Uit de Pers.

Al hielden we onze lezers buiten den strijd die over Neerbosch is gestreden, zoo komt het on toch billijk voor, de conclusiën van het Rapport in deze zaak ook aan onze lezer: -, voor te leggen.

Ze luiden aldus: p. 70, in zake de paedag. gesteldheid:

Concliisièn. Wij zijn aan het Cinde van onze mededeelingen en beschouwingen gekomen, en willen onze wenschen in de volgende conclusiën samenvatten. Wij zijn eenparig van oordeel:

1». dat uitbreiding der weesinrichting moet worden gestaakt, en in verband met de verdere overwegingen, van opneming van nieuwe verpleegden voorloopig moet worden afgezien;

2«. dat met behoud van den eenvoud, aan de stichting eigen, achtereenvolgens verbetering moet worden gebracht:

< 7, in de badinrichting:

b. in de waschgelegenheid in het belang der dagelijksche reiniging;

f. in de ruimte tusschcn de kribben in de slaapz.ilon;

d. door vermeerdering en doelmatiger inrichting der privaten en waterplaatsen.

3" dat het personeel uitbreiding eischt; 4". dat de weezen, behoorlijk, ingedeeld, moeten komen te staan onder rechtstreeksch toezicht van aan den directeur verantwoordelijke personen:

5'. dat de vrouwelijke weezen vooral de leiding behoeven van voor hare taak berekende weesmoeders of helpsters onder toezicht van den directeur zelven;

6". dat de straffen moeten worden verzacht en geregeld;

7". dat geen zware straf mag worden uitgedeeld zonder voorkennis van den directeur;

8°. dat de directeur op gezette tijden met de beambten moet samenkomen om de belangen der weezen te bespreken.

9°. dat de directeur zijne aandacht meer uitsluitend tot de weesinrichting moet bepalen;

io«. dat een bestuur of commissie van toezicht op de hoogte moet blijven van de toestanden in Neerbosch en moet zorgen voor de naleving der door haar bekrachtigde reglementaire voorschriften ten behoeve van' de opleiding en verpleging der weezen.

Sommige leden onzer sub-coiijmissie wenschen hieraan toe te voegen dat nog onder verbeteringen aanbeveling verdienen, o.a. de Stichting van een gymnastieklokaal, het versieren der wanden met toepasselijke spreuken, de opheffing van het winkeltje, hét aanbrengen van brandtrappen en andere middelen tot verzekering van de veiligheid in geval van brand, uitbreiding der waterleiding tot de bovenverdiepingen. Voorts zijn zij van meening, dat voortaan aan helpsters de reiniging van jongens moet worden toevertrouwd, en dat de directie gedurende een zeker aantal jaren op de hoogte moet blijven van het doen en laten van ieder kind, dat de weesinrichting verlaten heeft. Door één lid wordt de wensch uitgesproken om het huis in de Brouwerstraat te Nijmegen voor ambachtsjongens in te richten, en de weezen die voor een of ander vak moeten worden opgeleid na hun 14de jaar te Nijtmgen bij bazen in de werkplaats te laten leeren. Alleen de drukkerij, de binderij, de klompenmakerij en de meubelmakerij wenscht hij te Neerbosch te behouden.

De weesinrichüng te Nee> -bosch heeft gedurend de dertig jaren van haar bestaan naar onze overtuiging veel goeds tot stand gebracht. In alle groote en vele kleine plaatsen van ons land zijn hare verpleegden in betrekkingen van allerlei aard werkzaam, en de tevredenheid van werkgevers en werkgeefsters over werkzaamheid en gedrag van zoo vele in Neerbosch opgeleide kinderen is het beste bewijs, dat de wecsinrichting voor de maatschappij zeer nuttig heeft gewerkt. Indien de directeur, hetgeen wij niet betwijtelen, bereid is, om de leemten in zijne stichting te erkennen, en zich den arbeid onzer commissie ten nutte wil maken, als prikkel om de zoo noodige hervormingen spoedig door te zetten, dan zullen wij ons moeielijk optreden in deze zaak niet betreuren, en zal de waarde van zijn arbeid worden verhoogd.

