GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bedenkelijke praktijken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bedenkelijke praktijken.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 15 Mei 1896.

Terecht wijst de Bazuin er op, dat er een zeer ernstig gevaar schuilt in de praktijk van zekere kerkeraden en classes, om over synodale rapporten, die ter kennisneming worden rondgezonden, een stemming uit te lokken.

Consequent doorgevoerd komt dit stelsel hierop neer, dat i". alle rapporten van dien aard in de 700 kerkcraden aan stemming worden onderworpen, of ook amendementen op voorgestelde conclusiën in stemming worden gebracht; 2°. dat deze zelfde rapporten ten tweeden male in stemming worden gebracht op de gezamenlijke classes, waarop nogmaals diezelfde 700 kerkeraden vertegenwoordigd zijn; 3". dat deze classes naar de provinciale synode broederen afvaardigen, die bereid zijn te stemmen, zooals de meerderheid op de classes stemde, en dat op die provinciale synode, die insgelijks de 700 kerken reprcsentecrcn, diezelfde rapporten ten derden male in stemming kunnen gebracht worden, en dat deze stemming niet afwijkt van die op de meerderheid der classes; en ten 4". dat deze provinciale synoden naar de synode-generaal broederen afvaardigen, die bereid zijn te stemmen zooals de provinciale synoden stemden, en dat er alsdan op deze generale synode, die eveneens dezelfde 700 kerken in. zich draagt, ten vierden male gestemd wordt over diezelfde rapporten, waarover door die kerken reeds drie malen is gestemd, en dat wel niet op voet van vrij oordeel, maar in gebondenheid aan de stemming op de provinciale synodi.

Nu wenschen we dit stelsel niet te ridiculiseeren, want de vindingrijkheid op het terrein van geconfedereerd stemrecht is zoo groot, dat er al heel wat dwazer stelsels zijn uitgedacht en in praktijk gebracht.

Alleen maar, indien men acht dit stelsel in de Gereformeerde kerken te kunnen en te mogen invoeren, dan richte men zich in zijn kerkverband ook op dat stelsel in.

In onze oude republiek heeft jaren lang, een stelsel van federatieve stemming geheerscht, dat veel op het boven omschreven stelsel lijkt; maar toen pasten op dat stelsel dan ook de regelingen en de vormen van stemming.

Thans b.v. heeft de generale synode het meest onbetwiste recht, om op een voorgestelde conclusie een amendement of wijziging aan te nemen, waardoor de strekking van die conclusie zeer in het oog loopend gewijzigd wordt, zonder dat of de provinciale synodi, of de classes of de kerkeraden hierover gehooid zijn.

Dit uu werpt uiteraard heel het stelsel onderstboven; want volgens het stelsel zou zulk een amendement dan eerst terug moeten naar de provinciale synodi, om te weten hoe die er over oordeelden, en deze zouden het weer terug moeten zenden naar classes, om te raadplegen wat zij er van dachten, en uit de classes zou het weer terug moeten naar de kerkeraden, om er her oordeel dezer eenige besturen over te vernemen.

Thans kunnen ook de provinciale synodi een voorstel tot wijziging van een conclusie aan de synode voorstellen. Maar in het stelsel past dit niet. Immers over dat verschil zijn de overige provinciale synodi niet gehoord. De afgevaardigden dezer ove­ r rige provinciale syiiodi weten dus niet hoe kun synodi er over deuken. En naar eisch van het stelsel zou dus ook elk amendement op eenige conclusie ingediend, door eenige provinciale synode vooraf aan de zuster-synodi zijn te zenden, door deze weer . naar de classes, en zoo weer naar de kerkeraden.

Thans komen op de synode-generaal allerlei onderwerpen aan de orde, waarover geen rapporten werden rondgezonden, en waaromtrent men op de provinciale synodi, in de classes en op de kerkeraden vooraf niets wist, en waarover men dus niet adviseeren kan Ook dit strookt, gelijk in het oog springt, in het minst niet met het stelsel. Immers krachtens den eisch van dit stelsel, zou elk voorstel vooraf in de mindere vergaderingen behandeld, aan stemming onderworpen, en een besluit er over als lastbrief aan de afgevaardigden mee moeten gegeven worden.

En óók, thans kunnen ter synode-generaal zaken inkomen, onderwijl de synode zit. Dit kan zelfs in de laatste zitting gebeuren; vooral zoo het zaken van spoedeischenden aard geldt, die anders het saamroepen van een extra-synode noodzakelijk zouden maken. Volgens eisch van dit stelsel zou nu de synode zulke zaken niet in behandehng mogen nemen, want noch de synodi-provinciaal, noch de classes, noch de kerkeraden zijn er in gekend.

