GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de Gddersche Kerkbode vonden we dit oordeel van onzen Zendings-director Douner over de gehouden Synode.

Waarde 'Vriend.<

Wanneer tegenwoordig onze kerkeraadsvergaderingen nu en dan tot middernacht aanhouden, dan zegt men, gedachtig aan vorige tijden, «dat was nog een ouderwetsche vergadering, " maar van de Synodale vergadering te Middelburg gehouden, die, met enkele tusschendagen, 4 weken heeft aangehouden, kan dit niet gezegd worden; want onze vroegere Synoden deden haar werk binnen 2, hoogstens binnen 3 weken af, zoodat de Synode van Middelburg wel een nieuw er wetsche mag genoemd worden.

Leg, M. Vr. de schuld hiervan niet op den wakkeren en waardigen Voorzitter, die in de eerste Zitting met instemming van de Vergadering, de onderwerpen van het Agendum en de - onderscheidene gedrukte Rapporten onder verschillende Commissiën verdeelde, om de Synode met haar rapporten te dienen; die, zonder vergunning der Vergadering, aan de sprekers niet meer dan 2-maal over hetzelfde onderwerp het woord gaf; de leden, die van het onderwerp afdwaalden met bescheidenheid en ernst tot de orde riep, en wanneer bij enkele sprekers zich de sluisdeuren der welsprekendheid te wijd openden, die met zijn krachtige hand wist tegen te houden om den vloed der woorden in zijn vaart te stuiten.

Er kan evenwel niet over geklaagd worden, dat de leden in het algemeen zich aan dit euvel hebben schuldig gemaakt, en de enkelen die dit deden, wat in elke groote vergadering gebeurt — adres

aan de leden van de Tweede Kamer — onderwierpen zich gewillig aan den hamer van den Voorzitter.

Neen, de lange duur der Synode lag noch aan den Voorzitter noch aan de leden of aan de praeadviseerende leden, maar in de vele en belangrgke onderwerpen, die ter Synodale tafel kwamen.

Er moet, M. V., al was ik er ook zelf bij, van deze Synode gezegd worden: «er is hard gewerkt, en veel afgedaan". Vier dagen van de week 6 uren openbare vergadering, en bijna eiken avond Commissie-vergaderingen tot lo uur en later, zoodat niet alleen de oudere maar ook de jeugdigerieden vermoeid en afgemat waren en naar het einde verlangden.

In weerwil hiervan hebben wij toch eene aangename, broederlijke Vergadering gehad, die wij vertrouwen tot zegen van onze Kerken zal zijn.

Er is vóór de Synode veel vreeze gekoesterd, en van de zijde dergenen die onze Kerken niet genegen zijn, werd bij de eenvoudige leden onzer gemeente door allerlei verzonnen schrikbeelden die vreeze tot ontsteltenis opgezweept.

Dit verschijnsel is niet ongewoon; bijna elke Synode, vroeger gehouden, werd voorafgegaan door onheilspellende en de gemeenten verontrustende profetieën, met dit verschil, dat deze n u allermeest zijn uitgegaan van predikanten en leden, die vroeger tot ons behoorden en van wie het, helaas! te wachten is, dat zij niet zullen ophouden aan het werk en de besluiten der Synode eene uitlegging te geven, geheel in strijd met den geest en de letter waarin zij genomen en uitgesproken zijn.

Ik laat, M. V., de bespreking en verdediging van het werk en de besluiten der Synode rusten, totdat hare »HandeliDgen" gedrukt in uwe en mijne handen zijn. Ik verwacht dat gij en alle leden onzer gemeenten, met allen die haar niet gram maar genegen zijn, den Heere dankende vanwege de genade over onze Kerken, zich zullen verheugen over hetgeen er op de Synode te Middelburg in belang van onze Kerken, haar Theologische School, de Zending en veel meer besloten is.

Met groete en heilbede in den Heere Als altijd uw vriend in Hem,

Leiden, 9 Sept. '96. J. H. DONNER.

En in de Geref Kerkbode van Rotterdam stond ais inleiding op een overzicht over de Synode van Middelburg dit eerste stuk:

In onze Gereformeerde kerken mag blijdschap en dankbaarheid heerschen over deze Synode. Broederlijk is men samen geweest en met inspanning heeft men gearbeid. Vele zaken waren te regelen, waaronder twee van zeer groot belang, n.m. de Theologische School en de Zending; maar men heeft zoo hard gewerkt, dat alles afgedaan was in vier weken tij ds. Wel is waar duurden tot hiertoe in deze eeuw de Synoden nooit zoo lang, maar dat deze Synode zooveel tijd in beslag nam lag ongetwijfeld niet daaraan, dat men te veel tijd zoek gemaakt heeft met praten maar wel aan de belangrijkheid der zaken. Enkele besluiten zijn van ingrijpenden aard.