En voorts: (p. 38.) in zake het beheer:

I. dat haar onderzeek geen spprcn van kw.ade trouw of onttrekking der fondsen aan hunne be-^ stemming heeft aan het licht gebracht, maar wel cene 200 primitieve administratie heeft ondekt, dat daarin geen waarborgen voor een deugdelijk beheer zijn gelegen, en eerie ruime aanleiding wordt gevonden tot beschuldigingen en verdachtmakingen, waarvan de ongegrondheid niet kan worden bewezen ;

II. dat de financiecle administratie een algcheele hervorming behoort te onderga.an. In de eerste )l: iats moet de vermenging van de particuliere in-: omsten vanden directeur met die der vereeniging ophouden. Alle inkomsten mofcten worden geboekt onder hare ware benamingen, en evenals de uitgaven onder verschillende hoofden worden gebracht, opdat afdoende controle mogelijk worde en de financieele uitkomsten van eiken tak van dienst kunnen worden nagegaan. d s

Door het bestuur of eene commissie uit het be­ s stuur worde voortdurend toegezien op de gelde­ i lijke administratie naar vast te stellen regels.

In zake den hygiënischen toestand p. 131:

I

De Hygiënische Subcommissie kan in M ge moede verklaren — na een ampel en nauwkeurig onderzoek door hare leden op verschillende tijden gedaan, door de meesten meerdere malen, bij dag, des morgens vroeg en des avonds laat — gehoord verschillende directeuren, hoogere B en lagere beambten en weezen — gezien de geheele v inr ichting van voren tot achter en van boven tot beneden — dat de toestand der weezeninrichting te Neerbosch uit hygiënisch oogpunt over 't algemeen gunstig is te noemen.

Orde en netheid laten weinig te wenschcn over. Tegen de werkplaatsen, scholen en magazijnen bestaat geen bepaalde hygiënische bedenking.

Voeding, kleeding en dekking zijn goed, zoodat den directeur daarvoor een woord van waardecring toekomt.

Er dient evenwel in het oog te worden gehouden, dat de stichting niet is gebouwd naar een vooraf beraamd plan, maar dat zij°aliengs is gegroeid | en thans zulk een omvang heeft gekregen, dat, in | verband met de vorderingen der hygiëne gedurende de laatste jaren er enkele gebreken zijn ontstaan, die echter met eenige gelde ijke opoffering zijn weg te nemen.

Vandaar dat de hygiënische Subcommissie zich verplicht acht, de volgende conclusiën aan het bestuur der weezen-inrichting over te leggen, opdat het met het gedane onderzoek winst kunne doen.

II.

1. De ventilatie der slaapzalen is onvoldoende, en kan gemakkelijk verbeterd worden, desnoods met behoud der tegenwoordige ruimte.

Aan iedere slaapzaal worden verbonden twee privaten. Deze behooren doelmatige privaattrechters te bezitten.

2. De algemcene toesLind van het beddegocd is goed, netjes, terwijl naar de meening van enkelen eenige bedden reiner konden zijn.

3. De geneesheer crlange eene instructie, volgens welke hij

a. alle nieuw-ingekomen weezen bij hunne opneming onderzoeke;

b. eenmaal per maand .algemcene inspectie houde, zoowel over gezonden als over kranken;

c. zijn bijzondere aandacht wijde aan de iseberciilose (die menigvuldig te Neerbosch voorkomt)

d. en volgens welke beter d.an tot dusver gezorgd worde voor isoleering van besmettelijke huidziekten.

4. In verband met de geadviseerde reorganisatie der ziekenverpleging en met den bouw van het nieuwe ziekenhuis, dat uitmuntend wordt en weldra gereed zal zijn, kan de Hygiënische Subcommissie geruststellende berichten geven betreffende de verpleging van de zieken, temeer als straks eene hoofdverpleegster de verantwoordelijke persoon in s de zieken-inrichting is.

5. Het is der Subcommissie niet gebleken, voor t zoover haar onderzoek heeft kunnen gaan, dat de g lijfstraffen te Neerbosch ooit lichamelijk letsel hebben tengevolge gehad. Zij acht het evenwel nood­ w zakelijk, dat deze niet anders drin door, of in tegen­ n woordigheid van den directeur worden toegepast.

6. De tegenwoordige inrichting der badkamer eischt verbetering. b C

Bij de slaapzalen worde een eenvoudige waschgelegenheid gemaakt.

7. Het wekken der énuristen worde zooveel mogelijk toevertrouwd aan jongens boven de 15 jaar.

De ondergeteekende, Prof. Dr. G. van Overbeek de Meyer, kan zich met het bovenstaande „waardeerend woord" niet vereenigen en heeft verlangd, zijne meening aangaande den sanitaren toestand te Neerbosch zelfstandig uit te spreken.

