GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar aanleiding van het vonnis door den rechter in zake de Beheersquaestie te St, Anna Parochie gewezen, schrijft Ds, Van Schelven in de Amst. Kerkbode dit:

Eenige maanden geleden behelsden de nieuwsbladen het bericht, dat de kerk der Hervormden te Sint Anna Parochie in Friesland was afgestaan aan de socialisten, om aldaar eene bijeenkomst te houden.

Natuurlijk wekte dat verzet van de zijde der synodale besturen.

Wel zijn er ettelijke sociaUstische predikanten in dienst van het Hervormde Genootschap; men denke slechts aan de heeren Bax en Tenthof en anderen; maar overigens is men van het socialisme nog niet gediend en schuilt men veeleer in den tegenovergestelden hoek, om uit vrees voor dit kwaad in de meest starre behoudzucht heil te zoeken.

Men maakte zich dan ook op om den mannen, die de deuren van dat kerkgebouw voor de socialisten hadden geopend, op de vingers te tikken; en zoo werden die kerkvoogden vermaand zulks niet meer te doen.

Nu waren deze heeren echter zelven, althans in hun meerderheid, socialisten; geen wonder dus, dat zij zonnen op middelen om het dreigend gevaar te ontgaan.

Zij sloegen daartoe den weg in van wijziging van het reglement; daar men vrij beheer heeft, berust de beslissing over wat in dat reglement staan zal, bij de stemgerechtigde leden der gemeente.

Aan dezen werd nu voorgelegd de invoeging in dat reglement van de bepaling, dat, indien een der kerkvoogden door eenige kerkelijke censuur werd getroffen, zulks geen invloed zou hebben op zijn optreden als beheerder van de goederen der gemeente.

Door de meerderheid der stemgerechtigde leden werd deze bepaling goedgekeurd; en nu gingen kerkvoogden voort met het kerkgebouw te geven voor het zoo even vermelde doel.

De kerkelijke besturen lieten het daarbij echter niet zitten; censuur werd uitgesproken tegen hen, ' die den socialisten hulpe boden, door 't classicaal bestuur, waaronder Sint Anna Parochie staat.

Nu meende men deze mannen ook als kerkvoogden te kunnen venvijderen; met behulp van de minderheid der stemgerechtigde leden werd een nieuw college van kerkvoogden geformeerd; dit college constitueerde zich en eischte toen van de oude kerkvoogden op de goederen der hervormde gemeente.

Deze heeren beriepen zich echter op de regeling voor het beheer voor Sint Anna Parochie vastgesteld in den wettelijken vorm; ook op de nieuwe bepaling, dat kerkelijke censuur geen gevolgen zou, hebben voor het beheer; en weigerden dientengevolge aan den gestelden eisch gevolg te geven.

Zoo kwam de zaak voor den burgerlijken rechter.

Deze geheele geschiedenis wekt eigenaardige herinneringen op bij vele Gereformeerden te Amsterdam.

Denk de prediking van de socialistische leerstellingen er uit weg en stel er voor in de plaats de handhaving van de aloude belijdenis der kerken bij de reformatie der zestiende eeuw herboren; en men heeft zoo eenigszins iets als de geschiedenis in 1886 en 1887 alhier doorleefd.

Men weet dan ook, dat de Gereformeerden toen gepoogd hebben het recht der plaatselijke kerk in beheersaangelegenheden te handhaven tegen een ingedrongen bestuur, door te bepalen, dat kerkelijke censuur geen invloed zou hebben op het beheer der kerkelijke goederen,

Hoe dat toen gegaan is, weten de meesten onzer nog levendig genoeg; om de vraag van wat in die regeling stond, heeft men zich niet bekommerd; en de politie werd, gebruikt om, zonder dat de rechtsvraag uitgemaakt was, de synodalen bij te staan.

Een dergelijk liberalisme als dan van 1834 en volgende jaren was toen aan het woord.

Toen is reeds geprofeteerd, dat, evenals de praktijk van 1834 nu door allen veroordeeld wordt, weldra een gericht zou gaan over het bedrijf van 1886 en 1887.

Er schijnt nu reeds eenige kentering te komen in de meeningen dienaangaande; althans in het proces over Sint Anna Parochie is de merkwaardige uitspraak gevallen, dat de synodale kerkvoogden in het ongelijk zijn gesteld; en dus de andere, hoewel gecensureerd, toch het beheer kunnen blijven voeren.

En nog merkwaardiger is, dat in de kerkelijke courant een synodaal hoogleeraar openlijk uitspreekt, dat deze uitspraak volkomen juist is en op haar geen inspraak kan gemaakt.

Wij vernemen dat met belangstelling; natuurlijk niet met het oog op de kwestie der kerkelijke goederen zelve; die rust nu en niemand kan zeggen, of zij ooit naar den eisch des rechts zal worden opgelost.

Wij doen dat echter wèl met het oog op de oordeelvellingen, waaraan de mannen die toen optraden hebben blootgestaan; wij behoeven de toen gebruikte woorden niet te herhalen, overtuigd dat velen niet anders dan met schaamte kunnen terugdenken aan wat toen bij hen over de lippen is gekomen.

Immers nu blijkt dan toch, dat de toen door de Gereformeerden gehuldigde rechtsbeschouwing noch dwaas noch onzedelijk was; zoo worden dan de Gereformeerden gereinigd van den smaad hun toen aangedaan.

Wel wekt het dan verbazmg, dat de vonnissen in die dagen zulk een anderen geest ademden dan dit, nu gewezene.

Daarbij mag mindere bekendheid met het Gereformeerd kerkrecht zeker niet uit het oog worden verloren; tevens mag anderzijds niet voorbij worden gezien, dat de kerk steeds heeft moeten ondervinden, dat des Heeren Woord waarachtig is; indien gij van de wereld waart, zoo zou de wereld het hare liefhebben.

Dit is niet te sterk gesproken.

Alle handelingen, indertijd door het Classicaal Bestuur in de Nieuwe kerk gepleegd, zijn door dit vonnis geoordeeld.

De afwijkende conclusie, van dit vonnis zal wel hieruit te verklaren zijn, dat men de »Doleerenden" te zijner tijd beschouwde als een nieuw genootschap, en alzoo oordeelde, dat de > Doleerenden", ook al gold de op hen toegepaste censuur niet, feitelijk zich buiten het Beheer hadden geplaatst, door tot een ander genootschap over te gaan.

Althans op deze, o. i. geheel onjuiste overweging, rustte het vonnis vanden HoogenRaad in zake de Amsterdarasche Beheersquaestie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 mei 1894

De Heraut | 4 Pagina's