GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verklaring.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verklaring.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ons blad hield zich buiten den verkieingsstrijd. K i

Waar men van alle kant er op uit was, r m de politieke stembus in een kerkelijke chaakpartij om te zetten, oordeelden virij h uist dat icwaad niet te mogen voeden, en b ilden er dan ook door ons stilzwijgen toe m ijdragen, om aan de zake van kerk e ca van staat elk haar eigen loop te laten.

Dat we eerst thans, fta afloop der politieke stembus een woord over een in den politieken strijd o. i. oneerlijk wapen ten beste geven, strekke ten bewijze van den ernst van onzen toeleg, om geen onheilig vuur aan te blazen.

Onze opmerking zij daarbij vastgeknoopt aan een Verklaring, door Dr. Kuyper te midden van den politieken strijd afgelegd, en zoo allerwegen in de pers overgenomen, dat ze als genoegzaam algemeen bekend mag ondersteld worden.

Nu schier alle andere bladen haar afdrukten, drukken ook wij haar af. Ze was van dezen inhoud:

VERKLARING,

De ondergeteekende, van onderscheidene kanten vernomen hebbende, dat vele Antirevolutionaire kiezers, die tot de Ned. Hervormde kerk behooren, beducht zijn gemaakt, als zou de overwinning der Antirevolutionaire partij uitloopen op schade voor de Ned. Hervormde kerk, gevoelt zich gedrongen desaangaande het navolgende te verklaren:

1º. dat hij een beslist tegenstander is van de scheiding van Godsdienst en Staatsrecht. De souvereiniteit van God Almachtig moet naar zijn vaste overtuiging ook in het staatsrecht erkend, gehuldigd en geëerbiedigd worden,

2º. dat hij evenzoo een beslist tegenstander is van de scheiding van kerk en staat^ gelijk de Liberale partij die wel bepleit, maar zelve niet aandurft, en dat hij daarentegen steeds, evenals Groen van Prinsterer, het publiekrechtelijk karakter der kerk van Christus verdedigd heeft.

3º. dat hij met de geheele Antirevolutionaire partij daarentegen steeds aandrong, en aandringen blijft, op herstel van de geldelijke zelfstandigheid der kerk, en uit dien hoofde het beginsel voorstaat, om de gelden, die aan de kerken toebehooren, niet langer onder het beheer van den Staat te laten, maar onder het beheer der kerken zelve te brengen. Art. 20 is door hem dan ook steeds zóó uitgelegd, dat alle kerken, wat zij nu uit de Rijkskas trekken, behouden zouden, maar dan in vast kapitaal.

4º. dat hij zelf geadviseerd heeft, om in de eerstkomende vierjarige periode deze kerkelijke quaestie te laten rusten, en ze niet aan de orde te stellen.

Sº. dat hij, afgezien van de politiek, als Godgeleerde, als Canonicus, en als Belijder van den Christus, aan de Ned. Hervormde kerk geen anderen eisch stelt, dan dat zij voor het gezag der Heilige Schrift weer buige, en terugkeere tot de Belijdenis der vaderen., gelijk die met het bloed onzer martelaren bezegeld is.

6º. dat hij, en met hem alle Gereformeerden, zoodra dit zal geschied zijn, met dankbare vreugde weer met alle broederen, de aloude eenheid van de kerk onzer vaderen in dezen lande zal helpen herstellen;

en 7°. dat hij, zoolang dit uitblijft, zeer zeker in verzet komt tegen al wat in de Ned. Herv. kerk den Christus verloochent en tegen God en Zijn Woord wederpartij dig is, maar op prijs stelt, waardeert en liefheeft, al wat in die kerk uit God geboren is en gelijkvormigheid vertoont met den ÏBeelde zijns Zoons.

Na welke verkLaring hij zich de vraag veroorlooft, of hierop niet ieder Christen met hem a en amen zegt.

DR, A, KUYPER. Amsterdam., 7 Juni 1897,

Op deze Verklaring heeft meer dan een zich star getuurd. Men verstond ze niet.

De Vaderlander, het orgaan van Dr. Bronsveld, schreef er onder: Als dit dan goo is, hoe ter wereld komt het dan, dat zoo duizenden in de Ned. Hervormde kerk zoo heel anders oordeelen, zoo heel andere dingen vreezen, het zoo heel anders verstaan ? Hebben dan die allen zich vergist ?

Die opmerking eerbiedigen we, en we haasten ons er bij te voegen dat de Vaderlander in onze achting klom, én overmits ze de loyauteit had de verklaring zelve in haar kolommen over te drukken én omdat ze zonder schamperheid, ditmaal zoo uist uitsprak, wat ia veler harten te dezen opzichte omgaat.

Heel anders maakte 't het Groninger Volksblad, van welks redactie we steeds een pijnlijken indruk ontvingen.

Immers we kunnen het uitnemend zetten dat een tegenover ons staande redactie onze denkbeelden bestrijdt, en wraakt, en, voor onzen invloed beducht, dien zoekt te breken. iVlaar wat ons pijnlijk aandoet is, wanneer men in een blad, dat geredigeerd wordt door Evangeliedienaren, een toon aanslaat, zóó insinueerend en zoo fel, dat alle deugden die de Dienaren van Christus in hart en hoofd plegen te sieren, er volkomen in gemist worden.

Ook dit blad doet gemeenlijk in antipapisme, maar we wagen dan toch aan zijn redactie de opmerking te maken, dat de kracht van het Protestantisme er niet door bevorderd v/ordt, maar er onder lijdt, indien e Dienaren des Woords in hun openlijk optreden zoo weinig van den geest van Christus laten uitkomen.