Thans geldt, om ook dit nog op te merken, de stelregel, dat de synode is een samenkomst der kerken zelve, synode beteekent niets dan samenkomst, waarom men er in Schotland ook het Engelsche woord Assembly, d. i. samenkomst, voor in plaats heeft gesteld.

Naar dit grondbegrip van ons geldend Gereformeerd kerkrecht zitten dus de kerken zelve in de synode, evengoed als ze streeksgewijs in de classis, & ia. gewestgeiuijs in de provinciale synode zitten. Naar dit grondbegrip kan er dus van een consulteeren der kerken buiten de synode door de synode geen sprake zijn.

Om dit stelsel te doen zegevieren, moet dit aloude grondbegrip dus geheel veranderd worden, en moet de synode vervangen worden door een registreercollege, dat stemt bij lastbrief.

Ten slotte is het dan ook duidelijk, dat voor de invoering van dit op Gereformeerd terrein onbekende stelsel, een andere kerkelijke indeeling moet worden ingevoerd. In dit stelsel toch dient het nergens toe, dat er tusschen de kerkeraden en dit synodaal college, waarin men naar lastbrief stemt, nog de geleding van de classis, en de geleding van de provincie in staat. En de triomf van dit stelsel zou eerst dan bereikt zijn, indien elke kerkeraad een man met lastbrief zond naar dit synodaal college en in dat college 700 broeders zitting erlangen.

Tevens zal dan de sessie der synodegeneraal zeer bekort kunnen worden. Als er met lastbrieven gestemd wordt, kan discussie alleen de beteekenis hebben, dat men een nieuw voorstel ontwerpt, dat dan weer naar de kerkeraden terug moet. Maar overigens komt het dan alleen op stemmen aan.

Juist daarom echter hebben de Gereformeerden dit stelsel niet aanvaard.

Zij oordeelden dat een kerkeraad in eigen boezem niet de noodige gegevens bezat, om tot een juiste en raadzame besHssing te komen. Ze begrepen, dat menige kerkeraad, die nu, vaak uitsluitend door één predikant voorgelicht, voor stemt, een geheel andere stem zou hebben uitgebracht, zoo hij door behoorlijke discussie voorgelicht ware geweest, en ook de tegenbedenkingen gehoord had.

En overmits deze alzijdige en volledige discussie eerst kan plaats vinden in de synode-generaal, waarin alle kerken saamkomen, komt h. i. stemming over een synodaal voorstel alleen in de synode-generaal te pas.

Dit belet nu natuurlijk niet, dat men ook in een kerkeraad, op de classis, en in de provinciale synode, elkander eens afvrage: Hoe denkt gij en gij er over? Mits dit dan maar niet den vorm van een besluit aanneme, nooit een ander karakter erlange dan dat van een voorloopig advies, en in niets de vrijheid van den afgevaardigde ter synode-generaal binde, om, gehoord de discussie, anders te stemmen, dan de vergadering die hem afzond, voorloopig geoordeeld had.

Rondzending van al zulke rapporten is daarom niet geheel af te keuren. Doet men dit nooit, dan leeft de gemeente niet meê. Dan blijven de kerkeraden niet op de hoogte van wat er omgaat. En ligt het gevaar voor de hand, dat zekere oligarchie de kerken overhcerschen ga.

Daarom waren ook wij (zoo de kosten niet te hoog loopen) steeds groote voorstanders van publiciteit, en rondzending, en voorloopige bespreking. De geesten moeten openbaar worden.

Maar zal deze ruime opvatting van publiciteit niet ten verderve leiden, dan houde men onverbiddelijk vast aan deze grondgedachten : I". dat in de synode de kerken zelve zitten, en dat de leden der synode stemmen imar eigen overtuiging, gelijk die door de discussie gerijpt is; 2". dat alle besprekingen van synodale voorstellen pp de mindere vergaderingen slechts een voorloopig karakter dragen, en nooit anders dan advies kunnen zijn ; en 3°. dat op de synodegeneraal niet geboekt en geregistreerd wordt, wat aldus werd besloten, maar dat op de samenkomst zelve eerst het besluit der kerken valt, en dat wel, onder de leiding en het voorzitterschap van den Heiligen Geest.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Bedenkelijke praktijken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1896

De Heraut | 4 Pagina's