GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland.

De primas der Episcopale kerk in Edinburgh.

Weder hebben dit jaar de algemeene vergaderingen van de Presbyteriaansche kerken van Schotland plaats gehad. Opmerkelijk was het dat in de vergadering of synode der Presbyteriaansche Staatskerk de primas der Anglicaansche Staatskerk, de aartsbisschop van Canterbury, verschenen is. Dat hij door den voorzitter warm verwelkomd werd, kan men begrijpen. Waarom hij daar kwam is niet openlijk uitgesproken. Sommigen meenen dat de aartsbisschop propaganda heeft willen maken voor de matigheid, omdat hij tweea driemalen over deze zaak een speech hield. Waarschijnlijker komt het ons voor dat de Engelsche kerkvorst door zijn bezoek te Edinburgh heeft willen te kennen geven, dat de Staatskerken van Engeland en die van Schotland een gemeenschappelijk belang hebben. Er zijn ook Episcopalen, die het in de Schotsche Staatskerk benijden, dat zij de macht heeft om zichzelve te besturen, en die daarom hetzelfde voor de Episcopaalsche Staatskerk zoeken te verkrijgen. Deze kerk toch hangt, als het er op aan komt, af van de besluiten van het Parlement, al handelen ook vele predikanten gansch willekeurig. Men weet reeds te verhalen dat de aartsbisschop van Canterbury naar Edinburgh trok om daar te leeren hoe hij in zijn eigen kerk de dingen heeft te leiden. Gelijk men weet, komen in Engeland velen tegen het willekeurig handelen van predikanten op. Verreweg het grootste deel van de Anglicaansche kerken wordt door predikanten bediend, die de godsdienstoefeningen steeds meer in Roomsche sporen brengen. Men komt daartegen op en zegt terecht: zoolang de Episcopaalsche kerk een Staatskerk is, welke onderhouden wordt op kosten van het algemeen, zoolang moet die kerk staan onder de controle van het Parlement, heeft zij zich te houden aan de ordeningen die het Parlement voor haar maakte.

We zijn het eens met de hoogkerkelijken, dat zoolang de kerk Staatskerk is, de Staat ook zeggenschap heeft in de dingen, de kerk betreffende. Maar het gaat niet aan, en vele Episcopalen beginnen dit te gevoelen, dat men uit de Staatskas geld geniet en daarbij door het willekeurig invoeren van Roomsche ceremoniën bij de godsdienstoefeningen een groot deel der gemeente de kerk uitjaagt. Zegt men: „de kerk moet vrij zijn om hare eigene zaken te regelen, het komt den overheid niet toe zich te mengen in de dingen van de religie", dan geven wij dit grif toe, maar voegen er aan toe, dat daarom elke Staatskerk geoordeeld is. In Frankrijk bijv. straft de regeering dikwijls bisschoppen en pastoors, die handelingen doen tegen den zin van de bovendrijvende partij, met inhouding van traktement, en volkomen terecht, wanneer men het revolutionair beginsel is toegedaan dat bij de overheid de macht ook óver de kerk berust.

Men beweert nu dat de aartsbisschop de algemeene vergadering van de Schotsche Staatskerk bijwoonde om het voorbeeld te zien van een Staatskerk, die toch de macht heeft om haar eigen zaken te regelen.

Omtrent de algemeene vergaderingen van de twee groote vrije Schotsche kerken kunnen wij mededeelen dat de stappen tot vereeniging gedaan, weldra met succes zullen worden bekroond.

Maar de handelingen van deze algemeene vergaderingen zijn nog niet in ons bezit, daarom kunnen wij omtrent deze zaak niets meer mededeelen.

Men hoopt dat als de Presbyteriaansche kerken vereenigd zijn, zij sterk zullen staan tegenover de Staatskerk. Wij houden het er voor, dat de vrije kerken in Schotland en Engeland zich alleen zullen kunnen handhaven wanneer zij getrouw blijven of weder getrouw worden aan de Gereformeerde belijdenis.

Dat men zich in Nonconformistische kringen zwak gevoelt, blijkt uit het feit dat men een Nonconformistische partij in het Parlement wil vormen. Zoo wijkt men van de goede lijn af, er is geen Gladstone meer om van die verkeerde paden af te manen. Het orgaan der vrije Congregationalistische kerken, The Independent, keurt het oprichten van zulk een partij als tegenvoeter van het clericalisme niet af, zonder in te zien dat zij mee op denzelfden verkeerden weg wandelt.