Laat ons maar beginnen bij de eerste week. Toen was Bedums Bezwaarschrift ter Synodale tafel. Onze lezers zullen weten, dat de kerkeraad van Bedum bezwaar had ingediend tegen sommige leerstellingen van Dr. Kuyper. De broeders hadden de zaak echter niet goed aangevat. Formeel was het Bezwaarschrift niet in orde. M^n had vergeten, dat een aanklacht zuiver moet geformuleerd zijnen dat dwalingen aangetoond moeten worden op grond van H. Schrift en Belijdenis.

De Synode legde dan ook het Bezwaarschrift ter zijde. Men kon en mocht niet anders; maar daar bleef het niet bij. Het was toch bekend genoeg, dat er omtrent Dr. Kuyper en die zijn gevoelen principieel deelen, wantrouwen werd gekoesterd. Er was tegen hen gewaarschuwd, alsof zij de Kerk des Heeren in gevaar zouden brengen.

Vóór de Synods hebben wij opzettelijk over dien strijd gezwegen. Slechts eenmaal verzochten wij vriendelijk, of over quaestiën als encyclopaedie enz. in de kerkelijke bladen niet gezwegen kon worden, omdat zij dooï het volk toch niet begrepen worden. In een zeker blad werd toen geantwoord, dat de leden der gemeenten daar wel degelijk over oordeelen konden. Nu, wij hebben daar niet weder op geantwoord. Van achteren blijkt, dat ons verzoek toch nog niet zoo verkeerd was.

Hebben wij echter vóór de Synode gezwegen, nu moeten wij toch een enkel woord hierover zeggen. En dan beginnen wij met uit te spreken, dat het ons altijd diep leed doet, als men Dr. Kuyper dingen laat leeren, die nooit door hem geleerd zijn, maar integendeel verworpen worden. Men bezondigt zich daar zeer meê. Wij mogen geen valsch getuigenis geven. Onverantwoordelijk is het, hoe mensclien met een goed verstand soms dingen mededeelen, waarvan men proeven kan, dat zij niet waar zijn.

Men hoort zoo bijv. vertellen, dat Dr. Kuyper leert, dat een mensch door den doop wedergeboren wordt. Daar zal misschien niemand zijn, die deze Roomsche ketterij verder verwerpt dan Dr. K., maar toch houden sommigen deze bewering vast. Anderen zeggen, dat Dr. K. leert, dat alle gedoopten wedergeboren zijn. Nu is ook dat onwaar, want dat heeft Dr. K. nooit geleerd. Laat men toch wat beter onderzoeken, als men over deze dingen wil meespreken.

Onlangs vernam ik nog van iemand, dat Dr. K. leert, dat alle menschen zalig worden. Hij had het zelf gelezen, want er was geschreven: hetmenschelijk geslacht.

Hoe men van iemand, die zóo vast staat in de leer der verkiezing, zulke dingen vertellen kan, zou een wonder zijn, als men niet wist, dat vele menschen zeer vluchtig lezen en al beginnen te redeneeren, als zij nog niet eens iets ten einde toe gelezen hebben.

Doch genoeg hierover. De Synode heeft met alle stemmen op één na, haar vertrouwen uitgesproken in Dr. K. en allen, die principieel aan zijne zijde staan. Daar ligt niet in opgesloten, dat alle leden der Synode over alle stukken der leer precies met Dr. K. hetzelfde denken; maar wel ligt er dit in, dat allen van harte vertrouwen, dat Dr. K. geen dwaalbegrippen huldigt, maar de waarheid Gods naar alle zijden wenscht voor te stellen. Wij hopen, dat sommige ontruste gemoederen nu maar tot rust mogen komen, en niet weder aan het wankelen gebracht mogen worden door allerhande lectuur in de bladen. Men moest meer de aandacht schenken aan wat die broeders, die uit alle Kerken afgevaardigd ter Synode onder biddend opzien tot God besloten hebben en hebben uitgesproken.

Aan beide oordeelvellingen hechten we, ook om de zijde van waar ze komen, waarde.

Ze zijn een bewijs te meer voor ons beweren, dat de eenheid te Middelburg verkregen, niet de vrucht was van plooien en schikken, maar van overtuiging, opgekomen uit helderder inzicht in den eisch der beginselen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 september 1896

De Heraut | 4 Pagina's