Hij stelt op den voorgrond, dat hij den heer J. van 't Lindenhout, directeur der wees-inrichting, houdt voor een ernstig en gemoedelijk man, die het goede wil en met grooten ijver gedurende eene zeer lange reeks van jaren heeft getracht, zijne stichting te Neerbosch tot grootere volmaking te brengen. Voor die toewijding verdient die heer voorzeker warmen dank en grooten lof.

Maar het valt naar de meening van den ondergeteekende niet te ontkennen, dat de heer J. van 't Lindenhout bij zijn lofwaardig streven al te zeer op eigene krachten heeft gesteund en zeer groote gebreken zijner stichting niet heeft gezien, of van mindere beteekenis heeft geacht. Wanneer hij bekwame deskundigen geraadpleegd had, o. a. ook den met het behandelen der zieken te Neerbosch belasten geneeskundige Dr. de Blécourt, zouden de groote geldsommen, die aan gestadige uitbreiding der weesinrichting zijn besteed, ongetwijfeld met veel beter gevolg uitgegeven zijn.

Men zou dan geene gebouwen hebben zien verrijzen in den thans algemeen afgekeurden hocfijzervorm; de slaapzalen zouden betere ventilatie-middelen verkregen hebben; de badinrichting zou, inplaats van eene hoogst onvoldoende en primitieve gelegenheid tot het reinigen van het lichaam, eene nagenoeg volmaakte en toch in aanleg en gebruik zeer goedkoope geworden zijn. g d b o k a

Het toezicht op den gezondheidstoestand der verpleegden zou men opgedragen hebben aan een deskundige, inplaats van aan den directeur der L wees-inrichting; ongetwijfeld zou dan een ernstig D onderzoek ingesteld zijn naar de maatregelen, die tot eene aanzienlijke vermindering van de menig­ d vuldigheid der besmettelijke huidziekten te Neerbosch zouden kunnen leiden; de aan deze ziekten en evenzeer de aan enuresis lijdenden zouden afzonderlijke slaap-, leer-en eetzalen verkregen hebben. Men zou de vraag ernstig overwogen hebben, of en in hoeverre de menigvuldigheid der tuberculosis onder de verpleegden aan gebreken der inrichting geweten zou kunnen worden, en zoo ja, wat daartegen dan het best kon worden gedaan. Reeds vóór vele jaren zou eene min kostbare, doch voldoende gelegenheid tot het afzonderen van lijders aan heete uilslagziekten en andere besmettelijke ziektcvormen te Neerbosch verrezen zijn.

Deze groote tekortkomingen mogen echter niet alleen aan den directeur der wees-inrictiting geweten worden; ook de leden van het bestuur der vereeniging zijn daarvoor verantwoordelijk; hunnen invloed op den gang van zaken hebben dezen, althans wat de behartiging der gezondheidsbelangen e betreft, niet weten te gebruiken. Eene reorganisatie van dat bestuur is daarom dringend noodzakelijk.

De ondergeteekende blijft voorts ten stelligste meenen, dat het toepassen van lijfstraffen, in den vorm van slagen met een stok of touw, in de weesinrichting te Neerbosch geheel afgesch.aft moet worden; de onderwijzer of opzichter, die tot het handhaven van orde en tucht geene andere middelen kent en weet te gebruiken, dan het toedienen van lichamelijke kastijding, behoort uit de inrichting verwijderd te worden.

En eindelijk op blz. 187 deze eindconclusie:

De Commissie verklaart dat haar bij haar onderzoek geen enkel bewijs is voorgekomen dat de directeur van Kcerbosch hel oogmerk zou hebben gehad om zich zclven of zijn gezin ten koste der instelling te verrijken en evenmin dat door hem eenige onzedelijke handeling zoude zijn gepleegd.

Zij spreekt ten slotte als hare meening iiit, dat in het belang van Neerbosch niet langer gedraald mag worden mer eene wijziging van de Statuten der Vereeniging, \v.-iardoor deze op veel brëederen grondslag gevestigd wordt en een bestuur optreedt, dat als raad v^n toezicht voortdurend controle uitoefent op de handelingen der directie.

Men mag de hope koesteren, dat een en ander dat verbetering behoeft, verbeterd zal worden.

Iets wat echter onze bedenking tegen zoo groote stichting niet wegneemt.

Althans naar onze vaste overtuiging ligt de schuld niet bij den heer Van 't Lindenhout, maar in het massale van zijn stichting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen