GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Onze vaderen over den Kinderdoop.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze vaderen over den Kinderdoop.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Joh. C. Breen heeft in het Archief voor Nederlandsche Kerkgeschiedenis de ^Kinderleere" van Laurens Jacobszoon Reael doen afdrukken, een bijdrage waardoor hij de kerken zeer aan zich verplicht heeft.

Het stuk is van besten tijd. 1571, en dus uit den

Wat lezen we nu daarin over den kinderdoop ?

Hoor slechts:

84. Vraege.

Wat es de Doope ? Antwoorde.

Het es een besprenginge des waetters, daermeede Goodts volck besprenght wert, in den naeme des Vaeders, des Soons, ende des Heylligen Geests.

85. Vraege.

Wat leert u dat ?

Antwoorde.

Het leert mij, eerst die onreynnicheyt, mij van Adam angeerft.

Ten tweeden, dat Godt mij int bloedt syns Sons die sonden uut genaeden mij affgewasschen heeft, mij verseeckerrende die kintschap des euwigen leevens.

Ten derden, dat ie uut den Doope opstaen zal in een nieuwicheyt des leevens. 86. Vraege.

Mach men ooc Chrystelic die onmondige kinderren doopen, diewijUe in haer geen geloove en blict ?

Antwoorde.

Jae, want sij hebben tgheenne dat Godt die Ileerre doort geloove geejt^ naemelic het euiüige keven. Hebben sij nu het euwige leeven, so moetten sij als erven des leevens geteyckent sijn. 87. Vraege.

Maer gelooven die kinderren niet, hoe hebben sij dan het euwige leeven, diewijUe dat Marcus 16 seyt: »wie niet gelooft, zal verdoempt weezen

Antwoorde.

Maer daerdoor dat Gódt haer dat geloofftoereeckent in Chrysto; want hij vindt in haer die gerechttichheyt des geloofs, als ooc in die kinderren der Israëliten, die besneeden werdden.

88. Vraege,

Die kinderren coonnen Godts'genaede niet begrijppen, hoe can men haer dan doopen?

Antwoorde.

Al coonnen sij, door crancheyt des natuiers, niet begrijppen die genaede Goodts, so en verhindert dat uochttans niet, dat het Goode ge-Ueft sijn genaede in haer te besegelen.

Is dit niet welsprekend ?

De kleine kinderen der geloovigen hebben het eeuwige leven, dat God de Heere door het geloof geeft. Wie nu het eeuwige leven heeft, moet die niet als erfgenaam des eeuwigen levens gedoopt wezen?

Natuurlijk bedoelde Reael hier niet mede, dat dit van allen hoofd voor hoofd gold. Dit wist hij wel beter. Maar hij beleed dan toch, dat dit, en niets anders dan dit de onderstelling bij den kinderdoop was.

En deze Reael behoorde tot de »vaderen".

We zeggen dit met nadruk, omdat we juist onlangs zagen, hoe broeder De Leeuw van Utrecht in zijn bekend geschrift Koelman e. a. tot de »vaderen" rekent, en toch dit zeggen op misverstand berust.

Kerkvaders noetat men niet alle geestelijke personen, die in hun kring als»vaders in Israël" golden, maar uitsluitend die mannen, die bij de grondlegging van de belijdenis der kerk verwekt zijn, om die belijdenis uit te werken en te helpen vaststellen.

Zulke »vaders der kerk" konden dus niet in later tijd opstaan, maar zijn uitsluitend denkbaar in den eersten tijd, als zulk een belijdenis zich vormt.

Voor een Gereformeerde kerk kan men dus niet van vaders der kerk spreken na de Synode van Dordrecht, eenvoudig omdat toen de belijdenis geboren was. Alleen de geboorte van het kind maakt iemand tot vader.

Zij, die daarna komen, telen de belijdenis niet meer, maar pogen haar te handhaven en te verhelderen, en toe te lichten. Doch dit alles behoort niet tot het t^iï^^^-zijn.

Calvijn was ons een »vader der kerk". En zoo was Guydo de Brés, en was a Lasco. Maar zelfs aan Voetius kan men dien naam niet dan onder zeker voorbehoud geven.

We hebben er dus niets op tegen, als men ook nu nog van »Vader Van Velzen" spreekt, en zoo ook van »Vader Koelman", mits men maar wel in het oog houde, dat men dan bedoelt een »vader in Israël", gelijk we zelfs, buiten het ambt, van een »moeder in Israël" spreken, zonder dat dit met den eerenaam van »vader der kerk" ook maar iets uitstaande of gemeen heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Onze vaderen over den Kinderdoop.

Bekijk de hele uitgave van zondag 14 februari 1897

De Heraut | 4 Pagina's