Uit de Pers

Een waar woord schreef Ds. Klaarhamer in de Utr. Kerkb. over de extra-collecten.

Zie het hier.

Er is naar onze meening een kwaad in onze kerkelijke samenkomsten tot den dienst des Woords ingeslopen, dat dreigt vasten voet te krijgen en dat langs zoo meer als een heel gewone en behoorlijke zaak gaat beschouwd worden.

Wij bedoelen de i'.r/'ra-collecten voor die belangen, waarvoor reeds vaste inzamelingen gehouden worden.

Daarmede worden dus niet bedoeld inzamelingen voor de zending, voor hulpbehoevende kerken, voor de Vrije Universiteit of de Theologische School, voor de scholen die de kerk stichtte en onderhoudt enz. Want dit zijn allen vaste collecten, die voor kerkelijke zakeil en belangen worden gehouden en die alleen hierin van andere collecten onderscheiden zijn, dat zij niet elke week en niet in elke vergadering geschieden.

»Extra-collecten" zijn die inzamelingen, die hier en daar zelfs elke maand en dat nog wel naar een reeds aan 't begin van 't jaar opgemaakt rooster wederkeeren voor de behoeften van den kerkediens en van de diakonie.

Die collecten zijn daarom kwaad, omdat zij een redmiddel zijn tegen het ongerief, dat uit een leelijk en niet onschuldig gebrek ontstaat.

Uit de opgemaakte en vastgestelde begrooting en uit den alle 3 maanden openbaar gemaakten staat van inkomsten en" uitgaven, weet heel de gemeente en elk lid precies hoeveel er voor den kerkedienst (en ook voor den dienst der barmhartigheid) noodig is, iedereen weet ook, hoe groot 't deel der inkomsten voor den kerkedienst is, dat uit vrijwillige uitgaven in de collecten moet inkomen en zie, in plaats van nu met zorg en 7iaar vasten regel bij te dragen, doet men dat op enkele goede uitzonderingen na zoo eens naar inval en luim of nuk, I Corinthe 16:2; 2 Corinthe 9 : 5, 6.

En dit is de oorzaak, dat er nu niet voldoende ingezameld wordt, waarbij nog komt, dat menigeen minder geeft, dan waartoe hij van den Heere verplicht en in staat gesteld is.

Hield elk zich aan 2 Coi". 9:5, 6 en aan i Cor. 16:2, zorgende te gaven »iiaar dat hij vermogen onit ing' en dat 't »een te voren gereed gemaakte' dus wel overwogen gave ware, dan zou er nimmer of uiterst zelden alleen voor bijzondere gevallen een extra-coWtctn voor de kerk fof armen) noodig zijn. Nu geeft deze zaak allerlei stoornis.

Dit onordelijke geven is de oorzaak van onorde i de administratie van den kerkedienst (en van diakenen). En onorde, is overal maar vooral in he kerkelijke leven zonde, want zij is tniet uit het geloof."

Het is lastig en bezwarend voor hen, die in deze zaken de gemeente dienen, want zij moeten telkens »voorschieten", indien zij geen schande en smaad over de kerk willen brengen, die haar verplichtingen niet nakomt.

niet nakomt. Veelvuldige inzamelingen in de samenkomsten zijn ook niet dienstig aan de goede orde en de stichting.

Bovendien wordt het bewustzijn van wat roeping is, als de zak voor »kerk" (of »armen") wordt gepresenteerd er zeer door verzwakt.

En daarbij blijkt 'tonnoodig, want de opbrengst dier extra collecten bewijst telkens, dat het der gemeente toch niet aan middelen ontbreekt, en dat zij in haar geheel genomen ook niet onwillig is, maar integendeel lofmag hebben over haar offervaardigheid, al valt niet te ontkennen, dat soms door die extra collecten de gewillige en goedwillige door dubbel te geven goedmaakt, wat de onwillige of slordige te kort kwam.

Wat er aan te doen?

Geen extra collecten houden, — maar dan komt er niet, wat er zijn moet.

Rondgaan zoo dikwijls er te kort is, maar dat is onuitvoerbaar, want dan itonden diakenen en kerkelijke administrateurs bij den tegenwoordigen stand van zaken wel het gansche jaar door blijven rondgaan, zij zouden dan toch bij alk leden een bezoek moeten brengen, óf zij zouden alleen moeten gaan bij hen, die niet naar behooren bijdragen, maar dit is juist verborgen.

Ons dunkt veel verbetering zou het geven, indien men voor den kerkedienst besloot tot het vragen en geven van vaste hoewel vrijwillige jaarlijksche bijdragen, die elk bepaalt naar 3 Cor. 9:5 en 6 en naar i Cor. i6: 2. Hetgeen volstrekt niet strijdt met Mattheus 6:1—4, want wat men in de behoeften van den kerkedienst bijdraagt, is volstrekt gee7i aalmoes maar juist 't tegengestelde, het is eenvoudig zijn verplichtingen nakomen, fo/rti/^w wat men samen sclmldig is.

En als men dan voor de aalmoezen, de gaven der barmhartigheid, die men den Diaken toevertrouwt desnoods ook eens denkt aanLukas 12:33, dan zal er ook voor de armen wel niet te kort komen.

Telkens wéér op de verkeerde oorzaken en gevolgen van deze vele extra collecten te wijzen, kan ook dienstig zijn.

De Heere zegene ook deze poging om onze kerken op dit punt te verwakkeren, dat zij dit verkeerde uit hun midden wegdoen.

Hier is veel waars in.

blij­ Een extra-coVi& cie moet extra-ordinair ven, en mag nimmer regel worden.

Nu onderscheide men hierbij echter wel. Buiten de gewone collecten voor kerk en armen, wordt er heel het jaar door ook een reeks zeer gewone, geregeld terugkeerende collecten gehouden voor de behoeften der gezamenlijke kerken, scholen, inrichtingen van barmhartigheid, enz.

Dit nu zijn geen extra-collecten, maar gewone collecten, alleen met dit verschil, dat ze voor zulk een bepaald doel slechts een enkele maal worden gehouden.

Extra-collecten daarentegen zijn dezulke, die voor kerk of armen boven de gewone collecten worden gehouden, overmits de gewone niet genoeg opbrachten, of wijl plotseling de nood bijzonder steeg.

Alleen deze laatste, werkelijk if.r/'ra-collecten zijn een aanklacht voor de gemeente, tenzij ze door bijzonderen nood, die plotseling opkomt, noodzakelijk zijn geworden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen