GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo zijn niet allen.

Een vrome boer had een paar uur van zijn huis een stuk land liggen, dat zandig was en weinig waard In een huisje 'twelk op dat land stond had eene weduwe met haar kinderen intrek genomen. Zij bebouwde een stuk van den grond en won den kost, zoo goed als 't gaan wou.

De boer had haar verlof gegeven in het huisje te gaan, maar niet over huur gesproken; ook kwam hij die niet halen. De vrouw echter begreep dat zij vroeg of laat zou moeten betalen en zat eiken dag in angst. Want zij had geen penning en vreesde bovendien uit het huisje gezet te zullen worden.

Op zekeren dag hield een wagen voor haar deur stil. De huiseigenaar stapte uit en trad binnen.

De vrouw zette een benauwd gezicht begon te klagen over haar armoe, en zei, dat ze hoopte dat de boer geduld zou hebben en zoo meer.

De man hoorde alles aan, en sprak toen: »Ja, vrouwlief, het is een slechte tijd; ik weet dat ook, en er zijn velen die geholpen moeten worden. Als gij de eenige waart — maar 't is anders."

»Ik durf het haast niet vragen", zei de vrouw, »maar mogen we nog blijven ? "_

Nü haalde de boer een boekske uit zijn zak, nam er een papier uit dat vijf en twintig gulden waard was en sprak:

»Neem dit en zie dat ge 't nog een jaar hier uithoudt; dat zal mij genoegen doen."

Meteen stapte hij de deur uit en eer de vrouw van haar verbazing nog was bekomen, rolde de wagen al weer voort.

»Weet gij/' zegt een oiid vers, s> weet gij een woekering waar God geval aan heeft, liet is wanneer gij Hem uw geld op rente geeft.

Zijt gij verlegen hoe 't ten riemel in zal raken?

Geef het den armen maar, die zullen 't overmaken.

Pas op Ie kleintjes !

Toen we onlangs spraken over de beteekenis der woorden, merkten we op, dat een woord door er iets voor te voegen allerlei beteekenissen kan krijgen, tot twaalf en meer toe.

Eer we echter verder praten mag wel iets anders een beurt hebben, althans indien we afgaan op wat sommige lezers schrijven.

JJr zijn in onze taal een menigte kleine, schijnbaar heel onnoozele woordjes, die men vroeger dan ook maar »deeltjes" of »rededeeltjes" noemde. Ze zijn altijd eenerlei en 't kleinste kind kan ze onthouden. Ik bedoel b.v.:7'an, aan, tot, maar, enz.

En toch zijn die onnoozele woordjes al voor menigeen een oorzaak van last en verdriet geweest, en is deze een betrekking misgeloopen en een ander niet door 't examen gekomen, omdat hij op die »deeltjes'' niet had gelet.

AV^ant, hoe klein ook, ze hebben, althans voor een deel, heel wat te vertellen; zij i-egeeren zelfs, zooals men 't noemt, d. w. z. ze maken dat dit of dat, ja soms wel verscheiden volgende woorden een of andere verandering krijgen: Ik zeg b. v. dat de jonge booiK bloeit; maar straks zit een musch op den jongen boom. Dat kleine »op'' is oorzaak dat die twee volgende woorden veranderen.

We zullen daarover hier niet verder spreken, maar wel over iets anders, dat eren verkeerd is als die voorzetsels en voegwoorden zooals ze heeten, te minachten, n.l. hen verkeerd te gebruiken.

Er is een voorzetsel dat tot het heet. Nu schijnt het dat vele lezers niet begrijpen wat dat eigenlijk beteekent. Althans zij schrijven b. V. Ps. 36 VS. I—4 en denken dan dat dit op vier verzen slaat ofdatbl. 20—30 beduidt: bladzijde 30 er ook bij.

Dit nu is niet zoo. Als ik een stuk land heb, dat loopt van de sloot tot de brug. zal niemand de brug er bij rekenen. »Van Amsterdam tot Haarlem'' beduidt nooit Haarlem er bij. En dus wil »Ps.. 36 VS. 1—4" zeggen VS. I, 2 en 3 niet meer.

Wel zoo dwaas is het, wat sommigen schrijven, Ps. 36 van af het zooveelste vers. »Van" en »af" kunnen niet vlak achter elkaar gebruikt worden o. a. wijl men dan tweemaal 't zelfde zegt. Van = af evenals tot — toe en met = 7nede of mee.

Nu gebruiken we de dubbele woordjes ter versterking, b.v.:

y> Tot den vollen dag toe"; Ga met mij mede; Van dien dag 0/ tot ... .

Maar gij ziet 1". dat die woordjes »toe", smede" en »af'' desnoods wel weg konden blijven; z". dat men nooit zegt »tot toe", »met •mede"; even dwaas nu is »van af".

Dat »van" en »af" 't zelfde zijn, kunt gij merkenuit zinnen als: »Hij viel van de trap" en: »Hij viel de trap af" enz. Daarom is 't ook niet goed te zeggen: »Hij viel van de trap af" en geheel verkeerd: »Hij viel van af de trap".

. Over enkele woordjes later meer. Er is nog wel voorraad!

ANTWOORD.

De vraag, onlangs gedaan omtrent den man die steeds op den langsten dag jarig is geweest en nu al eenigen tijd op den kortsten, 'lost ons de inzender op. De bedoelde man is vóór 4 jaren naar de Ztiid-Afrikaansche Eepubliek trn Ans — naar ruij dunkt, dat zullen de lezers en lezeressen, die zoo veel en velerlei te leeren ) hebben, gemakkelijk zelf kunnen aanvullen, 't Is wel jammer dat ze 't niet al deden.

CORRESPONDENTIE.

F. F. te H. Uw brief ontvangen. Uit het bovenstaande ziet ge, hoe 't met uwe oplossing staat. Zou die ook wel ooit doorgaan?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 30 oktober 1892

De Heraut | 4 Pagina's