GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot zelfs in de Bode der Heldring-gestichten komt het Calvinisme aan de orde.

Van de hand van Ds. Pierson las men er dit over:

Onlangs kwam mij in handen het pas verschenen werk van Dr. Adolph Zahn: «Die beiden letzten Lcbensjahre Vtfn Johannes Calvin": Daarin trof ik op bl. 6 de volgende merkwaardige woorden aan: «Calvin ist in der Lehre fehlerlos; sein Bekenntniss ist die runde Summe aller Ergebnisse der Reformation", en een weinig verder; «über Calvin hinaus gibt es keine Verbesserung, keinen Fortschritt". (Calvijn is in de leer feilloos — zonder fout - -zijn belijdenis is de ronde som van alles wat de Hervorming opleverde .... Verder dan Calvijn is er geen verbetering, geen vooruitgang.) Krasser kan het wel niet gezegd worden, maar men vraagt zich daarbij af, hoe een Christelijk man zulke woorden kan neerschrijven, en niet schrikken van zijn eigen uitingen. Calvijn in de leer zonder fout! Zijn stelsel, zijn dogmatische leer is niet meer te verbeteren, alles is daarin begrepen wat men noodig heeft!

Onze tijd houdt van zulke'verklaringen.5Men'fis moede van het denken en geeft zich gaarne gevangen onder de macht van een groote persoonlykheid. In . de Roomsche kerk, die gewoonlijk toont de teekenen der tijden goed te verstaan, al legt zij ze op haar wijze uit, heeft men dit reeds 26 jaar geleden gevoeld en het leerstuk van de onfeilbaarheid das Pausen kwam daarom ter rechter ure.

Hier krijgen wij het leerstuk vaii de onfeilbaarheid van Calvijn even beslist, even onbeperkt, uit de pen van een vurig aanhanger, die zich beklaagt, dat in Nederland Calvijn zoo slecht begrepen wordt. Alleen zou men haast geneigd zijn de Roomsche opvatting nog daar boven te verkiezen, want Calvijn is 300 jaar dood en de Paus leeft, zoodat laatstgenoemde de toepassing van zijn leer op den tegenwoordigen tijd kan geven, welk voorrecht wij bij Calvijn missen.

Dat zulk geloof in een stelsel de zuivere uitdrukking zou zijn van het Christelijk geloof, laat zich intusschen moeilijk volhouden. Indien het Gode behaagd had, ons alzoo te leiden en te leeren, zouden wij gewis een geheel anderen Bijbel hebben dan wij thans bezitten. Een Catechismus ware dan veel voortreffelijker geweest en had beter het doel bereikt.

Of onze "tijd nu 'al in' die 'richting stuurt, |is 'voor ons geen reden om'daarin mede te gaan. Nergens vind ik in de Schrift zulk een leer gehuldigd. Bont, rijk, veelkleurigis het, leven en de Schrift as'er de zuivere spiegel van. Hopelooze pogingen kan men doen om een gesloten stelsel te maken; h'-t leven, dat zich geopenbaard heeft in Gods Woord, spot er telkens mede en maakt de stelselmakers verlegen. Keuren wij daarmede af een stelsel te ontwerpen en een • Catechismus te maken ? ^Volstrekt niet, mits men^ons vergunne' daar nietjmeer waarde aan te hechten dan zij hebben. Wié goed redeneert zal steeds, als zijn^beginselen zuiverjzijn, een deel van de waarheid helder uiteen zetten en recht hebben in hetgeen hij verkondigt. Maar dit neemt niet weg, dat een tweede evenzoo van zijn standpunt uit een andere zijde van|, de waarheid verkondigt, die wij evenmin mogen verwaarloozen.

Nergens komt dit meer uit dan in de verkondiging v^n het ^.verzoenend bloed des kruises.

De meest uiteenloopende beschouwingen zijn dienaangaande_ gegeven; .en zij laten zich nog vermeerderen.

Hoe hemelsbreed uiteenloopend wordt reeds de opvatting, naarmate men uitgaat van de grondgedachte : God Somierein of God Vader. De eerste is in de Schrift niet minder gegrond dan de tweede. »Zoo ontfermt Hij zich dan diens Hij wil en Hi verhardt dien Hij wil" is evenzeer waar, als de voorstelling in den verloren zoon, waar God als Vader Zijn kind ziet heengaan en tot ellende vervallen.

Is God Souverein, dan is de zonde natuurlijk opstand, verzet tegen Zijn heilig recht, schuld en eischt zij straf en voldoening. Het recht kan niet bevredigd worden door iets minder dan volkomen recht tot het uiterste doorgevoerd. Doch dan ook is dat recht voldaan, als de straf wordt geleden en de schuld betaald.

Is God Vader, dan is de zonde veel ingrijpender, veel dieper en bestaat zij in vernietiging of althans schending van Gods beeld in zijn kinderen. Doch dan is ook de verzoening niet te bereiken door het dragen van straf en het voldoen van Gods eischen, maar alleen door herstel, volkomen herstel van het beeld Gods in den mensch.

