GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ook nu nog moeten we onzen lezers iets uit den strijd tusschen Ds. Sikkel en broeder Renkema 'mededeelen.

Hij schrijft thans in de Z.-Holl. Kerkbode: Het begint er nu waarlijk allerdroevigst uit te zien met de positie der mannen, die met een beroep op de historie den naam Christelijke gereformeerde kerk willen handhaven tegenover den ; .aam, - .dien deDordsciie Synode in löiS'ig voorstond namelijk gertformeerde kerken.

De heer R., wiens opgaande zon moest doen uitkomen, dat prof. Kuyper b.v. in ^verregaande onkund verkeerde en als een nachtlichtje moest uitgaan, — de heer R. kwam tegen i6i8 aandragen met de kerkorde van de eenige Synode, die uitdrukkelijk den naam Christelijk gereformeerde kerk koos — viaar het ivas een arminiaansche Synode I Dat had Trigland gezegd, en de broeders lieten nu uitkomen, dat dit nog maar Trigland''s gevoelen was; — toen hebben we hun het oordeel der Dordsche Syno zelve over dat wespennest van 1612 uit hare acta voo gelegd.

We hebben uit Uytenboogaert's kerkelijke historie hun aangewezen, dat het hem op die Synode van 1612 om dien naam Christelijke Gereformeerde kerk te doen was en dat hij van die opvatting waarin hij vrijheid van leer binnen de grenzen des Christendoms bedoeld het heil voor Neêriand had gewacht.

We hebben met de stukken aangewezen, hoe, bij het conventus praeparatorius in 1607 op het oogenblik, dat de partijen, die om de kerk worstelden, officieel po."; itie tegenover elkaar begonnen te nemen - eer.erzijds Arminius en Uytenboogaert en de hunnen; anderzijds Gomarus en Bogerman en de hunnen, — Arminius en ifytenboogaert den naam Christelijke gereformeerde kerk voorstaan, en Gomarus met de zijnen niet.

Nu ware het voor een man als de heer R. een lichte zaak geweest om tegenover deze argumenten van den minder dan «verregaand onkundigen" Ds. Sikkel den naam «Christelijke gereformeerde kerk" uit dat ongewenschte gezelschap der politieken en armi nianen uit de 17de eeuw te redden, en dien naam als voorgestaan door den kerkdijken kring onzer kloeke gereformeerde vaderen uit dien tijd te doen opkomen.

Tegenover ons snuifdoosje met die paar stukjes, die nu ongelukkig van Uytenboogaert en Arminius zijn en waarop zoo precies dien naam «Christelijke gereformeerde kerk" staat, zou de heer R. nu komen met een wagenvraclit van stukken, die tienmaal zwaarder wogen.

Ea nu komt hij.... helaas met stukken, waarin niet eens het woord kerk, maar religie staat!... en die alle politieke stukken zijn.

Precies zooals wij beweerd hadden: gij moet als ge wat vindon wilt, bij de remonstranten en folitieken zoeken.

Waarlijk hadden we er niet zoo mee te doen, we zouden gevaar loopen er mee te spotten en te zeggen: «zoek nog meer en nog meer" want we zijn overtuigd, dat dan argeloos de heele politieke winkel uit de 17e eeuw zou leeggehaald worden, en ons volk dan juist eens gezien zou hebben, hoe het met dien naam stond, en dat er voor de goede lieden, die nu voor itpolitieK' zoo bang gemaakt worden en daarom worden bewogen zich Christelijke gereformeerde tegenover de gereformeerde kerken te noemen, geen ander gezelschap dan dat der politieken overblijft. Want 't is toch heusch merkwaardig!

Maar al had de heer R. het om zijn potsierlijken hoogen toon dubbel verdiend, dat we hem een broederlijken tuimel deden maken, we begeeren het toch niet te zien; daarom waarschuwden we liever, toen we zagen van welke kracht hij is. Niemand kan hem kwalijk nemen, dat hij in de historie minder thuis is en een politiek stuk en een kerkelijk stuk niet zoo precies onderscheidt.

Intusschen ziet het er toch met dat al voor den naam Christelijke gereformeerde kerk, voor zooveel de historie der 17e eeuw aangaat, niet best uit; en elk hoopte met ons, dat er althans een historisch tegenwicht tegen de zware stukken, die zij inbrachten, zou kunnen worden geboden, en dat er toch onder de leiders, die den heer Renkema in hun midden namen, één zou zijn, die zich voor den naam, welke die der gereformeerde kerken moet doen verbleeken, in de bresse stelde. r W h n En die hoop scheen verwezenlijkt te zullen worden. Ds. Van Lingen^ trad in de kolommen van het Wekkertje, maar lïu in kloeker formaat en naam als de Wekker verschenen, in het krijt.

En nu....? Helaas, het doet ons pijn voor de broeders, die op afdoende hulp hadden gehoopt, — maar Ds. Van Lingen brengt.... niets.

Of ja, — schoon hij niet één stuk brengt, waarin de naam Christelijlie gereformeerde kerk voorkomt, welken naam wij uit het bureau van Uytenboogaert en Arminius wel hebben gebracht i — komt hij ook met een tafel vol stukken over de Christelijke gerefor meerde religie; maar.... het zijn weer alle folitieke stukken!

j En dan met het stuk uit 1608, waar we den heer R. nog op een zachte manier van afzochten te helpen, omdat deze dit heusch voor een «kerkelijk" stuk hield, terwijl het een stuk van de Staten van Holland is. Daar komt Ds. Van Lingen mee. En dat is zijn sterkste stuk!

Een stuk, waarmee de Staten de deputaten der Syno^.en, die op oplossing van den kerkdijken strijd in kerkelijken weg en alzoo op onderzoeking en beëindiging van de Arminiaansche beroeringen drongen — van het lijf zoeken te houden.

Vraag eens, wie achter dit stuk zit? Vraag eens, wat geest in 1608 in de Staten van Holland woelde?

Ds. Van Lingen moest deze dingen weten, of althans, voor hij schrijft, onderzoeken. Hij mocht zulk een tout niet maken. B-iJ mocht niet in de Staatsche kringen der 17e eeuw hulp gaan zoeken. In dis kringen en in die dagen is het ei in het nest gelegd, dat in 1816 is uitgebroed. De politieken hebben de kerken onder den voet zoeken te krijgen en zijn het Arminianisme, dat hun beliefde, ter wille geweest. En bij die politieken zoekt Ds. Van Lingen hulp! In Ï6D8 toen zij onder invloed van Uytenboogaert Arminius de kerken letterlijk plaagden in het tegenhouden der Synode i). En waar dan zelfs de naam kerk niet bij hen te vinden is, stelt Ds. Van Lingen zich met religie tevre den, waar het niet om te doen is. Ds. Van Lingen doet dus niets dan onze aanklacht versterken I

TA\!I geheel ongegronde fantasie, dat de naam oorspronkelijk Christelijk gereformeerde kerk is geweest, maar later gereformeerde kerken is geworden, schenkt ieder hen natuudijk, zoolang hij geen bewijzen levert

Het doet ons leed, dat de zaak zóó droevig staat. Alle argumenten, ook die ze zei/ aanbrengen, %ijn te het standpunt dezer mannen.

Is er dan niemand die het bewijs kan leveren, dat onze gereformeerde vaderen met den naam Christelijke gereformeerde kerk tegenover gereformeerde kerken meegingen?

Niemand, die onze stelling kan omwerpen, dat die naam de voorkeur had bij de tegenwerkers der gereformeerden, bij de Arminiantn en politieleen ? Nu, dan staat de zaak hopeloos. Maar dan eischt ook de eerlijkheid dit te erkennen. Waarom een hopelooze zaak vastgehouden?

Hier is niets tegen in te brengen. Slechts zij er nog dit aan toegevoegd. Voor een Christen is er geen andere kerk dan de Christelijke kerk. Het woord Christelijk zit in het woord kerk reeds in. Zijn kerk is dus vanzelf de Christelijke kerk, en daarom laat hij die overtolligheid weg. Wel echter kan zijn kerk gedeformeerd of gereformeerd zijn, en daarom voegt hij dat Gereformeerde er bij.

Voor onze politieken en geleerden daarentegen zijn er allerlei religiën en allerlei kerken. De Joden heeten ten onzent ook een kerk te hebben. Men spreekt, ook van de Mahomedaansche kerk en van de'Mahomedaansche religie. Tot zelfs alle afgoderij wordt religie genaamd.

En op dat valsche standpunt, ja, dan moet natuurlijk het woord Christelijk er bij, om de waie kerk van de Joodsche, Mahomedaarische en andere kerken en religiën te onderscheiden; en zoo komen we dan ten slotte tot de formule van de T> ware, Christelijke, Gereformeerde Re ligie, " waar onze vaderen alleen spraken van ^Ceux 'de la Religion''' zonder eenige bijvoeging, d. i. zij die van de Religie zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 9 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's