romeinen bevolkt.

Een andere vraag loopt over i Kon. 12 : II, 14 waar we lezen dat Rehabeam dreigde het volk, in plaats van met geeselen, met schorpioenen te zullen kastijden. We moeten hier echter niet denken aan de venijnige dieren die zoo heetten, maar aan eene soort van geeselriemen die zeer smartelijke wonden veroorzaakten en daarom genoemd werden naar de schorpioenen wier angels pijnlijk steken. Zoo noemde men later een strafvTerktuig dat ook veel pijn deed, een kat.

i) Spreek uit Broes.

I Wij moeten bij vele uitdrukkingen in de Schrift er aan denken dat zij een dubbele, ' d. i. een letterlijke, maar ook een figuurlijke beteekenis kunnen hebben, evenals dat in onze gewone taal 't geval is. Als wij b. v. in Ps. 89 : 52, in Ps. 65 : iz en in i Petrus 2 : 21 lezen van «voetstappen", dan is het goed daarbij te bedenken, dat dit woord ook vaak een weg of pad kan beteekenen. In het Oosten waren dikwijls geen aangelegde wegen. Maar doordat men van de eene plaats" toch naar de andere moest, en ieder graag den kortsten weg nam, ontstonden er door de vele voetstappen langzamerhand plat-en vastgetreden paden. Men kan dat bij ons in 't veld ook wel zien op paadjes die dienen om den weg te bekorten.

De een liep dus letterlijk in de voetstappen van den ander; zij wezen hem het pad, 't welk hij had te volgen, en zoo wordt deze uitdrukking volkomen duidelijk.

Eindelijk — en daarmee voor 't oogenblik afgedaan — nog een antwoord op de vraag: Waar onze taal, behalve in Nederland, wordt 1 gesproken of verstaan en door hoeveel menschen.

Hierop een uitvoerig antwoord te geven, zou wat veel ruimte innemen. We zullen daarom alleen opmerken, dat onze taal, soms min of meer verbasterd of minder zuiver, gesproken en verstaan wordt in de noorderhelft van België (in 't uiterste noorden van Frankrijk ook nog), in Zuid-Afrika tot zeer ver in 't Binnenland, in het oosten, hel noorden en het uiterste westen van Noord-Amerika en in onze Oost-Indische en West-Indische bezittingen. Ook zijn er vooral in den laatsten tijd vele vreemdelingen die onze taal beoefenen. Misschien kunnen we dus rekenen dat er minstens een 10 millioen menschen zijn die b. v. een boek in onze taal geschreven.kunnen lezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 augustus 1892

De Heraut | 2 Pagina's