Het was en blijft zoo waar, dat we het ntvangen licht hebben uit te stralen, opat de menschen het zien mógen, en onzen ader in den hemel verheerlijken. Die insinueerende toon werd, helaas, ook u weer door dit blad tegenover de beoelde Verklaring aangeslagen.

Er werd namelijk aan herinnerd, hoe r. K. meermalen verklaard had, dat wie ich aan de Synodale organisatie van het ervormd genootschap bleef onderwerpen, aarmee de kroonrechten van Koning Jezus egenstond.

Met deze uitlating achtte nu de redacie opgemelde Verklaring in rechtstreekschen trijd.

En zonder het uit te spreken, insinueerde u de redactie in bedekten vorm, dat Dr, uyper deze Verklaring tegen beter weten n, tegen zijn overtuiging, uit politieke beekening, in de wereld had gezonden.

We spreken dit hier openlijk uit, omdat et o. i. goed is dat de redactie van dat lad tot bezinning kome, en zich voortaan eer en beter rekenschap geve van de rnstige verantwoordelijkheid, waaronder een f s z d d ieder staat, die in de journalistiek optreedt. Niet alsof eenig blad, of eenige redactie, die zware verantwoordelijkheid torsen kon, zonder nu en dan uit te glijden, maar overmits elke redactie, die stelselmatig weigert waarheid waarheid te noemen, en met voorbedachtea rade valsche voorstellingen propageert, indien er een journalistische raad van eer bestond, door dien raad van eer zou behooren buiten gevecht gesteld te worden.

Ea nu moge de redactie van dat blad zich allengs gewend hebben aan de booze gedachte, dat het voor God en menschen haar vrij staat, tegen Dr. Kuyper te waarschuwen als tegen een man die buiten de wet staat en vogelvrij is. *

Maar ze kon zich hier toch in vergissen, en het kon toch zijn, dat ook Dr. Kuyper banden aan zijn God had, die maken dat God van deze redactie eens rekenschap zal afvergen ook voor hetgeen zij zich tegen den persooa vaa Dr. Kuyper veroorloofd heeft.

Dat Dr. Kuyper behoort onder die personen, die aan den éénen kant sterke sympathieën, en aan den anderen kant sterke antipathte'én opwekken, willen we aannemen, maar zoolang de redactie van het Gr on. Volksblad orgaan wil zijn van een Christelijke gedachte, blijft toch ook voor haar de regel gelden, dat die antipathie steeds gebonden blijve aan het bevel des Heeren: Hebt ook uw vijanden lief.

En van het opvolgen van dien regel van Christus hebben we tot dusver in dat blad ten opzichte van Dr. K. nog zelfs het eerste spoor niet kunnen ontdekken.

Toch willen we haar daarom te woord staan, en haar afvragen: Of dan de Ned. Herv. kerk en het Synodale Genootschap eensluidende begrippen zijn?

Zou ze deze vraag nu eens pertinent willen beantwoorden?

Zegt ze nu: a, dan sta hier als tweede vraag:01 de Ned. Herv. kerk dan pas in 1816 geboren is? En zoo niet, of haar dan vóór 1816 iets van een Synodaal Genootschap bekend is?

Haar eigen conclusie zal dan ook moeielijk een andere kunnen wezen dan deze: De Ned. Herv. kerk heeft bijna twee en een halve eeuw bestaan zonder een Synodale organisatie, en die Synodale organisatie is haar pas voor ruim 80 jaren opgelegd.

Aan deze conclusie toegekomen, vragen we haar dan al verder: Wat hebt gij lief, waarvoor strijdt gij ?

Voor de Ned. Herv. kerk, of voor die Synodale organisatie ? Aan haar de keuze.

Laat ze zich rond en open uitspreken. En dan zal ze wel moeten concludeeren: Wat ons lief is, en hetgeen waarvoor we strijden is de kerk der vaderen, en niet de Synodale organisatie van Minister Van Manen, Uitnemend !

Maar waaraan werd nu die kerk der vaderen gekend, alvorens die Synodale organisatie haar werd opgelegd ?

En ook dan is geen tweeërlei antwoord mogelijk.

De stukken wijzen het uit. Die kerk werd gekend aan haar Belijdenis, aan haar Catechismus, aan haar Dordsche regelen, aan haar Kerkenordening.

En nu verder: Stelt Dr, K. zich hiertegen, of heeft hij niet nu reeds dertig jaren rusteloos juist voor alle deze echte kenteekenen van de kerk onzer vaderen gestreden ?

En dit nu zoo zijnde, zoo sta hier als slotvraag: Kan de redactie van het ff; 'ö«. Volksblad staande houden, dat de Synodale organisatie in de Ned. Herv. kerk de souvereiniteit van Christus over zijn kerk in deze kerk tot haar recht doet komen ?

Dit was wel zoo in de Belijdenis, in den Catechismus, en in de Kerkordeningi van de kerk der vaderen.

Maar dit is niet organisatie. alzoo ia de Synodale

Die Synodale organisatie heeft de koninklijke souvereiniteit van Christus in deze kerk op zij gezet en verdrongen.

En waar nu deze gegevens vaststaan, welke tegenstrijdigheid is er dan in, dat Dr. K. tweeërlei betuigt:

Ter eene zijde, dat wie aan deze Synodale organisatie gehoorzaamheid en trouw belooft, te kort doet aan de rechten die aan Christus' koninklijk souverein gezag over elke kerk toekomen.

En nochtans ter andere zijde, dat Irij de kerk der vaderen, voorzoover ze nog onder deze Synodale organisatie, haar leven voortzet, op prijs stelt, waardeert en liefheeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 juni 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Verklaring.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 juni 1897

De Heraut | 4 Pagina's