GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kentering.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kentering.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 24 Sept. 1897.

Met ongemeen genoegen zagen we, dat er kentering komt in de stemming des gemoeds, waarmede de Gereformeerde belijders in de Ned. Herv. kerk te onswaart bezield zijn.

Dit is te merken in de Gereformeerde Kerk, een weekblad, dat we thans weer in onzen horizont trekken, en evenzoo in het Tweemaandelijksch Tijdschrift, dat onder den titel van Spurgeons tijdschrift tegen de Downgrade, namens de Confessioneele Vereeniging het licht zag.

In zake het kerkelijk conflict van 1886 staan we nu eenmaal lijnrecht tegenover elkander.

Wij kunnen en mogen niet anders dan de houding der achtergeblevenen te dien opzichte wraken en veroordeelen, en dit blijven we dan ook doen zonder zweem van verbloeming. En omgekeerd kan het wel niet anders of op dit punt blijven deze broederen hard tegen ons spreken. Over en weer toch zou elk toegeven ten deze een oordeel over eigen houding met zich brengen.

Zoolang dan ook alleen diegenen aan het woord waren, die in 1886 persoonlijk tegenover elkander stonden, was het maar veiligst dat men elkaar ook in het publiek debat meed. Zij die daartoe de zelfbeheersching misten, deden niet anders dan de droeve ervaring op van bittere woorden op hun lippen en van .ijs dat aanvroor over hun hart.

Gelukkig dat tijd slijt, en dat er thans, nu het eerste decennium achter ons ligt, reeds een terugkeer tot meerdere bezonnenheid valt te bespeuren, die vooral door de jongeren bevorderd wordt.

Verstaat men over en weer, dat men ook bij het heftigst kerkelijk verschil, nochtans n de worsteling met de Modernen, Groingers en Ethischen, een hoog en heiig belang gemeen heeft, dan maant dit ot het zoeken van een modus vivendi, waaroor weer saamwerking, - saamspreking en aamstrijden op het niet betwiste, maar emeenschappelijke terrein mogelijk wordt.

Zij, die hier ook maar in de verte een rijsgeven van de kerkelijke quaèstie in ien, vergissen zich ten cenemale. Maar als l en vooruit weet, en als telkens bleek, dat lke aanraking op dat terrein voorshands k lechts verbittert en verwijdert, eischt toch d hristenplicht, dat men een meer geschikt v errein zoeke, om zich tegenover elkander z it te spreken. b

En dat terrein nu is ongetwijfeld: etenschappelijk-theoiogische.

Ware in de periode van 1750—1850 de ereformeerde theologie niet derwijs smaelijk veronachtzaamd geworden, we zouen toen de strijd begon, niet zoo verard van inzicht en gedeeld in onze overuigingen gestaan hebben.

Nu daarentegen waren we, de één voorj z en de ander na, theologisch niet gezond, maar krank.

Toen derhalve de dorst naar theologischhistorische vastheid weer wakker werd, greep ieder op eigen gelegenheid in het verleden terug, en met veel halve wetenschap moesten we onze koers bepalen.

Kohlbrügge deed dit door zich meest aan Luther aan te sluiten, gelijk hij dan ook van huis uit Luthersch was; de confessioneelen vonden in veel Engelsche auteurs hun sterkte; onder het volk hing men aan Smytegelt en Brakel; de mystieken liepen hoog met Lampe weg; de Vrienden der waarheid hielden het met Maccovius en Comrie; slechts enkelen sloegen Calvijn weer op; en zoodoende had ieder wat wils, en ontstond er een grenzenlooze spraakverwarring.

Had men nu met handelen kunnen wachten, tot nader onderzoek meer klaarheid, en door klaarheid eenheid had gekweekt, zoo ware veel verwijdering voorkomen.

Maar natuurlijk dit kon niet.

De stroom van het kerkelijk leven wacht niet tot de studiën gereed zijn.

Die stroom bruist rusteloos voort en voort, en zoo werd men voor beslissingen geplaatst, die geen uitstel duldden, en door allerlei geesten in verschillenden zin gewezen werden.

Er zat dus niet anders op, de studie die vooreerst niet gereed was, moest nu daarna komen, en die studie bleef niet uit.

Als vrucht van die studie zijn tal van algemeen theologische, dogmatische, ethische en kerkrechtelijke vraagstukken nu reeds op een wijze onderzocht, die tot het uitstippelen van zekere vaste lijn geleid heeft. En nog zijn deze studiën eerst in haar aanvang. Slechts de eerste stralen schoten nog over den horizont uit. Van een volle middagzon zijn we nog zeer verre.

Toch hebben juist die studiën nu reeds verzoenend en hereenigend gewerkt.

Meer dan voorheen voelt en erkent men, dat men' toch eigenlijk hetzelfde beoogt, t.w. den triomf der Gereformeerde beginselen. Dat men te worstelen heeft met een zelfden vijand. Dat opheffing van de bestaande geschillen alleen door dege studie is te verkrijgen. En dat voor die studie slechts ééne goede methode denkbaar is.

Men begint deswege over en weer reeds eenigszins belang te stellen in elkanders arbeid. Men leest weer wat van beide kanten geschreven wordt. Over een degelijk werk dat uitkomt, verheugt men zich, zonder te vragen uit wat kamp het komt.

Als we het eens kras mogen zeggen: De kwajongensmanieren om elkaar uit te veteren, en gal voor inkt in zijn pen te nemen, krijgen gedaan. Men schaamt-er zich nu zelf over. En, behoudens stipte en strenge reserve voor het principieele conflict, komt er weer iets van waardeering van elkanders pogen.

Onzerzijds is dit vooral daardoor bereikt, dat we er niet aan denken, onze studiën op touw zetten enkel met het doel om de Hervormde broederen schaakmat te zetten, maar dat we studeeren, om zuiver wetenschappelijk den weg der waarheid op te sporen.

Niet meer de polemist was onzerzijds aan het woord, maar de rustige beoefenaar der wetenschap.

Moest het er nu toe komen, dat men ook van de overzijde zich al meer op dat standpunt plaatste, dan viel nu reeds te profeteeren, dat de dag niet meer verre kon zijn, waarop samenwerking in den wetenschappelijken strijd mogelijk zal worden.

Sloeg ook het Tweemaandelijks Tijdschrift dien weg in, dan zou ons niets liever zijn, dan het ook bij onze lezers in te leiden; en ook al mocht blijken, dat dit Tijdschrift toch weer in hoofdzaak polemisch was, dan durven we toch, met de inleiding voor oogeh, hope koesteren, dat poging tot studie in dit tijdschrift het overwicht zal behouden over wat bitter smaakt.

Houde men toch het hoog en heilig doel, waarop men beiderzijds mikt, scherp in het oog.

In de publieke opinie is dfe Moderne theologie geëindigd met een volkomen bankroet. De Critische school heeft zich uitgeput, en het protest tegen haar vernielingswerk wordt algemeen.

En ook de Ethische theologie, die een tijdlang alleenheerscheresse meende te zijn, ondervindt van dat banlcroet der Critische school de voor haar nadeelige gevolgen.

Reeds is ze van meer dan één kant in mora gesteld, om óf den Modernen wimpel te hijschen en daardoor haar oprechtheid te redden, óf wel om positief Christelijk te blijven, maar dan ook vierkant met de Critische school te breken.

Ook haar dagen zijn geteld.

Reeds zegt het hooge blosje op het bleeke gelaat u, wat het kwaad is, dat verborgen woelt en de kracht verteert.

Practisch en mystiek reikt haar macht nog verre, maar als theologie zakt ze ineen.

Er is dan ook geen quaèstie van, of de periode die we nu zijn ingetreden, leidt ons tot de vernieuwde heerschappij der eens zoo geminachte en vertreden Gereformeerde theologie.

Aan haar en aan haar alleen is als theologie de eerstkomende toekomst. H o

Ze wekt weer de belangstelling. Ze prikkelt weer tot ohderzoek. Haar naam te dragen wordt een eeretitel. Studieproducten van breeden omvang en wijde strekking heelt ze reeds aan te wijzen. En dat ook in opbouwende, systematischen zin. Niet enkel detailstudie, maar ook saamvattende studie. Men werkt architectonisch.

Doch natuuriijk die triomf der Gereformeerde theologie zal niet de triomf van éa enkel systeem, noch ook de triomf van e zienswijze van één enkel geleerde zijn.

Allerlei geesten, allerlei richtingen zullen penbaar worden. Van verschillenden kant al men het groote, machtige onderwerp h i n aanvatten. En eerst uit dien smeltkroes zal ten slotte een zuiver en gelouterd resultaat komen.

Met name zal daarbij aanstonds de tegenstelling opkomen, gelijk dit bij elke historische school is, tusschen hen, die repristineerend het vroeger beledene ganschelijk maintineeren willen, en die anderen, die achten, dat er geen proces in het geestelijk, kerkelijk en wetenschappelijk leven is, zonder critiekop het verleden en zonder aansluiting aan het bewustzijn van eigen tijd.

En dit is goed ook.

Die beiden hebben elkander noodig. De één moet den ander controleeren. En zoo dwingen beiden elkaar, om steeds dieper tot de beginselen door te dringen en te degelijker rekenschap te geven van hun gevoelen.

Dit zou niet kunnen, als men over en weer te weinig gemeen had.

Maar wie zich de moeite gunt, om in breede lijst naast elkaar te plaatsen, eenerzijds de beginselen, de uitgangspunten, de overtuigingen en de dogmatische stukken, waarin men beiderzijds volkomen overeenstemt, en schier met één mond spreekt, en daar anderzijds tegenover te stellen de kleine reeks punten waarover geschil loopt, die merkt aanstonds, dat er in schier alle grondstukken der belijdenis moedgevende overeenstemming bestaat, en dat de punten van geschil nóch door hun aantal nóch door hun gewicht ook maar van verre halen bij de artikelen van de henotische lijst.

Dat nu over die geschilpunten ernstig, en zonder het sparen van eikaars gevoelen, openlijk geredetwist wordt, is uitnemend.

Dien strijd wenschen ook wij niet te ontwijken.

Mits het zij op deze voorwaarde, dat men van beide kanten elke voorstelling mijdc, alsof men ter oorzake van deze geschilpunten elkander verbijten en vereten mocht.

Dat mag nimmer.

We hebben ook in onze Gereformeerde wetenschappelijke studie de eere van den Gereformeerden naam hoog te houden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 september 1897

De Heraut | 4 Pagina's

Kentering.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 september 1897

De Heraut | 4 Pagina's