Frankrijk. Een ernstig protest tegen de Theologische richting dezer dagen.

In de Revue Chrétienne, een maandschrift dat in Frankrijk verschijnt onder redactie van den heer Frank Puaux, heeft de predikant Babut van Nimes, een artikel geschreven onder den titel van: „Eenige overdenkingen naar aanleiding van de gevoelens van den heer Sabatier over het wezen van het Christendom". De Eglise libre kondigt deze artikelen aan met de woorden: „de gematigdheid van den schrijver, de teederheid die zijne liefde hem ingeeft, het ernstige streven om den schrijver op welken hij critiek uitoefent, recht te laten wedervaren, doen slechts de dwalingen die hij aanduidt des te beter uitkomen, en als men het artikel gelezen heeft, is men vol ongerustheid over de afwijkingen der hedendaagsche theologie. Zonder twijfel zijn die afwijkingen niet bij allen dezelfden; maar als men spreekt over hervormingen op zedelijk, maatschappelijk gebied, hoeveel meer moest men dan handelen over eene reformatie op het terrein der Theologie! Er wordt daaraan behoefte gevoeld, want meer dan één predikant, die pas; van de studie kwam, haast zich om op nieuw te gaan studeeren, volgens een ander plan, met een ander doel en volgens andere beginselen, dan die welke men hem aan de Universiteit, , aangeduid had".

Dat deze woorden van het hoofdorgaan der

Fransche Protestanten ons verblijden, behoeft geen betoog. Tot hiertoe lazen wij eene dergelijke uiting van de redactie van genoemd blad niet. Een der redacteurs de heer H. Draussin, kwam hen, die steeds meer van de gezonde leer afwijken steeds in het gevlei. De heer Luigi, hoofdredacteur van de Eglise Ubre volgt wel meer vaste lijnen, maar tot hiertoe heeft hij zich nog niet zoo geuit als thans het geval is.

Hoeveel meer zouden we ons kunnen verheugen, indien er in Frankrijk een man opstond die niet alleen de dwalingen van de Theologische richting, die in deze dagen den boventoon aanwees, maar ook aantoonde hoe al de afwijkingen voortspruiten uit het nemen van een verkeerd uitgangspunt, om dan verder te wijzen hoe men de Theologie heeft te beoefenen, opdat zij niet meer zij tot verwoesting, maar tot opbouwing der kerken. Het is zeker verblijdend te vernemen, dat jeugdige predikanten als zij in hunne gemeenten gekomen zijn, de behoefte gevoelen om op nieuw te gaan studeeren, omdat zij inzien dat hetgeen zij aan de Universiteit geleerd hebben in strijd is met hetgeen in de kerk welke zij dienen, beleden wordt en wijl zij ten slotte meer hechten aan het geloof der gemeente dan aan de wetenschap hunner professoren, maar aan die studie moet leiding gegeven worden.

Dat de allereerste beginselen der Gereformeerde leer ook door hen die een oog hebben voor de afwijkingen van de Theologie die bijna aan alle Universiteiten onderwezen wordt, niet gekend worden, bleek ons onlangs uit een artikel van den hoofdredacteur van de Eglise Libre. Deze goede stilist schreef toch een artikel waaruit zonneklaar bleek, dat hij geen onderscheid weet te maken tusschen de heilige algemeene christelijke kerk, en de belijdende kerk. Ook verzekerde genoemde schrijver in hetzelfde artikel, dat hij nog nooit nagedacht had over de vraag, welke autoriteit in de Gereformeerde kerken de synodale vergaderingen hebben!

Mocht men in de Gereformeerde kringen in Frankrijk maar eens beginnen met eene ernstige studie te maken van de Institutie van Calvijn.

Zoo zelden vinden wij in de Fransche bladen iets van den grooten hervormer, van geboorte een Franschman, vermeld of aangehaald, waaruit wij meenen te mogen afleiden, dat de werken van Calvijn zoo goed als niet in het vaderland van den hervormer gelezen worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 juni 1898

De Heraut | 4 Pagina's