Uit de Pers.

Het is niet zonder belang uit Ozinga s brochure de bladzijden over te drukken, waar hij mededeelt, hoe het in den dusgenaamden kerkeraad van Van den Oever toeging. We lezen dienaangaande op blz. 9—15:

Daarop volgde Maandag 7 November eene kerke raadsvergadering. Nu een kleine intermezzo. Sinds ik de gemeente diende — juni 1884 - kwamen eiken Maandag in de kerkekamer de heeren Van Oosteroom, scriba, de diakenen van Boven en Abcouwer (docheze sedert twee jaar) eo ook mijn persoon. Dan erden de collecten geteld, uitbetalingen gedaaa ad­ d inistratie gehouden over alles wat de gemeente aanaat, enz. Van Oosteroonj bediende het sedert 1881 et de grootste trouw en stipste eerlijkheid, wat door p lle daarbij betrokken personen erkend wordt. Op den ersten Maandag in de maand begonnen wij daarmede m zes ure, teneinde de administratieve zaken vóór erkeraadsvergadering uit den weg te hebben. Dus wamen wij 7 November op het gewone uur (6 uur). r bevonden zich toen in de consistoriekamer: C vati oven en U. Freeze, een diaken die sedert Januari n den kerkeraad zit. De kast werd opengemaakt en ok de binnenkast, waarvan Van Oosteroom, Abcouwer n ik, ieder een verschillenden sleutel dragen, maar de as en het archief waren - verdwenen. Waarheen? , .... at konden wij slechts gissen, i) Daarop begon de ergadering Het gebed voor den kerkeraad werd elezen, en daarna de door den kerkeraad geplaatste dvertentie, waarna hun allen, en ook mij gevraagd werd of wij het hiermede eens waren. Op het uit gesproken »ja" werd 4oor v. d Oever gezegd: ik verklaar jelui vervallen van de Oud Gereformeerde gemeente en Ozinga van zijn ambt als predikant Ik moet nog opmerken, dat aile ouderlingen, een diaken en een oud-diaken aan mijne zijde stonden, en dat V. d. Oever twee leden van de gemeente had medegenomen, die nog nimmer zitting in 'den kerkeraad nadden en ik vroeg: Wat moeten die mannen hier? Antwoord: Dat is de nieuwe kerkeraad. Dat is vo\gens de Dordtsche Synode De lezer beoordeele dit._ Ik vroeg verder: Meent gij dat dit ontslag van mij wettig is ? la, zegt v. d. Oever, je bent rechterlijk en jurisch ontslagen 3) Toen ontspon zich een debat dat ik niet kan mededeelen en oak voor het publiek van geen belang is Alleen de hoofdzaak moet men weten; die is: dat diaken Freeze mij toevoegde: Gi] zijt een doode man. God heeft u nog nooit tien minuten verootmoedigd anders moest je je oogen niet durven opslaan. Gij mist elke bekwaamheid tot leeraar en zijt er nooit loe geroepen. Gij brengt met uw leer het volk op een dwaalspoor en ieder oogenblik in uw preeken tast gij het volk (Gods ? ? ) aan. Lezer! daar kon ik het mede doen vindt gij het niet? Mijne bemerking hierop was, dat ik mijn ontslag niet aan nam en predikant bleef bij de Oud Gereformeerde kerk.

Toen stelde van den Oever voor, om mij het te laten, maar, zeide hij een offer moet er vallen, dan moet die schoenmaker (van Oosteroom) en die groenteboer (Abcouwer) er uit en dan doe ik het om Ozinga. De twee genoemde mannen stonden op en zeiden: u dan leggen wij voor ds. Ozinga onze posten gaarne neder. Ik stond op en zeide tegen van den Oever: an zal ik blijven bij uwe gratie? Die wijs ik af. Ik heb geen kwaad gedaan en dus geen gratie noodig en ook zullen die twee mannen er niet uit. met hun wil ik staan of vallen. Van den Oever trachtte toen twee ouderlingen over te halen naar zijne zijde, dat hem niet gelukte en zeide eindelijk: u, is de Heere God, dan volgt gij mij, en is die Baal (God), op mij wijzende, dan volg hem na 1 Eindelijk scheen de man toch te gevoelen, dat het zoo niet ging en stelde toen voor zelf te retireerea Daar kwam zijne partij echter tegen op. Toen zeide hij: u hokt het; Ozinga neemt zijn ontslag niet aan, doe jelui dan een voorstel. Ik zeide: elnu, gij hebt wel vijf en twintig maal voorgesteld om de kerk aan de Overtoom te hebben, en ik de kerk in de Vijzel straat, laten wij dat dan doen. Nu was het antwoord: eef dan maar zwart op wit. Des anderen daags ver gaderden wij maakten een stuk, inhoudende de bepa lingen hoe Je kerkeraad de kerk wilde aanvaarden; dat werd Vrijdag 11 Nov. ingeleverd, en Maandag 14 November werd weder vergaderd om daarover te besluiten. Toen werden wij verzocht het allen te onderteekenen en was de afspraak: an zou vóór i December de zaak maar afloopen, en de predikbeurten bleven dus voorloopig geregeld gelijk zij waren. Daarop kreeg ik briefje:5) 16 November het volgende 16 Nov 92