Deze twee gedachten in een stelsel te vereenigen gaat daarom reeds niet, omdat de beide beginselen: Souverein en Vader aaia menschelijke voorstellingen zijn ontleend, |die i^steeds los naast elkander zullen blijven staan.

De Schrift laat nu eens de eene dan weer de andere voorstelling op den - voorgrond treden en bewaart ons voor eenzijdigheid. Maar de stelselmakers doen dit niet en bevredigen wel voor een poos ons verstand, wanneer zij zich daarvan meester maken, maar niet het hart, waar zij geen vat op hebben.

Onze roeping is eerlijk met Gods Woord om te gaan en de inwerking van elke uitspraak Gods op ons gemoed niet door verstandelijke redeneeringen te verlammen.

Als ik in Gal, 3 : 13 lees, dat Christus een vloek is geworden voor ons, omdat «vervloekt is een iegelijk die aan het hout hangt"; als ilc Hem hoor roepen: lama sabachthani", dan mag het snijdende van dit woord mij pijn doen, ik heb het als waarheid te aanvaarden en te voelen. Maar als in Efeze 5 : 2 dat lijden «een welriekende reuk" wordt genoemd, hoe kan ik dan op dat oogenblik aan den reuk des doods denken, die dat woord »vloek" ademt ? Die reuk des doods is allesbehalve welriekend.

Laat aan de verstandsmenschen de meening, dat het mogelijk is een afgerond stelsel te geven van de waarheid Gods; wat hebben wij ons aan hun redeneeringen te storen! Als ik de Schrift opneem, bruischt en stroomt mij daar het volle leven toe en behoef ik niet te vreezen, dat God de eenheid niet zal weten te handhaven in zijn geopenbaarde waarheid. Jezus Christus is de waarheid en dat ten volle.

Daar wij echter allen beperkt zijn, spreekt het vanzelf, dat wij steeds voorliefde zullen koesteren voor een of andere opvatting. Doch wat hinder ? Terecht heeft Groen gezegd: «onpartijdig kan hij alleen zijn, die partij kiest". Niemand verbeelde zich, zelf een stelseltje te hebben uitgevonden, dat alles omvat. Het past ons niet laag neer te zien op de groote geesten, die hun krachten beproefd hebben aan een goed gesloten stelsel. Integendeel hun eenzijdigheid doet schatten vinden, die de oppervlakkige nooit zal ontdekken.

Wanneer iemand een mijn ontgint en door steeds dieper te graven ze meer en meer doet opleveren, en een ander daarnaast hetzelfde doet, kan ik dankbaar beider voortreffelijkheid en ijver boven eigen inspanning erkennen, doch daarom wil ik niet veroordeeld zijn, om de waarde van de eene mijn te loochenen ter wille van de andere. Diepiinnigheid en veelzijdigheid gaan nu eenmaal in een mensch niet gepaard. Gods Woord alleen bezit die en wij menschen worden — zoo wij het leven ernstig hebben leeren opvatten - — of tot het eene of tot het andere meer getrokken.

Alleen men noeme niemand »fehlerlos".

Of Dr. Zahn zijn woorden bedoeld heeft, zoo als Ds. Pierson 7e uitlegt, kunnen we niet besen.

Haast zouden we het betwijfelen, en als historische verklaring opvatten, wat Ds. Pierson voor een dogmatische betuiging aanziet.

Historisch kan ik zeggen, dat de actie die uit de Reformatie opkwam, in dat tijdperk, door Calvijn tot volkomen zuivere uitdrukking was gebracht en dat men boven Calvijn niet uit kan gaan.

In elk geval had de billijkheid gevorderd, dat Ds. Pierson er bij had gezet, hoe in Zahns oordeel, opgevat zooals Ds. Pierson het doet, hier te lande door niemand gedeeld wordt.

Nu maakt het op de lezers van de Bode allicht den indruk, dat dit aan Zahn toegeschreven gevoelen het gevoelen der Calvinisten hier te lande is, en dit moet hen wel versterken in hun hartgrondigen afkeer van dit slag lieden.

Ze zullen toch denken: Niet öni Dr. Zahn was het Ds. Pierson te doen, maar om o& s de Calvinistea te doen kennen.

Wat het verdere stuk aangaat, zij opgemerkt, dat de t> vee reeksen in de Schrift onmiskenbaar zijn, en dat het ons nimmer gelukken zal, beide in een te doen vloeien.

Maar al is dit zoo, uit te spreken gelijk Ds. Pierson het doet, dat de beide mijnen dan maar zonder onderling verband moeten ontgonnen worden, laat zich begrijpen in een practisch directeur van philanthropische gestichten, maar staat gelijk met het afdanken van alle systematische theologie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 april 1896

De Heraut | 4 Pagina's