GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BELEVEN EN VIEREN.

Nu meer dan vier eeuwen geleden werd erin ons land een prijsvraag uitgeschreven. Wie het beste antwoord gaf zou bekroond worden.

De vraag was: »Wat geeft den stervenden mensch den meesten troost? " Het antwoord nu dat bekroond werd luidde: »De verrijzenis des vleesches", anders gezegd: De opstanding des lichaams uit het graf.

Onze vaderen hielden dit voor het beste antwoord. Dat het een goed antwoord was — schoon er iets aan ontbreekt — is zeker. Want de apostel Paulus zegt ons duidelijk, dat zoo er geen opstandiiig is, de prediking van het Evangelie ijdel is en ijdel ook ons geloof. Alle levenden weten dat zij sterven zullen, maar die in Christus sterven weten ook, dat zij weder eens met Hem zullen leven, ook naar het lichaam, 't welk verrijzen zal uit het graf, gelijk Hij verrezen is.

Dit gedenken we op het Paaschfeest en dat is de vreugd er van.

Vóór vele jaren leefde er een oud man. Zijn kleinkinderen, die hem op Paschen naar gewoonte bezochten, vroegen hem eens :

Lieve grootvader, gij zijt al zoo oud. Hoeveel .Paaschfeesten hebt u toch al gevierd? "

Veertig, " was zijn antwoord.

Hé, " zei toen een van de oudste kinderen, sik dacht dat u al veel ouder was."

Dat ben ik ook, '' z~ei grootvader toen glim-

lachend, »en toch heb ik nog maar veertig Paaschfeesten gevierd. Ik heb er vijfenzeventig beleefd. Maar beleven en vieren zijn twee."

Dat begrepen de kinderen, toen hij 't hun uitlei, ook, en ik hoop dat de lezers het eveneens vatten. Als dan de Heere God hun in zijn genade geeft het komend Paaschfeest weer te beleven, laten ze dan zichzelf eens vragen of zij het vieren ook. Want daar komt het op aan.

De dood is door een mensch in de wereld gekomen. Maar ook de opstanding der dooden is door een Mensch. De een bracht den dood, de ander het leven. De zonde van Adam heeft tot bezoldiging, d. i. tot loon, den dood; de gerechtigheid des Heeren Jezus brengt als genadegift het eeuwige leven.

Zoolang iemand alleen in den eersten mensch is kan hij wel het Paaschfeest beleven, en blij zijn als het dan mooi weer is, en hij smakelijk eet of op reis gaat of zoo al meer, maar hij viert het Paaschfeest niet. Maar als hij in den tweeden Mensch is, de Heere uit de hemelen, dan viert hij vroolijk Paaschfeest, ook al regent het en heeft hij weinig en zit thuis. Want zijn blijdschap is niet in de dingen die met den dood ophouden, maar in de eeuwige dingen die Christus geeft aan al degenen dier kinderen die opstandig zijn. Zulke kinderen, vrienden, moet gij ook zijn of worden. Dat zegt u het Paaschfeest. En de Heere Christus wil u dat geven. Hij verscheen na zijn Opstanding aan den apostel Johannes en sprak tot hem: sik leef en ben dood geweest en zie Ik ben levend in alle eeuwigheid." En daarna openbaarde Hij hem nog vele heerlijke dingen. Doch aan het einde daarvan staat: »Die wil die kome en neme het water des levens om niet."

Om niet., alle genade des Heeren, ook de vreugd van het Paaschfeest, de blijdschap in Hem, de heerlijke zekerheid dat de dood is overwonnen en dat allen die gelooven, in Jezus Christus zullen opstaan tot een nieuw en heerlijk leven, in een verheerlijkt lichaam, een lichaam dat wordt opgewekt in heerlijkheid en kracht.

Dat hebben de vromen van allen tijd geweten en er zich in verblijd. Paulus wist het en de menschen, van wie ik zoo even sprak wisten het, en dat het nu nog zoo is toont ons het schoone lied, dat niet lang geleden werd gemaakt, door een die het ook wist, en dat hier volgt:

Zingt nu den Heere een vroolijk lied Dat alle tong Hem prees. Die aan het kruis het leven liet, Maar heerlijk weer verrees.

De steen is weg, en ledig 'tgrai Het windsel bleef alleen, Nu Christus 't leven zich hergaf , En aan zijn volk verscheen.

o Gij die juichend hem herkent, Verkondt Gods groote daan, En maakt het aan heel de aard bekend De Heere is opgestaan.

Nu blijft, als eens mijn harte breekt, De Pascha-vreugd toch mijn. Ik weet mijn Heiland leeft, die spreekt: Ik zal uw leven zijn!

AAN VRAGERS.

Een tweede vraag uit den rijken voorraad van vriend L. B. te V is:

Wat verstaat men onder de Epacia?

Epacta komt van een Grieksch woord, dat beduidt: bijvoegen. Men verstaat er door het getal dagen dat verloopen is van de laatste nieuwe maan tot i Januari. De epacta dient dan om de nieuwe manen te vinden voor het geheele jaar. De epacta worden of werden gebruikt om den tijd van het Paaschfeest te berekenen. Dit laatste toch valt niet vroeger dan 22 Maart en niet later dan 25 April,

Hoe nu de berekening geschiedt, kunnen we hier niet vertellen, wijl het wat te veel plaats eischt en ook nog al moeielijk uit te leggen is. Gelukkig zegt ons de almanak voldoende wat wij weten moeten.

Met de verdere vragen hebbe vr. B. een beetje geduld; er is nog meer te beantwoorden.

De rechte waarde.

Sergius, een Romeinsch veldheer, was zeer rijk, wijl hij van den buit, op den vijand behaald, veel ontvangen had. Hij hechtte aan deze rijkdommen groote waarde en bewaarde zijn schatten zorgvuldig, ja als een gierigaard. Op zekeren dag kwam een arm, maar verstandig man tot hem en Sergius vroeg, om hem op de proef te stellen, wat meer waarde had voor hem, een mand olijven of een edelgesteente.

Dat hangt er van af." was het antwoord.

Hoe bedoelt gij datr" vroeg Sergius.

Wel, " was het antwoord, »de olijven kan ik gebruiken, maar het juweel zou voor mij alleen waarde hebben als ik het verkocht. Bij al uw schatten 'zou iemand nog kunnen verhongeren. Zij hebben alleen waarde als men ze besteedt." Sergius dacht na. Hij vond ten slotte dit antwoord, hoe eenvoudig ook, zoo verstandig, dat hij den man een edelgesteente schonk, en, wat minstens even goed was, zijn leven beterde.

Het verhaal »Uit het vuur gerukt" hopen we in het volgend nummer voort te zetten.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 april 1895

De Heraut | 4 Pagina's