Ds M OZINGA

Wil U Oosteroom en Abkouwer vragen om zondagmorgen a k. niet de Kerk dienst waartenemen! in de Vijzelstraat maar wel aan de Overtoom

Om onaangenaamheden voor te komen, waar 1 1 zondag avond een begin vertoonden komen ze na gewaarschuw toch I Dan zal ik hun den dienst weigeren met of zonder kracht U d

A V D OEVER

Daar verschijnt het PredikbeurUnblad voor Zonda 20 November en daar lees ik (ik gaf altijd de beurten op) dat voor den predikdienst op Donderdagavond ik geschrapt ben, en v. d. Oever in mijne plaats zal optreden Na onderzoek bleek mij dat v. d Oever dit eigendunkelijk had gedaan. Met verlof van den kerke raad kondigde ik dat 20 November af. Daar kom ik 's avonds in de Vijzelstraat en hoorde dat v. d. Oever, die inmiddels had afgekondigd, dat Ozinga 's avonds voor het laatst zou preeken, Dinsdagsavonds mijne catechisaiiên zou waarnemen, omdat ik de jeugd niet goed onderwees, want ik leerde uit Doedes. 4) Dat wist ik echter niet toen ik den kansel beklom. Ik be diende den H. Doop en preekte over Zondag 9 Er waren echter gekomen de drie diakenen van v. d. Oever. Dat dit niet zuiver was begreep ik, maar wat het beduiden moest, begreep ik niet. Later kwam ik alles te weten, óók dat v d. Oever's morgens verslag had gedaan waarom hij de kas zelf in bewarmg had genomen enz. tevens dat hij voor mijne beurten op Zondag 27 November al iemand had afgekondigd dien hij besteld had zonder dat ik van iets wist. Ik ging naar huis en vond toen Maandagochtend 21 November, 7 uur, in mijn brievenbus het volgende stuk:

NiEUWBB AMSTEI, EN AMSTEHPAM,

den 17 Novb; 1892,

Aan den Heer M. Ozinga, Mijnheer ! De kerkeraad der Oud gereformeerde gemeente te Amsterdam en Nieuwer Anistel, maakt U met deze bekend: , ,

Uwe onzuivere prediking niet naar de duideliike letter van Gods Woord Gal:5 v:9 en 10.; Felip i v: 6a I Tim 6 V:3 en 4 5" moeten wij naar Gods woord handelen Titus 3 v:10 — ....

Gij zijt menigmaal vermaand in het biizonder en in de kerkeraad volgens Mat 18 doch gij hebt U opent lijk in uw recht gesteld ia de Courant «Herout" 770. Gij hebt bekentenis uwer dwaling gedaan in het openbaar Herout 772, dit hebt gij weer weersproken door in te steramen met een valsch geplaatst schrift, door de afgevallen kerkeraadsleden in de Heraut 774, alzoo in de wereld ergernis gegeven, en God en de gemeente beledigd en onteert.

Waardoor ons doel is i Cor 5 v:7a bij het de 3 formulieren van eenhtid sedert langen tijd geschonden en verbroken als geen één maar twee gemeenten ge maakt tegen Gods woord i Cor: v:10. Felip 2 V : 2 en 'om uwe afwijking duidelijke te doen uiiko men, dat gij uw eigen vonnis hebt geteekend om de kerk te huren tot scheiding der kerk en scheuring der Gemeente. „ , , ,

Alzoo een valsche prediker eén die de wereld ergenis geelt in de Courant en een Scheurmaker, waardoor wij U den dienst opzeggen, de predikstoel der Oud Gereformeerde Gemeente outzegeen en verbieden U in naam van den drie eenigen God de bediening der

Sacrementen. , , . 0 0 Dit is bekend gemaakt cp de preekstoel Art 80 - 81.

der Doi-tsche Synode 1618—19 De kerkeraad voornoemd.

A V D OEVER

C. VAN BOVEN.

U FKEESE.

J STBJJN Deze .ifzettingsbul ? ? is letterlijk overgenomen. Van de daarin genoemde menigvuldige vermaningen heb ik en de mede onderteekenaars van dit stuk er nooit eene vernomen. Tevens merke de lezer op, dat er besloten was dat mijne zaak zou afloopen met het plaatsen van mijne advertentie. V d Oever ging bui ten zijn recht om zijne advertentie te plaatsen en nu verklaart hij, dat de kerkeraad door tene tegen advertentie, omdat hij dien laster voor zijne rekening niet wilde nemen, zichzelven van de kerk heeft afgescheiden.

i) Het spreekt van zelf, dat wij hier niet aan oneerlijke bedoelingen denken, maar toch wist ik toen reeds dat v d. Oever wilde waar maken, wat hij gezegd had: »Ie zult er uit, al zal 't mij duizenden kosten." ,

2) Deze keurige combinatie is natuurii]k met voor mijne rekening

3) Letterlijk overgenomen. 4J Ik gebruik op catechisatie voor kinderen beneden 16 jaar Doedes Bijbelsche geschiedenis, boven de 16 jaar het bekende Hellenbroek.

Zoo ziet men waartoe zulk gezelschap-houen onder den naam van Kerk leidt.

Het is niets dan het meest naakte Indeendentisme.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen